'Wat voor een wereld willen we nalaten voor degenen die na ons komen, voor de kinderen die opgroeien? Voor het goed van ons gemeenschappelijke huis, van onze en de toekomstige generaties, moeten alle energie en aandacht in Parijs gericht worden op het verzwakken van de impact van de klimaatverandering en tegelijkertijd op het bestrijden van de armoede en op het cultiveren van de menselijke waardigheid.'
07-12-2015 om 17:11
geschreven door Gust Adriaensen
'Alleen kunnen we niets. Samen kunnen we alles' (5)
In Elsevier van 28 november 2015, verschenen negen gedachten van Hans Hillen uit zijn boek 'God vergeten'
---------------------------------------
Het geloof verdwijnt uit de samenleving, maar kunnen we wel zonder?
--------------------------------------------
5. Wetenschap - Ons geluk is steeds minder onbevangen
Technologische innovatie kan materieel veel mogelijkheden scheppen, maar geestelijk moeten we het nog steeds zelf doen. Technisch gesproken kunnen we langer leven, maar leven we dan gelukkiger? Is een dag van diep geluk niet waardevoller dan een jaar routine? Als dat zo is, dan moet niet zo lang mogelijk leven de doelstelling zijn, maar de kwaliteit van elke dag van dat leven. Kijkend naar de samenleving lijkt het accent toch doorgaans andersom gezet.
Je zou de stelling kunnen verdedigen dat telkens met de vondst van nieuwe technieken de zoektocht naar het onbevangen geluk ingewikkelder wordt. Dat wil niet zeggen dat technologie niet goed is, maar dat geestelijke verdieping moet proberen gelijke tred te houden. De dilemma’s worden anders steeds groter. Ooit spraken de mensen over het wonder van het leven als er een kindje werd geboren. Nu weten we al maanden of het een jongetje of een meisje wordt. Veel onbevangenheid is ingeruild voor zinloze zekerheden.
De ontwikkeling staat niet stil. We staan op de drempel van een trend dat het kiezen van het geslacht van een baby als regel vooraf kan worden bepaald. Wat doen we straks als we een jongetje hebben besteld, maar het blijkt toch een meisje te zijn, of omgekeerd? Dan zijn we teleurgesteld en boos bij de bevalling, in plaats van blij. Dat op zich is al erg. Het kan nog erger. Naar wie sturen we dit niet uitgezochte product terug? Moet de arts of het ziekenhuis schadevergoeding betalen?
Nog huiveringwekkender: mag het kind worden vernietigd, of recyclen we het via stamcellen en organen, of gaat deze niet gewenste mens de adoptie in? Welke onvolkomenheid willen wij nog aanvaarden? Waarmee kunnen we nog gelukkig en tevreden zijn? De mens die in elk opzicht zijn eigen lot wil besturen, loopt het risico zijn eigen belang nog meer te overschatten dan hij toch al doet.
07-12-2015 om 08:49
geschreven door Gust Adriaensen
06-12-2015
Zal / Moet Guy Mortier Humo redden?
Humo, tot voor enkele jaren het veel gelezen en spraakmakende weekblad van Vlaanderen, glijdt in steeds sneller tempo naar de commerciële afgrond. In vier jaar tijd halveerde de oplage: van 200.000 naar 100.000.
Diverse pogingen om het tij te keren, haalden tot nu toe weinig uit. Volgens De Standaard rollen er nu weer koppen aan de top en worden enkele oudere journalisten 'van onder het stof' gehaald.
Onder hen de 'oeroude' Guy Mortier, aan wie, volgens de krant, een nieuw contract als adviseur zou zijn aangeboden.
Guy Mortier: een naam als een klok in de wereld van de media en zeker in die van de weekbladen. Mortier was jarenlang Humo en Humo was Mortier. Met grote gedrevenheid en vakmanschap waakte hij over het eigen karakter van Humo. Niet te verwonderen van iemand die zichzelf ooit een 'romantische idealist' noemde, die altijd iets van de 'missionaris' in zich gevoeld heeft.
Mollenaar Guy Mortier (1943) studeerde aan het Sint-Jan Berchmanscollege van Mol en daarna Germaanse Filologie aan de Katholieke Universiteit van Leuven. Al tijdens zijn studententijd presenteerde hij met groot succes het allereerste rock 'n rollmuziekprogramma op de radio. Zijn humoristische, ironische bindtekstjes, sterk beïnvloed door Godfried Bomans, waren nieuw en verfrissend. Vanaf 1961 werkte hij als freelancejournalist geregeld voor Humo en van 1969 tot aan zijn pensioen in 2003, was Guy Mortier hoofdredacteur van Humo. Daarna werkte hij nog voor het blad als creatief adviseur.
De vraag is natuurlijk of de 'oude garde', zoals De Standaard Mortier en co. noemt, het tij voor Humo kan doen keren.
Ik gun het streek- en collegegenoot van lang geleden, Guy Mortier, van harte. Maar ik durf het te betwijfelen. De neergang van Humo is m.i. niet te wijten aan slechte journalistiek. Aan talentrijke journalisten heeft het blad nooit gebrek gehad. Mortier had een goede neus voor (opkomend) journalistiek talent en loodste ze naar 'zijn' blad.
Nee. De tijden zijn veranderd. De snelle ontwikkelingen in de mentaliteit en de cultuur van vooral jonge mensen, vanaf de jaren 60, maakten de steile opgang van Humo mogelijk, omdat het blad daar onder leiding van Mortier, perfect op inspeelde. Humo sloot naadloos aan bij de links-progressieve jongere generatie en maakte zowel in de keuze van onderwerpen als in de journalistieke schrijfstijl van het 'épater le bourgeois' een erezaak.
De tijden zijn veranderd. Er is niet alleen het verwoestende effect van de digitalisering op de gedrukte media. Maar vele jonge mensen zijn weggegroeid van een links-progressieve maatschappij- en cultuurvisie en hebben zich genesteld in een behaaglijk, rechts-liberaal burgerlijk cocon.
Kunnen 'bejaarden' als Guy Mortier (72), Yves Desmet (56), Jörgen Oosterwael (52), de geest van Humo bewaren en toch nieuwe jongere lezers aantrekken? Of moeten zij zich richten op de vijftigplussers, die nog wel affiniteit hebben met de thematiek en de stijl, die Humo jaren geleden groot hebben gemaakt?
06-12-2015 om 21:03
geschreven door Gust Adriaensen
'Alleen kunnen we niets. Samen kunnen we alles' (4)
In Elsevier van 28 november 2015, verschenen negen gedachten van Hans Hillen uit zijn boek 'God vergeten'
---------------------------------------
Het geloof verdwijnt uit de samenleving, maar kunnen we wel zonder?
4. Wonderen - De tijd is wat wij er zelf van maken
De overheid kan een zieke samenleving niet gezond maken. Het moet van de mensen zelf komen, want daar zit de kwaal. Pas als genoeg mensen zich verzetten, zal kwaad in de samenleving wezenlijk kunnen worden teruggedrongen. Wetgeving is niet afdoen¬- de, vraag het God en zijn Tien Geboden. Toezicht is evenmin de reddende oplossing. Toezicht helpt ordenen, maar noodt tegelijk tot ontduiking. Indien moreel besef niet wordt gedragen door de massa van individuen, is elke correctie van buitenaf illusoir of ten hoogste incidenteel.
Stevige en consequent doorgevoerde sancties, zoals boetes voor te hard rijden, helpen zolang dat systeem werkt, maar een onbewaakt stuk snelweg blijft uitnodigend. Bovendien moet zulk een systeem wel voldoende begrip ontmoeten. Toezicht zonder begrip leidt tot verzet en uiteindelijk tot burgerlijke ongehoorzaamheid. Dan is het gezag helemaal weg.
Menselijk tekortschieten is in essentie het materiaal voor de oneffenheden in onze maatschappij. Omgekeerd, collectief intrinsiek goed gedrag straalt uit van een samenleving. Daar is het goed toeven. Kerkvader Augustinus heeft dat adequaat onder woorden gebracht. Ook in zijn tijd werd er vaak gemopperd dat de tijden slecht waren. Zijn antwoord luidde: ‘Wij zijn zelf de tijden. De tijden zijn wat wij ervan maken.’
06-12-2015 om 12:39
geschreven door Gust Adriaensen
05-12-2015
'Alleen kunnen we niets. Samen kunnen we alles' (3)
In Elsevier van 28 november 2015, verschenen negen gedachten van Hans Hillen uit zijn boek 'God vergeten'
---------------------------------------
Het geloof verdwijnt uit de samenleving, maar kunnen we wel zonder?
-----------------------------------------
3. Zingeving - Over religie en zedenleer
Nu in onze wereld de religie voor velen is vervaagd, of slechts in beeld is als restant van wat wordt beschouwd als een soort primitief groepsgedrag van vroeger met onvrijheid en geweld als symbolen, verdwijnt ook allengs het idee van leven in het licht van de eeuwigheid. Daarmee wordt een tot nu toe belangrijk kader voor een algemeen aanvaarde zedenleer verlaten. Het moet onder ogen worden gezien dat dit geleidelijk nog meer sleet gaat brengen in de individuele en in de publieke moraal.
Eeuwenoude waardepatronen, die soms verse impulsen kregen, zoals in de diepte door Christus en later in de breedte door het humanisme of door voortreffelijke en inspirerende tijdgenoten, verdwijnen niet op stel en sprong. Maar waardepatronen zijn wel als een bos bloemen. Eenmaal geplukt wordt hun schoonheid eindig en zonder wortels maken de stelen geen nieuwe bloemen meer. Waardepatronen hebben worteling nodig in een onderliggende zedenleer om te blijven voortleven. Religie is daar een duurzame voedingsbodem voor, zo is door de eeuwen heen gebleken.
05-12-2015 om 12:17
geschreven door Gust Adriaensen
04-12-2015
Pater Daniël Maes in Syrië
X/29 Vrijdag 4 december 2015
Peace People
Van woensdag tot zaterdag (25-28 november 2015) logeerde de internationale vredesdelegatie, onder leiding van Mairead Maguire, Nobelprijswinnares voor de vrede in ons klooster. Deze reis en het verblijf werden voorbereid en georganiseerd door moeder Agnès-Mariam. De leden hiervan stelden we vorige week al voor. Ziehier het vervolg van hun verblijf. Donderdagmorgen celebreerde ik samen met father Timothy en father Andrew, waarbij father Timothy een kort sermoen gaf met Engelse humor. Na het ontbijt vertrokken we met de groep naar Qara, waar we ontvangen werden door de gouverneur, de burgemeester en zijn hele staf op het gemeentehuis. Vandaar ging het naar de centrale moskee, die eens de St. Nikolaaskerk was, gebouwd op een heidense tempel, waar we zittend op het tapijt enkele ogenblikken samen in stilte baden voor de vrede. Dan bezochten we de St. Michaels kerk van onze byzantijnse, katholieke priester abouna Georges en het 5e eeuwse orthodoxe kerkje. Uiteraard hebben we ook hier samen gebeden voor vrede. De boodschap was ook overal dezelfde: Syriërs van verschillende afkomst en geloof zijn en blijven één familie. Herhaaldelijk stelden ze het zo voor: Syrië is en blijft ons aller moeder, die zorg draagt voor al haar kinderen. Aan buitenlandse mogendheden wordt dringend gevraagd op te houden met liegen over Syrië, de terroristen niet te blijven steunen en te zorgen dat de soevereiniteit van het volk gerespecteerd wordt. Vandaar ging de groep naar Homs om daar het volk en de gouverneur te ontmoeten. Er werd ook een bezoek gebracht aan het graf van de vermoorde Nederlandse pater Jezuïet Frans Van der Lugt. ’s Avonds terug in Mar Yakub vierden we heel plechtig de vespers van de vooravond van het feest van onze patroonheilige Jakob de Verminkte: kaarsenprocessie met de icoon van de heilige Jakob, zegening van brood en wijn, zegening met gewijde olie (lees zijn boeiend levensverhaal: http://www.maryakub.net/english/life-in-syria-our-community/saint James; of in de Franse versie). Dan een feestelijke maaltijd, waaronder een sketch dat de overgang van harmonie naar oorlog in Syrië uitbeeldde en eindigde met een herwonnen vrede. De zak met papierproppen die tijdens de sketch gebruikt was om de oorlog uit te beelden werd daarna al vlug benut. De internationale vredesdelegatie veranderde even in een groep kleine kinderen die elkaar met papierproppen bekogelden. Een heerlijke avond die in vrede eindigde.
Op stap met de patriarch
Vrijdagmorgen stond de groep klaar om te vertrekken toen patriarch Gregorios III Laham toekwam met zijn chauffeur en secretaris. Een merkwaardig moment. De patriarc was al sinds zes jaar niet meer hier geweest, nu komt hij op het feest van onze patroonheilige, die de heilige is van de eenheid van de Kerk, op een moment dat een internationale groep aanwezig is. We gingen samen in de kerk even bidden en zingen op deze feestdag van de hl. Jakobus de Verminkte. Na een tas koffie in de hal vertrokken we naar het Noorden, langs Homs naar de kuststad Tartous. Het zou een zeer drukke dag worden. Onderweg keken we met heimwee en pijn naar de plaatsnamen zoals Qousseir, waar rebellen zoveel dood en vernieling hebben gezaaid. Langs de weg was er evenwel niet zo veel van te merken. Naargelang we de kust naderden zagen we meer en meer serres tot grote velden toe. Hier is water en een rijke landbouwcultuur. Toen we eindelijk in Tartous arriveerden stond een menigte ons op te wachten met Syrische vlaggen en . foto’s van de president. De patriarch heeft hier samen met moeder Agnes-Mariam de derde “hospitainer” (mobiel hospitaal) ingewijd, bedoeld voor Idlib, helemaal in het noorden van het land. Er werd een kleine plechtigheid geïmproviseerd door de notabelen om onze groep te verwelkomen en daarna werden hulpgoederen uitgedeed en bezochten we de opslagplaats van al die goederen. Al de leden van onze groep kregen een pakje chocolade die ze daarna al vlug en spontaan aan de kinderen uitdeelden. In Tartous hebben we nog verschillende andere plaatsen bezocht. Vooreerst het centrum van de National Defence Force waar we gebeden hebben voor de martelaren. Het zijn vrijwilligers, een soort paramilitairen, die hun leven hebben gegeven voor het volk. Hun foto’s werden aangebracht op een heel lange muur, een eindeloze rij. Vervolgens trokken we naar de moskee die toegewijd is aan Onze Lieve Vrouw, een unicum. We werden er ontvangen door enkele imams en hebben samen een ogenblik gebeden. Een imam zong de bekende soera over Maria uit de Qoran, met de patriarch baden we het Onze Vader en het Weesgegroet. Het was alsof Onze Lieve Vrouw van Fatima (dit Portugese dorpje is genoemd naar de dochter van Mohammed) ons suggereerde dat zij voor de bekering van de moslims zal zorgen als wij er haar om vragen! Daarna werden we ontvangen door de minister van religieuze zaken en de gouverneur van Tartous. De ontmoeting tussen de patriarch en de minister was meer dan hartelijk. Je ziet dat het persoonlijke vrienden zijn, wat ook uit hun toespraken bleek. In haast nam de groep een maaltijd, samen met de patriarch, de minister en de goeverneur. Hierna vertrok de patriacht “om voor het vallen van de duisternis” thuis te zijn. De groep ging daarna naar een groot plein naast een ziekenhuis, waar de martelaren van de recente bevrijding van het militiar vliegveld van Kuweiri (Aleppo) geëerd werden. Het was een bijzonder emotioneel gebeuren. Een mensenmassa was hier samen gestroomd. De families droegen grote foto’s van de gedode soldaten, waarvan sommigen nog heel jong waren. Vrouwen, moeders en kinderen weenden luid toen de kisten, gehuld in de Syrische vlag, uit een container door de mensenmassa gedragen werden. Hier voelden we de eenheid van het volk rond zijn helden en de eerbied voor hen. Hier beseften we wat al herhaaldelijk was gezegd: er zijn maar twee groepen, het leger met het Syrische volk en de terroristen met hun buitenlandse steun en hun leugens over een burgeroorlog. Een kleine jongen van vier jaar kwam naar voren, bracht plechtig de soldatengroet en declameerde met heldere stem een hulde aan zijn vader en alle gedode soldaten: “mabroek, mabroek, proficiat, proficiat, jullie zijn niet dood maar leven bij God!” Hierna verlieten we Tartous en reden terug naar Homs om ontvangen te worden door P. Michel, een Syriac-katholieke priester, een van de bezielers van de verzoening. Bij het binnenrijden van Homs hadden we de verschrikkelijke verwoestingen aan de gebouwen al gezien. Hij en zijn groep vertelden nu hoe zij tijdens die dramatische 2,5 jaar belegering door de terroristen, geleefd en overleefd hebben. Vanaf het begin waren ze vast besloten om alle mogelijke middelen aan te wenden om tot verzoening te komen. Nadat p. Michel gesproken had nam ook een scheich het woord en zei: “We drukken ons meeleven uit met het lijden van het Franse volk voor de aanslagen in Parijs, maar niet jegens de Franse regering die hier deelneemt aan de verwoestingen.”
Een persmededeling
De verschillende leden van de groep denken na over de meest efficiënte bijdrage, die elk kan geven voor de vrede. De Anglicaanse priester van Winchester, die raadgever is voor interreligieuze aangelegenheden, zal naar de aartsbisschop van Canterbury gaan om de Britse plannen voor een militaire interventie in Syrië ten sterkste af te keuren. In tegenstelling tot ons land, wordt door de Britse regering en volk wel degelijk geluisterd naar de aartsbisschop van Canterbury. Hopen maar dat het toch enig effect heeft. Vanuit Ma’aloula zullen ze ook een oproep lanceren samen met kinderen die vragen op te houden met het bombarderen van het volk en het land. In Damascus heeft de groep op 30/11/15 een persmededeling gegeven voor politici en journalisten met de volgende inhoud. Respecteer de soevereiniteit van het Syrische land en volk, hoe op met alle bemoeienissen en vooral met het sturen en steunen van gewapende groepen, stop met de leugens over hetgeen er hier gebeurt, hef de onrechtvaardige sancties tegen het volk op, help de massa Syrische vluchtelingen in het land zelf. Aan de geloofsgemeenschappen werd gevraagd om een krachtig standpunt in te nemen dat alle geweld afzweert. De mededeling eindigt met een dankwoord aan patriarch Gregorios III, aan de Groot Mufti Ahmad Badreddin Hassoun, aan moeder Agnès-Mariam en Sjeich Sjarif Martini. Moge hun oproep gehoord en nagevolgd worden.
Een geheel onverwachte wending
Hafez al-Assad, de vader van de huidige Syrische president heeft ooit in een stilzwijgend akkoord moeten toestaan dat Turkije 8 km van de noordgrens van Syrië mocht gebruiken om zich te verdedigen tegen de PKK van Abdullah Öcallan. Vanaf het begin van de oorlog tegen Syrië heeft Turkije hiervan gebruikt gemaakt om er terroristenkampen te huisvesten. In 2011 werden van hieruit 80.000 bedrijven en bedrijfjes van Aleppo, het economisch hart van Syrië, overvallen en geplunderd. De machines werden overgebracht naar Turkije. We herinneren ons de algemene verslagenheid nog goed. Vanuit de internationale gemeenschap kwam geen .protest. Sinds de komst van de Russen in Syrië ijveren Turkije, Israël en Frankrijk voor de bevrijding van N. Syrië en N.Irak, niet om die gebieden terug te geven, maar om er hun eigen, zeer uitgebreide kolonie te vestigen door middel van een groot onafhankelijk Koerdistan, dat Syrië en Irak (nog meer) in stukken moet breken. Op 24 november verwittigen de Russen het hoofdkwartier van de NAVO dat ze in die grensstreek gaan bombarderen. Het Russisch vliegtuig is 17 seconden over het Turks grondgebied geweest, daar waar Turkije met een tip in Syrië dringt. De Turken hebben het neergehaald (met goedkeuring van de NAVO en VS) boven Syrisch grondgebied. De bedoeling is duidelijk. Turkije wil het Syrisch grondgebied van 8 km niet alleen behouden maar uitbreiden en de Russen verplichten om zich te beperken tot de rest van het land. Voor Poetin is dit echter een dolksteek in de rug vanwege iemand die met de terroristen meedoet. Hij klaagt Turkije aan voor de organisatie van de verkoop van de gestolen olie voor Daesh. In een persconferentie van 2 december op het Russisch ministerie van landverdediging hebben enkele generaals met recente satellietbeelden duidelijk gemaakt hoe die smokkel precies verloopt vanuit drie centra waarbij duizenden tankwagens betrokken te zijn en... de familie van de Tukse president. Verder klaagt Poetin Turkije ook aan voor zijn terroristenkampen in Noord Syrië. Poetin reageert efficiënt. Vooreerst zijn er enkele economische sancties. Aan de 4, 5 miljoen Russen die op vakantie gaan naar Turkije wordt gevraagd een andere bestemming te kiezen en de Turken krijgen geen visum voor Rusland. Geen enkel nieuw contract met Turkije mag gesloten worden en er worden beperkingen van import en export opgelegd. Rusland kan die producten elders wel krijgen. En om te tonen dat het menens is heeft Rusland 30 extra jachtvliegtuigen, voorzien van raketten voor zelfverdediging ingezet. Tenslotte werden in Lattaquie de Russische S 400 luchtraketten geïnstalleerd met een reikwijdte van 600 km, zodat ze tot een stuk in Turkije het luchtruim kunnen beheersen. De coalitie o.l.v. de VS met Turkije en Frankrijk op kop, hebben meteen al hun vluchten boven Syrië gestaakt. Al maanden ijvert Turkije voor een internationaal erkende no-fly-zone boven N Syrië, zodat de Syrische luchtmacht verlamd zou worden. De Russen hebben in één klap de rollen omgekeerd. (Thierry Meyssan, Pourquoi la Turquie a-t-elle abattu le Soukhoi russe? Réseau voltaire, 30 november 2015).
De leugens van de mythen en de waarheid van het evangelie
In drie voorafgaande afleveringen heb ik getracht het originele gedachtegoed van René Girard (1923-2015) kort weer te geven. Hij kan ons iets leren over het geweld., wat ons vertrekpunt vormt. (Het wereldgebeuren: een chaos van toenemend geweld). Hierbij stelden we de persoon voor. Vervolgens gaven we de kern van zijn boodschap weer, die begint met het mimetisch (nabootsend) verlangen en eindigt met de collectieve uitdrijving van een slachtoffer, een zondebok (Van het “verlangen” naar de “zondebok”). Tenslotte toonden we hoe hij de onovertroffen grootheid ziet van de bijbelse openbaring en vooral van de passieverhalen van Jezus’ kruisiging, die een radicale breuk in de geschiedenis van de mensheid betekenen, een overgang van sacrificiële offers naar liefde (De bijbel als wereldliteratuur).
De zienswijze van René Girard is vrij eenvoudig en tegelijk veelomvattend. Ze raakt de antropologie, de psychologie, de etnologie, de sociologie, de geschiedenis, het christelijk geloof en de bijbelwetenschap. Vanuit sommige wetenschappen werd heftig geprotesteerd tegen zijn opvattingen, maar zonder afdoende bewijzen. Anderzijds trachten meerdere wetenschappers deze zienswijze verder te ontwikkelen. Volgens R. Girard wordt de mensheid met de bijbelse en christelijke openbaring uitgenodigd om over te gaan van een leven met de leugens van de mythen naar een leven in de waarheid van het evangelie. Hoe ver staan we nu, na meer dan twee millennia christelijk geloofsleven?
Jezus’ boodschap is een verwerping van het geweld. Hiermee is het geweld echter niet automatisch verdwenen. Deze boodschap moet nog aanvaard en beleefd worden. “En het licht schijnt in de duisternis, maar de duisternis nam het niet aan” (Johannes 1,5). Jezus past het psalmwoord (35, 19; 69, 5) op zich toe: “Zij hebben Mij gehaat zonder reden” (Johannes 15, 25). Wel werkt de boodschap als gist, zodat het steeds moeilijker wordt om een onschuldig slachtoffer unaniem uit te schakelen. Het geweld evenwel blijft voortduren en bovendien wordt het steeds gewelddadiger en omvangrijker omdat de technische mogelijkheden daartoe steeds groter worden.
We willen hier maar één enkele voorbeeld aanstippen. De oorlogen tegen Irak, Libië, Syrië tonen aan dat de leugens en het geweld jegens onschuldigen onverminderd verder gaan. Alle elementen van het archaïsche zondebok-mechanisme uit de mythen vinden we hier terug. De VS–Israël, met hun westerse en Arabische vazallen zijn jaloers op de onafhankelijkheid, harmonieuze samenleving en bodemrijkdommen van die landen. Zij verlangen wat die landen hebben. Voor Syrië komt er nog de uiterst belangrijke strategische ligging in het Midden Oosten bij. Uiteindelijk gaat het wellicht vooral om de doorvoer van gas en olie langs Syrië, zodat de gazprom van Rusland kan geboycot worden. Er wordt een oorlog ontketend met veel geweld, moorden en verwoestingen. Om dit onrecht te rechtvaardigen wordt een schuldige aangeduid, een zondebok. Rond de persoon van de president wordt een web van leugens geweven, die in de openbare opinie worden gebeiteld. De moorden en de verwoestingen in het land worden voorgesteld als een grote weldaad, een bevrijding voor het volk. Niemand voelt zich schuldig en niemand heeft persoonlijk contact met de persoon van de president of met de onschuldige slachtoffers. Toch heeft ook de waarheid van het Evangelie zijn invloed uitgeoefend. Er is geen eensgezindheid. Sommigen blijven de onschuld van de slachtoffers verdedigen en Syrië blijft in een grote eenheid weerstand bieden. Meerderen zijn in staat om de leugens en het bedrog van de moordenaars te doorzien. Het geweld dat als weldaad wordt voorgesteld is wel onnoemelijk gruwelijker dan ooit voorheen. Werd in de mythen één slachtoffer, eventueel met heel zijn familie gedood, de Amerikaanse oorlogen tegen Irak hebben twee miljoenen doden gekost, waarvan meer dan een half miljoen kinderen. En de president die hiervan de verantwoordelijkheid draagt, geniet nu op zijn ranch van een luxueus pensioen. Zullen ooit deze top-misdaden en volkerenmoorden voor het wereldforum ontmaskerd worden? P. Daniel
04-12-2015 om 16:50
geschreven door Gust Adriaensen
'Alleen kunnen we niets. Samen kunnen we alles' (2)
In Elsevier van 28 november 2015, verschenen negen gedachten van Hans Hillen uit zijn boek 'God vergeten'
Het geloof verdwijnt uit de samenleving, maar kunnen we wel zonder?
2. Zingeving - Over religie en zedenleer
'In periodes waarin individuele vrijheid hoog wordt gewaardeerd, zoals in onze jaren in het Westen, verliest de collectieve moraal aan kracht. Aanvankelijk is dat geen probleem. De boog kan te gespannen zijn en op zoek naar evenwicht wordt zelden precies bij de balans halt gehouden. Maar als vrijheid doorslaat in vrijblijvendheid is dat hachelijk, want dan erodeert de intrinsieke weerstand van het menselijk groepsverband. Vertrouwen verliest het in toenemende mate van achterdocht. Sterken en zwakken wapenen zich daartegen met cynisme. Het is in deze jaren te zien in de westerse samenlevingen. De menselijke reparaties schieten vervolgens tekort. Waar samenleving en politiek aan de religie voorbijgaan, resten wetten, regels en toezicht om gewenst gedrag af te dwingen. Steeds meer wetten en steeds meer toezicht. Hierin zit het risico dat dit ten slotte uitmondt in totalitarisme, omdat elke vluchtroute moet worden afgesloten met weer nieuwe regels en nog meer controle.
Dit voortmodderen laat het kostbare integratiemiddel liggen van persoonlijke moraal op basis van zingeving. Dat is niet in het belang van de ontwikkeling van de menselijke gemeenschap, slechts op korte termijn in het belang van een elite. Hun slimme advocaten zoeken de ruimte die de zedenleer nooit zal geven, volgens het beginsel dat alles wat niet is verboden, dus is toegestaan. Het eigen geweten kan op een laag pitje.
Hans Hillen (1947) Was leraar, journalist, CDA-Kamerlid, Elsevier-columnist en minister van Defensie.
04-12-2015 om 13:42
geschreven door Gust Adriaensen
03-12-2015
'Alleen kunnen we niets. Samen kunnen we alles' (1)
In Elsevier van 28 november 2015, verschenen negen gedachten van Hans Hillen uit zijn boek 'God vergeten'
Het geloof verdwijnt uit de samenleving, maar kunnen we wel zonder?
1. Overvloed - Ons zwaard van Damocles Een van de kernwaarden van het ‘groene’ geloof is soberheid. Het milieu en daarmee de wereld kunnen alleen worden gered als de mensen hun economische groei matigen. Het is het doemscenario van de eindtijd. Is het allemaal waar? Niet per definitie, maar bijna elke religie heeft wel een dreiging boven de mensheid hangen, zoals het zwaard ooit boven Damocles hing. Dat gebeurde in Syracuse en het was bedoeld om Damocles te laten gewaarworden dat je steeds door gevaren bent omgeven. Terwijl hij overvloedig aan het dineren was, hing het zwaard boven hem aan één paardenhaar. Toen hij het ontdekte, schrok hij zich een ongeluk en zijn eetlust was voorbij. De dreiging van het klimaat is net zulk een horrorscenario en moet onze onblusbare lust tot consumeren stoppen. Nog sterker, de mogelijke ramp en ons gedrag worden rechtstreeks aan elkaar gekoppeld, alsof het een straf is voor de zonde. In die zin heeft een sterk ecologische oriëntatie veel weg van een hedendaags soort religie, waarbij ontzagwekkende beelden worden gebruikt om de mensen op gedrag te sturen. Geloof en bijgeloof zitten de mens in zijn genen, omdat er steeds dingen blijven die zich niet onmiddellijk laten verklaren. Daarom is het zondebesef een uitstekend motief om mensen te beïnvloeden.
Hans Hillen (1947) Was leraar, journalist, CDA-Kamerlid, Elsevier-columnist en minister van Defensie.
03-12-2015 om 20:39
geschreven door Gust Adriaensen
02-12-2015
Wim Delvoye zal het eens goed zeggen...
Kunstenaar Wim Delvoye, ja die van de getatoeëerde varkens , de kakmachine en röntgenfoto's van orale seks, krijgt naar aanleiding van zijn solotentoonstelling in Iran, van De Standaard een hele bladzijde om de lof te zingen van de islamitische republiek Iran.
Een bloemlezing:
-Ik heb helemaal geen censuur ervaren bij de voorbereiding van de expositie.
-De perceptie van het Westen over Iran is helemaal verkeerd, het is geen land van extremisten.
-Iran heeft een efficiëntere vorm van democratie en functioneert beter dan België.
-Iran heeft een sterke sociale zekerheid en telt enorm veel universitair geschoolde mensen.
-Het niveau van het universitair onderwijs is ook hoger dan bij ons, net als dat van de kranten.
-Het is een fantastisch land.
-Dat Iran de vrouwen- en mensenrechten met de voeten treedt, is een mantra die journalisten altijd herhalen.
-Er is een strikte scheiding tussen mannen en vrouwen. Maar zo'n scheiding heeft toch ook zijn charme?
-In Iran heb je als kunstenaar veel meer vrijheden dan hier.
En de kwaliteitskrant De Standaard laat Delvoye maar zijn zeg doen, zonder kritische bedenkingen, zonder tegengas te geven.
Veronderstel dat een Iraanse migrant, een linkse politicus, een imam, ... dergelijke uitspraken deed, het land zou op zijn kop staan.
En terecht. Want het is niet moeilijk om te weten te komen dat Iran veel meer een theocratie is, waarin de hoogste geestelijke leider het uiteindelijk voor het zeggen heeft dan een democratie, dat het Iraanse regime de vrijheid van meningsuiting beperkt en de 'Universele verklaring van de rechten van de mens' niet respecteert, dat het martelpraktijken, verminkingen en de doodstraf uitvoert. Dit ondanks de sterke internationale kritiek, diverse beslissingen van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties en de Mensenrechtencommissie van de Verenigde Naties. Sinds 2005 is inderdaad volgens rapporten van Amnesty International in Iran zowel het aantal verrichte executies als het aantal mensen dat willekeurig gevangen is gezet sterk toegenomen. Volgens rapporten van onder andere de Internationale federatie voor de mensenrechten (FIDH) voltrekt Iran na China de meeste executies, en kent het van alle landen ter wereld de meeste executies per hoofd van de bevolking.
02-12-2015 om 13:57
geschreven door Gust Adriaensen
01-12-2015
'Geef jongeren een perspectief'
De Molenbeekse bokstrainer Tom Flachet:
'Wat we meemaken, is niet een probleem vanenkelen, maar van een hele generatie. Niet allen radicaliseren, maar het zal niet ophouden als er niets verandert aan de omstandigheden waarin jongeren in Brussel leven. We moeten hen hoop geven, een perspectief.'
01-12-2015 om 09:25
geschreven door Gust Adriaensen
30-11-2015
'Vrees de andere niet'
Paus Franciscus tijdens zijn bezoek aan de Centraal-Afrikaanse Republiek:
'Weersta de verleiding om anderen te vrezen omdat zij geen deel uitmaken van onze etnische groep, omdat ze niet onze politieke overtuigng of ons geloof delen.'
Een raad die natuurlijk ook Europa kan gebruiken.
30-11-2015 om 08:49
geschreven door Gust Adriaensen
28-11-2015
Pater Daniël Maes in Syrië
X/28 Vrijdag 27 november 2015
IJveraars voor vrede en verzoening
.Woensdagavond kwamen moeder Agnes-Mariam en zr. Carmel toe met een groep vredesactivisten en ijveraars voor verzoening, onder leiding van de Ierse Nobelprijswinnares Mairead Maguire. Andere leden waren Maria, een Russische, een Sharmine, een Iraanse, Justina, een Poolse, de Anglicaanse priester father Andrew van Winchester, de Engelse father Timothy Radcliffe, de voormalige generale overste van de dominicanen, een Libanees afkomstig uit Ma’aloula (Syrië), Marco, een Belgische (de enige) politicus... allen samen vijftien mensen. Later kwamen nog twee Indiërs, een hindoe en een moslim. De groep had zich een week eerder aangemeld maar dan werd hun visum ingetrokken en op het laatste nippertje weer gegeven. De voorbije dagen was er hard gewerkt om binnen de beperkte ruimtes waarover we in deze oorlogstijd kunnen beschikken, voldoende kamers te voorzien. Deze morgen hadden we nog in allerijl een kamer ontruimd, geschilderd, geschuurd en als slaapkamer ingericht. Tijdens het avondgebed kwam de groep in de kerk toe. Daarna kregen ze een summiere rondleiding en een goed avondmaal in het atrium. Het licht viel meerdere keren uit zodat er kaarsen werden voorzien. Het was erg boeiend om kennis te maken. Father Timothy was voor het eerst in Syrië en voelde zich thuiskomen, zo zei hij, omdat hier de wieg van het christelijk geloof staat. Hij kende ook een van onze Antwerpse, diocesane priesters die naar de dominicanen was overgegaan. Mairead Maguire zou graag zien dat het hoogste kerkelijk gezag Jesus’ boodschap van “no violence, no war”” in een duidelijke verklaring zou geven. De man uit Ma’aloula vertelde hoe de terroristen, toen ze het dorp innamen, alle christelijke verwijzingen uit de 1e en 2e eeuw hebben vernietigd. Sommige kostbare kunstschatten uit latere eeuwen werden ongemoeid gelaten, maar de minste verwijzing naar het allereerste christendom werd uitgewist. Hierachter ziet hij het sluwe plan van zionisten om tot een groot, zuiver joods Israël te komen. De jonge Russische vrouw leeft in Optina, in de schaduw van een orthodox klooster met 200 monniken, waarmee ze verbonden is en waar ze ook haar geestelijke leidsman heeft. Vooraleer we naar onze slaapstede trokken, bad zij nog een lang avondgebed voor in het Russisch, bij de ikoon van onze patroonheilige St. Jaak, waaraan we met enkelen deelnamen. Donderdag en vrijdag zijn we met de groep meegereisd. Vrijdag was een heel bijzondere dag. ’s Morgens arriveerde de patriarch waarmee we naar Homs en verschillende plaatsen in Tartous reisden en meerdere boeiende ontmoetingen hadden. Deze internationale groep zal met een sterke boodschap van hier vertrekken. Daarover hopen we volgende keer te schrijven. We kwamen vrijdagavond laat en moe thuis, zodat ik mijn wekelijks bericht ook niet eerder kon versturen. (N.B. Ter informatie. Onze Portugese medezuster Myri schreef op maryakub.net, Franse website veertien dagen geleden een goed artikel over de situatie van de christenen in onze streek en de wijze waarop we kunnen helpen: La situation précaire dans notre région).
De strijd tegen het terrorisme: één grote leugen
Rusland heeft met de steun van Iran, Hezbollah en in samenwerking met Syrië en Irak een radicale ommekeer bewerkt. Onze Atlantische pers blijft dit zo veel mogelijk verzwijgen of bekladden door valselijk te berichten dat Rusland Daesh niet bestrijdt maar burgers doodt. Toch weten de grootmachten zeer goed dat Rusland grondig en systematisch de terroristen uitschakelt. Daarom willen ze nu plots meedoen om de eer voor zich op te eisen en... Syrië verder te vernielen. De VS, Turkije, Frankrijk, Engeland, Saoedi-Arabië, Qatar... ze willen hier allemaal (nog meer) komen vechten. Zullen zij, die vijf jaar lang onafgebroken aan de ontwrichting van Syrië gewerkt hebben, nu Syrië komen bevrijden van terroristen? Hoe kun je terroristen blijven steunen, bewapenen, beschermen en dan zeggen dat je ze komt bestrijden? Draai eerst de kraan dicht vooraleer je begint op te ruimen! In feite is de derde oorlog tegen Syrië begonnen. De eerste oorlog was de zogenaamde “Arabische lente” van februari 2011 tot januari 2013, gelanceerd door de VS en hun vrienden (o.a. de NAVO) om de Arabische lekenregeringen omver te werpen en te vervangen door moslimbroeders (de Jasminrevolutie in Tunesië, de Lotusrevolutie in Egypte, de chaos in Libië en Syrië). Syrië hield echter stand. Hierop volgde de tweede oorlog tegen Syrië, van juli 2012 tot oktober 2015, gelanceerd door Frankrijk en de VS (Hillary Clinton, J. Feltman, D. Petraeus...), geholpen door Israël, Turkije, Saoedi-Arabië, Qatar en multinationals zoals Exxon-Mobil. Het doel was niet meer de president omverwerpen maar het land laten leegbloeden met aanslagen, vooral door het Syrische leger uit te schakelen. Veruit het grootste deel van alle slachtoffers in Syrië zijn soldaten (mogelijk meer dan 100.000!) De Russen hebben dit plan verijdeld. Daarop is, sinds deze maand, de derde oorlog tegen Syrië begonnen met dezelfde actoren maar nu vooral geanimeerd door Israël en Frankrijk. Nadat Poetin met duidelijke beelden heeft aangetoond hoe de gestolen petroleum vervoerd wordt naar Turkije en illegaal verkocht, is er een akkoord om de petroleumvrachtwagens van de familie Erdogan te vernietigen. Er schijnt ook een akkoord te zijn om het geld van de banken van Daech te blokkeren (?) Verder is er de UNO-resolutie 2249 van 20 november 2015. Rusland heeft meerdere pogingen gedaan om tot een gezamenlijk akkoord te komen om Daech te bestrijden, maar de gezonde voorstellen van Rusland werden telkens afgewezen. Uiteindelijk is de internationale gemeenschap er in geslaagd om een voorstel van Frankrijk goed te keuren, waardoor iedere militaire actie gerechtvaardigd is om Daech te verslaan. De dubbelzinnigheid zit hierin dat deze resolutie kan geïnterpreteerd worden als zelfverdediging (daarvoor moesten de aanslagen in Parijs dienen) zodat in feite de soevereiniteit van Syrië en Irak omzeild, dus ontkend wordt. Het eerste wat Fr. Hollande ook zei na de aanslagen in Parijs was: B. al Assad is de schuld van deze aanslagen! De grootmachten zullen nu Noord Syrië van de terroristen bevrijden. Denk niet dat het hun bedoeling is Noord Syrië terug aan Syrië te geven, integendeel. Rabin Wright publiceerde in 2013 al een kaart van het herschikte Midden Oosten. Hierin is een Soennistan voorzien, te paard op Syrië en Irak zodat deze landen al in stukken gebroken worden. Dit is het werk van het islamitisch kalifaat vanaf juni 2014. Verder is er echter een groot onafhankelijk Koerdistan voorzien, geleid door Massoud Barzani, agent van de Mossad, door Engeland en de VS reeds geïnstalleerd. Voor Israël en Frankrijk moet dit gerealiseerd worden in 2016, hoewel het geen enkele wettelijke grond heeft. Het is pure colonisatie. Hiermee zou in werkelijkheid het “Grote Israël” verder worden voorbereid. Verder is er op deze kaart een onafhakelijk gebied voorzien voor allawieten en druzen ten westen van Syrië. Voor christenen is er geen eigen ruimte voorzien omdat zij te zeer bewerkers zijn van vrede, strabiliteit en soevereiniteit. Bovendien zijn zij bij uitstek de getuigen van het onrecht van het westen. Zij moeten dus verdwijnen of uitgemoord worden (Th. Meyssan, La France et Israël lancent une nouvelle guerre en Irak et en Syrie, réseau voltaire, 32 november 2015). Bidden en hopen dat Rusland ook deze derde oorlog samen met het Syrische volk kan verijdelen Obama en Hollande hebben dus besloten een grote coalitie op te zetten tegen Daesch. En nu gaan ze Rusland uitnodigen om mee te doen. Hierbij hebben ze natuurlijk wel voorwaarden voor Rusland. Alleen Daesh mag bestreden worden en niet de “gematigde” rebellen. En verder moet de huidige president weg. Heel onze Atlantische pers trapt er in. Toppunt van huichelarij! Dit is zo potsierlijk dat het misschien toch een ommekeer kan bewerken zodat men moreel verplicht wordt met Syrië en Rusland samen te werken. Dat hopen we. . De bijbel als wereldliteratuur (III)
René Girard (° Avignon, 25 december 1923 + Stanford, 4 november 2015) is het grondig oneens met de moderne wetenschap, voor zover ze aan de bijbelse openbaring geen wetenschappelijke waarde wil toekennen. Volgens hem moet de bijbel ook gelezen kunnen worden zoals de grote werken van de wereldliteratuur. Hierbij ontdekt hij een soort bijbelse of evangelische antropologie. De bijbel werpt voor hem een geheel nieuw licht op de samenleving en bewerkt een breuk in de geschiedenis van de mensheid. Het gaat dus niet over de christelijke boodschap vanuit het geloof of vanuit het kerkelijk leergezag. Hij spreekt deze ook niet tegen, integendeel. Hij toont hoe geloof en rede, wanneer ze authentiek zijn, elkaar verrijken. Een ommekeer De verhalen uit de bijbel tonen helder aan hoe het nabootsend verlangen, nl. de slechte navolging, in de samenleving bron van geweld wordt. Adam en Eva mogen onbeperkt van alle bomen eten in het paradijs, maar wel in respect voor God die de boom van het leven en van de kennis van goed en kwaad heeft geplant. Eva neemt echter het verlangen van de duivel over door juist van die verboden boom te eten. En Adam neemt gewoon het verlangen van Eva over. De breuk met God bewerkt de breuk in alle andere relaties. Kaïn is jaloers op het welbehagen dat rust op het offer van zijn broer Abel. Abel als model wordt rivaal “en toen zij buiten waren, viel Kaïn zijn broer aan en vermoordde hem” (Genesis 4, 8). De aartsvader Jozef is de lieveling van zijn vader Jakob. De broers zijn zeer jaloers en verkopen hem als slaaf. Na veel lijden wordt Jozef uiteindelijk onderkoning in Egypte en zorgt voor de bevoorrading op het ogenblik dat een algemene hongernood uitbreekt. Ook zijn broers komen ten slotte bij hem graan halen om te overleven. Hij herkent hen, zij herkennen hem niet. Zij vertellen hem dat nog één broer thuis is, de (andere) lieveling van zijn vader, Benjamin. Jozef maakt het hen moeilijk, lokt hen in de val, eist dat de volgende keer Benjamin er bij is, laat hen bij hun terugtocht overvallen en laat uit de zak van de onwetende Benjamin de koninklijke beker halen. Zij worden aangeklaagd als dieven en Benjamin zal de grote schuld moeten dragen. Terug in het paleis van Jozef krijgen de broers aan tafel hun plaats in de juiste volgorde van hun leeftijd. Benjamin, de laatste, krijgt vijfmaal zoveel eten en drank als de anderen. Eens wekte Jozef zelf de heftige jaloezie op van zijn broers. Toen ze Jozef aan Egyptenaren verkochten, zonden ze zijn kleed, met wat bloed besmeurd, naar hun vader: de oude zal wel zien dat het van zijn lievelignszoontje is! Niemand bekommerde zich om het leed noch van Jozef, noch van hun vader. Zullen zij zich nu ook uit jaloezie in opstand komen tegen Benjamin? Neen, er heeft zich een grondige ommekeer voorgedaan. Alle broers zijn bekommerd om Benjamin en om hun vader. Juda zorgt voor de ontknoping door zichzelf op te offeren: “Laat uw dienaar als slaaf van mijn heer achterblijven, in plaats van deze jongen; maar laat hem terugkeren met zijn andere broers. Hoe zou ik zonder de jongen bij mijn vader durven terugkomen? Het leed dat mijn vader dan treft zou ik niet kunnen aanzien” (Genesis 44, 33-34). Het verhaal van Salomo met de twee prostitués is een schitterende illustratie van de mimesis (nabootsing) en werpt tevens al licht op de oplossing. Beide vrouwen hebben in dezelfde tijd en hetzelfde huis een kind gebaard, waarvan een kind gestorven is. Nu brengen ze voor de koning hetzelfde verhaal: haar kind is dood en het mijne leeft. En Salomo beslist: laten we met het zwaard het levende kind in twee snijden, dan heeft ieder de helft. De ene vrouw is onmiddellijk akkoord. Het kind, het zogenaamde voorwerp van haar verlangen, heeft geen belang meer. De andere vrouw zal dan niet meer hebben dan zij. De tweede vrouw echter offert zich op om het leven van het kind te redden en zegt: “... geef het levende kindje maar aan haar en maak het niet dood” (1 Kon 3, 26) en meteen weet Salomo wie de echte moeder is. Juda en deze prostitué-moeder tonen reeds de kern van de boodschap van Jezus “Indien het maar tot u doorgedrongen was wat het zeggen wil ‘ik wil liever barmhartigheid dan offers’ (Hosea 6, 6), dan zoudt gij deze onschuldigen niet veroordeeld hebben” (Mattheus 12, 7).
Geen offers meer maar liefde
Alle culturen, en niet alleen de westerse, zoals de intellectuele mode het nu graag voorstelt, heeft zijn onschuldige slachtoffers en zijn zondebok, aldus R. Girard. De bijbelse boodschap, met als hoogtepunt de evangelieverhalen over de kruisiging van Jezus, is de openbaring van “de godsdienst van alle godsdiensten”, “de uiteindelijke openbaring van al het religieuze”. “De vier evangelieverhalen over de kruisiging hebben een eigen wetenschappelijke waarde – ik wil dit benadrukken – niet alleen omdat zij de waarheid vertellen, maar omdat zij het onopgeloste raadsel van de mythen leren ontcijferen. Dat is in mijn ogen de echte ontdekking van mijn werk, nl. de bijbelse rechtzetting van de leugens van de mythen” (Les origines de la culture, Desclée De Brouwer, Parijs, 2004, blz. 265-6). In de mythen hebben de moordenaars altijd gelijk en de slachtoffers ongelijk. En het onrecht wordt als een daad van rechtvaardigheid voorgesteld. In de bijbel en het Evangelie is het omgekeerd. Oidipoes brengt vloek over Thebe omdat hij met zijn moeder getrouwd is, maar noch hij, noch zijn moeder zijn zich hiervan bewust. Hij werd als kind te vondeling gelegd. Wanneer hij uitgeschakeld is, als de oorzaak van alle ellende, komt er weer even rust. Wanneer Jezus gekruisigd is, komt er helemaal geen rust. De evangelieverhalen tonen overduidelijk aan dat zijn veroordeling het grootste onrecht is en dat Hij geheel onschuldig is. Met zijn dood en de uitstorting van de heilige Geest zal het christelijk geloof zich over de hele wereld beginnen te verspreiden. In het christendom wordt de zondebok “gedesacraliseerd” en erkend voor wat het werkelijk is, een onschuldig slachtoffer dat onrechtvaardig werd vermoord. “Door de onschuld van Jesus aan te duiden, openbaren de Evangelies de onschuld van alle gelijkaardige slachtoffers, veroordeeld door het unanieme geweld en valse lynchpartijen, vanaf de grondvesting van de wereld” (ibidem, blz. 269). Vanuit het geloof voegen we daaraan het volgende toe. Met zijn sterven op het kruis heeft Jezus alle onschuldige slachtoffers van de mensheid tot zich getrokken, vanaf de grondvesting der wereld tot het einde der tijden.
De geschiedenis van alle menselijke beschavingen is in wezen dezelfde. Uit het (slechte) nabootsend verlangen komen na-ijver en jaloezie voort. Rivaliteit wordt geweld dat eindigt in doodslag . Omwille van de invloed van het christendom is het nu niet meer zo gemakkelijk om unaniem een onschuldig slachtoffer aan te wijzen en uit te schakelen. Van dit bloeddorstig mechanisme kunnen we bevrijd worden door de goede navolging, die de bijbelse openbaring brengt en op sublieme wijze geopenbaard wordt in de leer, het leven en de Persoon van Jezus Christus. In het Oude Verbond wordt reeds gesteld dat de mens zijn verlangen niet mag zetten op het huis van een ander, op de vrouw, op het bezit van een ander (Exodus 20, 17). Het eerste mensenpaar is gezwicht voor het “mimetisch verlangen” van de duivel. Jezus zal in de woestijn eveneens verleid worden om het verlangen van de duivel na te volgen, maar Hij zal hieraan weerstaan: “Toen zei Jezus hem: Weg, satan; er staat geschreven: de Heer uw God zult gij aanbidden en Hem alleen dienen” (Mattheus 4, 10, zie Deut. 6, 13). Jezus maakt duidelijk dat wij als mensen de problemen willen oplossen door anderen als schuldigen aan te wijzen en met sacrificiële offers willen uitschakelen. En dit offer, het vermoorden van onschuldigen, wordt altijd als een goed voorgesteld, een daad van rechtvaardigheid. Wanneer de farizeeën bij Jezus een vrouw brengen die betrapt is op overspel, moet zij volgens hen, volgens de wet van Mozes gestenigd worden. Jezus zegt: “Laat degenen onder u die zonder zonden is, het eerst een steen op haar werpen” (Johannes 8, 7). Allen druipen af. Hiermee openbaart Hij het geweld in het hart van ieder van hen. Allen dragen de bittere nasmaak van de verboden vrucht in zich, de navolging van het verlangen van de duivel, dat eindigt in het aanklagen en uitschakelen van een slachtoffer. Jezus brengt een nieuwe wereldorde, die de slachtoffers vervangt door de liefde. Het voorbeeld van Juda en van de prostitué-moeder, zijn hiervan een voorafbeelding. Jezus’ kruisdood, in liefde en vrijheid aanvaard, openbaart de extreme wreedheid van het menselijk mechanisme van het nabootsend verlangen, dat gericht is op een zondebok. Mythen zijn leugens die de onschuld van hun slachtoffers verbergen en zich scharen aan de kant van de moordenaars. Jezus zet zich aan de kant van de onschuldigen en vertegenwoordigt alle onschuldige slachtoffers van de gehele mensheid. Ook wij dragen de neiging in ons om te leven vanuit het nabootsend verlangen door het verlangen van de duivel na te volgen, tot geweld over te gaan en een schuldige aan te klagen en uit te schakelen. Deze neiging welbewust afzweren en Jezus’ voorbeeld navolgen, dat heet bekering.
In een laatste bezinning hopen we na te gaan, hoe de oude mechanismen van de heidense culturen nog steeds werkzaam blijven in onze samenleving. P. Daniel
28-11-2015 om 16:22
geschreven door Gust Adriaensen
27-11-2015
En toch warmt ze op
Twintig jaar geleden had iedereen het over KLIMAATOPWARMING.
Nu wordt 'klimaatverandering' gebruikt.
Een gevolg van bewuste actie van klimaatontkenners.
EN TOCH WARMT ZE OP! Gebruik consequent KLIMAATOPWARMING!
27-11-2015 om 09:29
geschreven door Gust Adriaensen
26-11-2015
De balken in de ogen van een wetenschapsfilosoof
Maarten Boudry is wetenschapsfilosoof aan de UGent. In een opiniestuk in De Standaard betoogt hij dat de zelfkastijding in tijden van terreur , al te vaak een gecamoufleerde beschuldiging van de ander is. ‘Stop je hand niet in andermans boezem’, adviseert Boudry.
En wat doet onze wetenschapsfilosoof drie kolommen lang? Hij steekt vol ijver zijn hand in de boezem van theoloog Frans Van Looveren. Hij wijst beschuldigend naar Jan Blommaert. Hij hekelt Joost Vandecasteele. Hij legt David Van Reybrouck over de knie. Hij schopt collega-filosoof Ignaas Devisch tussen de benen.
De enige conclusie is dat Maarten Boudry, wetenschapsfilosoof aan de UGent, er heilig en dus superieur van overtuigd is, dat hij Maarten Boudry, de enige in dat bonte gezelschap is, die niet zwelgt in de eigen morele goedheid, die zich niet bezondigt aan een ordinair zondebokdenken.
Wat Boudry over anderen denkt, en dat is niet fraai, maakt hij dus wel heel duidelijk. Wat hij aan gedachten in zichzelf en vanuit zichzelf heeft, komen we evenwel spijtig genoeg niet te weten.
Drie kolommen om te betogen dat hij het schijnheilige spel van ‘de anderen’ wel door heeft. Maar niks, rien, nothing, nichts, van Boudry zelf om daartegenover te stellen, dat is toch bijzonder teleurstellend voor een wetenschapsfilosoof.
Of biedt de logica een oplossing om enigszins zicht te krijgen op de nog jonge boezem van Maarten?
'WIJ zijn nihilistisch, neoliberaal, racistisch':
Ofwel is het 'wij' dat Van Looveren en co. gebruiken, toch geen hypocriete, gecamoufleerde beschuldiging van de ander, en erkent dus ook de grote Gentse wetenschapsfilosoof Maarten Boudry, elementen van nihilisme, neoliberalisme en racisme, in zichzelf.
Ofwel bedoelen die schijnheilige hufters zoals filosoof Devisch en co., met 'wij', met 'onze westerse cultuur', in de eerste plaats 'zij', 'de anderen', onder wie dus ook Maarten Boudry. Dat is overigens wat Boudry met grote zekerheid beweert.
En dan zijn er weer minstens twee mogelijkheden. Boudry veegt die schijnheiligaards de mantel uit omdat ook hijzelf tot de moreel superieuren wil behoren of zich nog verhevener voelt, 'ze zien de balk niet in de eigen ogen maar wel de splinter in die van anderen'. Ofwel is hij woedend omdat de overwegingen van Van Looveren, Blommaert, Vandecasteele, Van Reybrouck en Devisch, hem in een spiegel doen kijken. En in die spiegel ziet hij, misschien tot zijn afgrijzen en angst, balken van racisme, neoliberalisme en vooral de gapende leegte van het nihilisme en het scepticisme.
26-11-2015 om 00:00
geschreven door Gust Adriaensen
25-11-2015
Wordt Jambon baron?
De bekering van Jan Jambon: van republikein tot royalist
Tot voor hij minister in Zijne Majesteits Regering werd, liet Jan Jambon er geen twijfel over bestaan. Helemaal in de lijn van de statuten en het streven van zijn partij, nl. de oprichting van een republiek Vlaanderen, stelde hij resoluut: 'Ik ben een republikein in hart en nieren!'
Sindsdien is er veel water door het Schijn en de Schelde gevloeid en gaat Jambon, zoals het een federale minister past, geregeld op de koffie bij Filip.
Wat meer is, de republikein die hij was, heeft erg waarderende woorden over voor koning Filip en automatisch dus ook voor het koningschap. Dat bleek nog maar eens toen bekend raakte dat onze koning er bij zijn koninklijke collega in Marokko op aangedrongen had dat de Marokkaanse veiligheidsdiensten nog nauwer zouden samenwerken met de Belgische. Die demarche van de vorst, kon minister Jambon echt wel erg appreciëren.
Het zou me niet verbazen dat bij een volgende lintjesregen, Jan Jambon in de prijzen valt. De adellijke titel van baron misschien?
Jan baron Jambon van Brasschaat? Zou niet slecht klinken.
25-11-2015 om 14:06
geschreven door Gust Adriaensen
24-11-2015
De onmacht van de Verlichting
Theoloog Frans Van Looveren in De Standaard:
'Het nihilisme van de moslimjongeren in de schoolbanken, is ook het nihilisme van onze westerse cultuur in de eenentwintigste eeuw, een nihilisme dat nu in ons eigen gezicht explodeert.
Alleen een langzame evolutie kan een fundamentele uitweg bieden. Een traag en grondig denkproces met veel moed om de hand in eigen boezem te steken, om ten volle te begrijpen hoe onze cultuur, met als onderdeel ook het jonge moslimgeweld, kon worden wat ze geworden is.
Die reflectie moet, wat mij betreft, tot zeer diep in het verleden teruggaan, tot en met de joods-christelijke traditie.
Ten onrechte is het de laatste decennia bon ton geworden om de geschiedenis te laten beginnen in de tweede helft van de achttiende eeuw, terwijl de crisis juist wijst op de onmacht van de verlichting om mensen motieven te geven om te leven.'
24-11-2015 om 08:25
geschreven door Gust Adriaensen
23-11-2015
Boodschap paus voor werelddag migrant en vluchteling
De Heilige Stoel
BOODSCHAP VAN PAUS FRANCISCUS VOOR DE WERELDDAG VAN DE MIGRANT EN DE VLUCHTELING 2016 [17 januari 2016]
“Migranten en vluchtelingen interpelleren ons. Het antwoord van het Evangelie van de barmhartigheid”
Beste zusters en broeders !
In de bul die het buitengewoon Jubeljaar van de Barmhartigheid instelt, heb ik eraan herinnerd dat « er momenten zijn waarop wij, sterker dan anders, opgeroepen worden om onze aandacht te vestigen op de barmhartigheid, zodat ook wij een duidelijk teken zouden worden van de wijze waarop de Vader handelt ». (Misericordiae Vultus, n.3).
De liefde van God wil iedereen bereiken. Iedereen die de omhelzing van de Vader ontvangt, verandert zelf in een mens met open armen, die anderen omhelst. En daardoor gaat iedereen beseffen dat hij of zij bemind is als zoon of dochter. Zo « weet iedereen zich thuis » in de ene grote mensenfamilie. Gods aandacht als Vader is even welwillend tegenover iedereen, net zoals een herder aandacht heeft voor al zijn schapen alhoewel hij toch veel gevoeliger is voor de noden van het lam dat gekwetst is, uitgeput of ziek. Zo heeft Jezus Christus ons gesproken over de Vader. Zo maakt Hij ons duidelijk dat de Vader zich ontfermt over de fysiek of moreel gekwetste mens ; méér zelfs : hij zegt dat hoe zwaarder de omstandigheden zijn, des te efficiënter de Vader zijn goddelijke mededogen openbaart.
Momenteel nemen overal in de wereld de migratiestromen toe. Vluchtelingen en alle mensen die hun vaderland ontvluchten interpelleren zowel indidivuele burgers als samenlevingen en stellen hun gebruikelijke manier van leven op de proef. Af en toe verstoren zijn de sociale en culturele context waarin ze terecht komen. Meer en meer zijn er slachtoffers van geweld en armoede die - wanneer ze hun land ontvluchten om elders hun droom op een beter leven te realiseren - onderweg uitgebuit worden door mensensmokkelaars. Als ze misbruiken en tegenkantingen toch doorkomen, moeten ze dikwijls nadien weerstand bieden tegen een klimaat van vrees en latente verdachtmakingen. Finaal worden ze dan nog geconfronteerd met onthaaltoestanden zonder duidelijke normen, met een groot gebrek aan een integratiepolitiek op korte of lange termijn die ieders rechten en plichten respecteert.
Meer dan in het verleden schudt het Evangelie van barmhartigheid het geweten van de mens dooreen. Het verhindert dat men zich went aan andermans lijden. Dit Evangelie trekt sporen die, geïnspireerd door de theologale deugden van geloof, hoop en liefde, concreet worden in spirituele en lichamelijke werken van barmhartigheid.
Die vaststellingen brengen mij ertoe de Werelddag van de Migrant en de Vluchteling 2016 te wijden aan het thema : « Migranten en vluchtelingen interpelleren ons. Het antwoord van het Evangelie van de barmhartigheid ». Migratiestromen zijn voortaan een structurele realiteit. De allereerste vraag die zich dan opdringt gaat over de manier waarop wij de urgentiefase achter ons laten om ruimte te scheppen voor programma’s die inspelen op de oorzaken van migratie, met alle veranderingen die daarmee gepaard gaan en met de impact van nieuwe mensen op samenlevingen en volkeren. Elke dag interpelleren dramatische gebeurtenissen van miljoenen mannen en vrouwen de Internationale Gemeenschap : want telkens duiken er op zoveel plaatsen in de wereld onaanvaardbare humanitaire crisissen op. Onverschilligheid en zwijgen leiden tot medeplichtigheid. Wij worden medeplichtig wanneer we enkel als toeschouwer blijven kijken naar mensen die sterven door verstikking, ontbering, geweld en verdrinking. Of die gebeurtenissen nu groot, héél groot of zeer klein zijn is bijzaak : want telkens gaat het over tragedies. En het blijft een tragedie, ook wanneer er slechts één enkel mensenleven verloren gaat.
Migranten zijn onze broeders en zusters. Zij zoeken een beter leven. Zij willen weg uit armoede en honger. Zij hebben hun buik vol van uitbuiting en van de onrechtvaardige verdeling van de goederen van deze wereld die rechtvaardig en eerlijk verdeeld zouden moeten worden onder alle mensen. Is het immers niet zo, dat iedereen verlangt zijn of haar levensomstandigheden te verbeteren ? Willen we niet allemaal het recht verwerven op een eerlijk en billijk welzijn dat wij kunnen delen met wie ons dierbaar is ?
In deze fase van de geschiedenis, die zo sterk getekend is door migratie, is identiteit geen tweederangs kwestie. Wie migreert wordt feitelijk genoopt bepaalde trekken van zijn of haar persoon te veranderen. En ook wie onthaalt wordt gedwongen te veranderen, zelfs al wil men dit niet. Vandaar de vraag : hoe kunnen wij die veranderingen beleven zodat ze geen hinderpaal maar integendeel een kans worden voor een authentieke menselijke, sociale en geestelijke ontplooiing ? Hoe kunnen die veranderingen de waarden bevorderen die de mens méér mens maken en hem of haar in een juiste verhouding brengen tot God, tot de anderen en tot de schepping ?
De aanwezigheid van migranten daagt de samenlevingen die hen onthalen serieus uit. Ze moeten omgaan met nieuwe situaties die schadelijk kunnen worden wanneer de dingen niet correct worden aangepakt en geregeld. Hoe kunnen we er dus voor zorgen dat de integratie van mensen een wederzijdse verrijking wordt, nieuwe perspectieven opent voor de gemeenschappen en het gevaar voor discriminatie, racisme, extreem nationalisme en vreemdelingenhaat voorkomt ?
De Bijbelse openbaring dringt erop aan de vreemdeling te verwelkomen. De Schrift zegt dat wij zodoende de deur naar God openen en dat wij in het gelaat van de andere de trekken van Christus zelf zien. Veel instellingen, verenigingen, bewegingen, geëngageerde groepen, diocesane, nationale en internationale organisaties ervaren die ontmoetingen met vreugde, als een wonder, als een feest, als een uitwisseling en een solidariteit. Zij hebben het woord van Jezus Christus herkend wanneer Hij zegt : « Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop » (Openbaring 3,20). Maar ondertussen neemt het aantal debatten toe rond de voorwaarden en de inperking van het onthaal van migranten. We zien dit gebeuren zowel op het niveau van de nationale politiek als binnen sommige parochiegemeenschap-pen die hun traditionele rust bedreigd zien.
Hoe kan de Kerk die vragen opnemen ? Wat kan zij anders doen dan zich te inspireren aan het voorbeeld en aan de woorden van Jezus Christus ? Het antwoord van het Evangelie is barmhartigheid, mededogen, erbarming.
Barmhartigheid is op de eerste plaats een geschenk dat God zichtbaar maakt in zijn Zoon : Gods erbarmen wekt inderdaad gevoelens op van vreugde en dank. Want zij biedt hoop op het mysterie van de verlossing in het bloed van Christus. Bovendien voedt en sterkt zij de solidariteit jegens de naaste als het onmisbaar antwoord op de gratuïte gave van Gods liefde die « in ons hart is gestort door de Heilige Geest » (Rom 5,5). Overigens is elke mens verantwoordelijk voor zijn of haar buurvrouw en buurman : wij zijn de behoeders van onze broeders en zusters, waar zij ook leven. Goede contacten onderhouden en de vooroordelen en vrees ten aanzien van de andere overstijgen zijn essentiële ingrediënten opdat een cultuur van ontmoeting vrucht zou dragen. Men moet niet enkel bereid zijn om aan de andere te geven. Men moet ook bereid zijn om van de andere te ontvangen. Gastvrijheid lééft inderdaad vanuit die wisselwerking tussen geven en ontvangen.
In dat perspectief is het belangrijk migranten niet enkel te zien in functie hun wettig of onwettig statuut. Het is belangrijk hen te zien als mensen die in hun waardigheid beschermd moeten worden. Zo kunnen zij ook bijdragen aan de vooruitgang en aan het algemeen welzijn. Dit geldt in het bijzonder wanneer zij op een verantwoordelijke manier hun plichten waarnemen jegens de mensen en de samenleving die hen onthalen en dankbaar het geestelijk en matierieel patrominium van het gastland eerbiedigen, aan de wetten gehoorzamen en de lasten van een samenleving helpen dragen. Migratie mag men niet herleiden tot haar politieke en normatieve dimensie of tot haar economische gevolgen of tot een kwestie van vreedzame coexistentie van culturen op een territorium. Die aspecten vervolledigen de verdediging en de promotie van de menselijke persoon, de cultuur van ontmoeting, de eenheid onder volkeren wanneer het Evangelie van barmhartigheid een inspiratie en een aanmoediging is om wegen te ontwikkelen die heel de mensheid vernieuwen en veranderen.
De Kerk staat aan de kant van allen die ieders recht op een menswaardig leven verdedigen, op de eerste plaats door het recht te vrijwaren dat mensen niet gedwongen worden te emigreren en dat zij kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van hun eigen land. Dit proces vereist in eerste instantie dat landen en regio’s waaruit mensen vluchten en migreren geholpen moeten worden. Het betekent dat solidariteit, ontwikkelingssamenwerking, internationale wederzijdse afhankelijkheid en een rechtvaardige verdeling van de goederen de fundamentele elementen zijn om op een beslissende manier en in de diepte te werken in de regio’s waar migratiestromen starten. Dit moet de onevenwichten opheffen die mensen dwingen om collectief of individueel weg te trekken uit hun natuurlijke habitat en uit hun cultureel milieu. In ieder geval moet in een zo vroeg mogelijk stadium een halt toegeroepen worden aan armoede, geweld en vervolging die mensen tot vluchten aanzetten. De publieke opininie moet daarover correct geïnformeerd worden om te voorkomen dat er onnodige vrees onstaat en dat er allerhande speculaties over migranten de ronde doen.
Vandaag kan niemand beweren niet geschokt en geïnterpelleerd te zijn door nieuwe vormen van slavernij waarbij criminele organisaties mannen, vrouwen en kinderen kopen en verkopen en hen dwingen te werken in de bouwsector, in de landbouw, in de visserij en in andere marktsegmenten. Hoeveel minderjarigen worden er vandaag niet door gewapende milities ingelijfd als kindsoldaat ! Hoeveel mensen worden slachtoffer van orgaanhandel, verplicht te bedelen, seksueel uitgebuit ! Vluchtelingen willen aan die absurde criminaliteit ontkomen. Zij doen een beroep op de Kerk en op de mensengemeenschap zodat ook zij, in de uitgestoken hand die hen onthaalt, het gelaat van God kunnen ontmoeten, « de Barmhartige Vader, de God van alle vertroosting » (2Kor 1,3).
Beste zusters en broeders migranten en vluchtelingen ! In de kern van het Evangelie van de barmhartigheid wordt de ontmoeting en het onthaal van de andere verbonden met de ontmoeting en het onthaal van God : iemand ontvangen is God zelf ontvangen. Laat niet toe dat iemand jullie hoop en levensvreugde steelt. Zij liggen gebed in jullie ervaring van Gods erbarmen die zichtbaar wordt in de mensen die jullie onderweg onmoeten ! Ik vertrouw jullie toe aan de Maagd Maria, de moeder van migranten en vluchtelingen, en aan de heilige Jozef. Beiden hebben de bittere vlucht naar Egypte doorgemaakt. Ik vertrouw jullie ook toe aan de mensen die hun tijd, energie en capaciteiten wijden aan de pastorale en sociale hulp van migranten. Van ganser harte schenk ik aan allen mijn apostolische Zegen.
23-11-2015 om 16:51
geschreven door Gust Adriaensen
22-11-2015
'Geen enkele toekomst'
Albert Camus, 1913-1960, auteur van 'De vreemdeling' en 'De pest', schrijft in 1946:
'De meeste mensen, behalve de gelovigen, hebben geen enkele toekomst. En een leven zonder vooruitzicht, zonder plannen, zonder vooruitgang, is het niet waard geleefd te worden.'
22-11-2015 om 08:11
geschreven door Gust Adriaensen
21-11-2015
Pater Daniël Maes in Syrië
X/27 Vrijdag 20 november 2015
Rozen van vrouwen
De fraters besteden ’s morgens na het gebed een tijd aan theologische opleiding maar de rest van de voormiddag en gans de namiddag wordt er gewerkt in de kaarsenfabriek. De machines zijn nu ongeveer in orde en samen met twee arbeiders kunnen er dagelijks toch al meerdere duizenden kaarsen gemaakt worden. Dit willen we met nog andere arbeiders uitbreiden. Een decennia oude, krakkemieke motor, die gerepareerd werd, zorgt voor elektriciteit als er overdag stroomonderbreking is. Het is heerlijk zo te kunnen samenwerken met arbeiders (een christen en een moslim) in een goede verstandhouding, zonder verpletterd te worden onder allerlei belemmerende wettelijke verplichtingen en vakbondseisen. Op vrijdag, een schoolvrije dag, brengen ze hun kinderen mee en die komen dan op de middag, samen met de fraters soms nog mee naar de eucharistie. De bedoeling is dat wij stilaan weer zelfbedruipend zouden worden en tegelijk aan zo veel mogelijk mensen werk kunnen verschaffen. Geen gemakkelijke opgave. Het Syrische pond is sinds het begin van de oorlog 8 X minder waard!
Van een ietwat andere aard is de cursus sierkaarsen maken. Een 20-tal vrouwen nemen nu daaraan deel onder leiding van een zuster. Het zijn eenvoudige volksvrouwen, die we trachten uit hun eenzaamheid te halen. Ze leren o.m. hoe je sierkaarsen kunt maken, o.a. kaarsen die als een roos openbloeien. Prachtig. En zelf zijn ze enthousiast omdat ze het klaar kunnen krijgen met de meest eenvoudige middelen. Als we in het atelier eens op bezoek gaan, is het een gekwetter van belang en ieder wil haar kunstwerkjes laten zien. Ondertussen vertelt elkeen haar grote en kleine zorgen: een man die blind of ziek is, kinderen die gehandicapt zijn ... Hoewel het allemaal moslimvrouwen zijn, staan ze erg open voor het christelijk geloof. En dan die opmerkelijke uitspraak van een vrouw die bij het zien van het kruis in de werkplaats spontaan zei: “Dat kruis zal ons beschermen”. Deze “rozen van vrouwen” kunnen meehelpen om de mentaliteit van het dorp Qâra, dat oorspronkelijk een smokkeldorp was met veel illegale praktijken, om te vormen tot een gezonde, samenleving, bewust of onbewust doordrongen van een christelijke geest.
Hartelijk dank
We hebben vorige week een oproep gedaan voor de resterende 5000 € die nog moesten betaald worden voor verzending van een container en voor de aanschaf en verzending van 4 minibusjes. We hebben ze ruimschoots gekregen, waarvoor hartelijk dank. Ondertussen is moeder Agnes-Mariam bezig, samen enkele internationale organisaties de derde “hospitainer” te bekomen. De eerste staat in Homs, de tweede in Daraa en deze derde is bedoeld voor Idlib (waar de Russen gisteren flink wat terroristen hebben opgeruimd). Het zijn schitterende mobiele hospitalen met alles er op en er aan. Natuurlijk zeer kostbaar maar wel noodzakelijk. Ondertussen kunnen we dus deze vier minibusjes, omgebouwd voor ziekenvervoer naar plaatsen brengen waar ze het meest nodig zijn. Uiteindelijk is dit allemaal mogelijk omdat er mensen zijn met een hart en een meeleven. Rabindranath Tagore, de “Bengaalse nachtegaal”, vertelt van een bedelaar. Toen de koninklijke koets in zijn straat kwam stapte de koning uit. In plaats van iets te geven stak hij zijn had uit. De bedelaar grabbelde verbouwereerd in zijn knapzak, haalde er een korreltje rijst uit en gaf het aan de koning. En het verhaal eindigt aldus: hoe bitter weende ik toen ik ’s avonds mijn knapzak opende en zag dat er een korreltje goud in lag. Moge God het ook u overvloedig vergelden met gouden gaven.
De islamizatie van Europa op kruissnelheid
Van de paar miljoen vluchtelingen die de Europese landen binnen stromen is 80 % moslim en 30 % terrorist. De systematische islamizatie komt nu in een hogere versnelling. Het is goed solidair te zijn met de slachtoffers van Parijs, maar vergeten we dan ook de anderen niet. Frankrijk steunt al van 2011 terroristische groepen in Syrië en helpt hen om aanslagen te plegen en de regering omver te werpen. Hun vlag, nl. van de Franse kolonisatie (groen, wit, zwart en 3 rode sterren) heeft jaren in Syrië op vele plaatsen gewapperd om het rijk van de chaos aan te kondigen. De grootste leveranciers van terroristen (Saoedi-Arabië, Qatar, Turkije) blijven nog steeds de bevoorrechte vrienden van Frankrijk. (Volgens oud-politicus Philippe de Villiers, die nu een bestseller over de Franse politiek schreef, is Frankrijk in feite opgekocht door Saoedi-Arabië en Qatar!). En nu komt Frankrijk ineens de terroristen verslaan? Dat Hollande en al die andere Don Quichotes eens luisteren naar de Syrische president die Frankrijk oproept een wat meer realistische politiek te voeren. Wie in Syrië niet samenwerkt met de Syrische regering, Rusland en Iran, blijft terroristen steunen en krijgt vroeg of laat het deksel op de neus. Een Vlaams spreekwoord zegt: wie een put graaft voor een ander valt er zelf in. In zijn recente toespraak tot de UNO vroeg president Poetin aan de westerse landen: “Weten jullie wel wat jullie gedaan hebben?” Neen, dat willen ze niet weten. De terroristen hier worden vanuit 40 landen gesteund, waaronder landen van de G 20! En denk je echt dat die bebaarde mannen (en tot de tanden gewapende vrouwen) braaf aan de leiband blijven lopen van hun broodheren?
Is de droom van het “Grote Israël” eindelijk voorbij?
Een van de voornaamste oorzaken van de oorlogen in het Midden Oosten, al meer dan een halve eeuw, is de zionistische droom van het “Grote Israël” van de Nijl tot de Eufraat. In feite omvat dit plan Israël en Palestina, Libanon, het grootste deel van Syrië, Irak, Saoedi-Arabië en west Egypte. Dit was het doel van de zionisten vanaf het begin. Ondertussen moest Israël een zuiver joodse staat trachten te worden, waarin geen vreemdeling welkom is. Zo werd het Palestijnse grondgebied steeds meer ingepalmd met een muur die meer dan tweemaal zolang is als de eigenlijke grens. Palestijnen werden verjaagd, uitgemoord en voor de overblijvenden werd een menswaardig leven onmogelijk gemaakt. Wanneer VN resoluties bepaalden dat de Palestijnen recht hadden om terug te keren naar hun have en goed en daarvoor ook een vergoeding moeten krijgen, zorgden de zionisten er voor dat alle Arabische elementen van die plaats verwoest waren en omgevormd tot een joods dorp. En toch bleven de Palestijnen weerstand bieden en hun rechten opeisen. Vanaf het begin zorgde David Ben Gourion, de eerste Israëlische eerste minister in 1948 voor een stevige rechtvaardiging, zodat het plan onopvallend en geleidelijk zou gerealiseerd kunnen worden. Naar buiten uit, moest in de algemene opinie de overtuiging gebeiteld worden alsof heel de wereld er op uit is het totaal weerloze joodse volk te vernietigen. In het land zelf moest Israël ondertussen ongemerkt een militaire supermacht uitbouwen die . alle anderen kon verslaan. En zo is het nog steeds. Hiermee hebben alle zionistische regeringen in feite de onschatbare waarde van het joodse geloof vernietigd en de kostbare bijbelse erfenis van Israël verloochend. Ze hebben hun eigen, werelds militair messianisme uitgebouwd met oorlogen en onderdrukking. Het teken van hun ontrouw en afgodendienst is de majestueuze vrijmetselaarstempel in Jeruzalem tegenover de het Hoger Gerechtshof. Nagenoeg alle rabbi’s voor WO II hebben tegen de zionistische ontsporing heftig geprotesteerd, zoals nu nog rabbi’s en joodse gelovigen blijven doen (www.nkusa.org: Jews united against zionisme). Ook de Grieks orthodoxe aartsbisschop van Jeruzalem, Mgr. Atallah Hanna, is hierover duidelijk: “Ik zeg en blijf herhalen dat het zionisme en Daech twee kanten zijn van dezelfde munt. En met Daech bedoel ik alle terroristische, barbaarse en bloeddorstige groepen waarvan we overtuigd zijn dat ze een Amerikaans-Israëlische creatie zijn met het doel het Arabische vaderland te vernietigen om Israël te dienen. Zij willen alles vernietigen wat beschaving, menselijk of schoon is. Wie profiteert van deze slachtingen en volksverplaatsingen?” (La jeunesse palestinienne dit NON à l’occupation et au racisme, mondialisation.ca, 18 oktober 2015). Hij klaagt de mediamanipulatie aan van de zionistische lobbies, die de gerechtvaardigde zelfverdediging van het Palestijnse volk telkens weer in een negatief daglicht plaatsen en hij besluit: “Wij zijn allen slachtoffer van het terrorisme van het zionistische regime”.
Op de conferentie “Vrede voor Israël” te Tel-Aviv heeft de Israëlische president Reuven Rivlin eindelijk de stok in het hoenderhok gegooid. Hij die eens de woordvoerder van de extreme zionisten was, verklaarde nu: “Vergeet de droom van het Grote Israël en weet dat de Palestijnen voor altijd de bewoners van dit land zullen zijn en altijd onze geburen zullen blijven. Het is dus nodig dat we vrede met hen sluiten”. Hij verwijt alle regeringen dat ze zich vanaf het begin vergist hebben. De linksen wilden een radicale scheiding met de Palestijnen, de rechtsen wilden het land alleen voor zich. We hebben niet alleen ons doel niet bereikt, zegt hij, maar de weerstand in het land en internationaal is alleen maar sterker geworden. Zijn besluit: we moeten de apartheid afschaffen en het Palestijnse volk in zijn rechten herstellen. Uiteraard werd hij al meteen met de dood bedreigd door extremistische zionisten. Hij is echter niet bekommerd om zichzelf, zegt hij, maar om Israël. Als de zionisten hun droom zouden opgeven en vrede sluiten met de Palestijnen, zou dit de grootste bijdrage zijn aan hun eigen volk en aan de vrede in het Midden-Oosten. En als Israël zijn terrorisme afzweert, zal niemand Israël kwaad doen. Ondertussen heeft de 17e algemene vergadering van de UNO vorige dinsdag een ontwerptekst opgesteld waarin gevraagd wordt dat Israël zijn onwettige bezetting van de Syrische Golan onmiddellijk opgeeft. Deze ontwerptekst werd met een overweldigende meerderheid aanvaard. Er was één tegenstem: Israël. De Iraanse generaal Hossein Salami vertelde woensdag dat de vier oorlogen die de VS en hun vazallen in de regio hebben ontketend, niet kunnen beletten dat de zionistische droom van de herschikking van het Midden Oosten mislukt, terwijl ze in eigen huis een grotere onveiligheid hebben gecreëerd dan ooit voorheen. “Jezus liet zijn blik over de stad Jeruzalem gaan en weende over haar” (Lucas 19, 41). Laten we bidden om vrede voor Jeruzalem, voor het Midden-Oosten en voor de hele wereld. Dat geen menselijk rijk maar dat Gods Rijk mag komen.
Van het “verlangen” naar de “zondebok” (II)
Vorige week hebben wij de persoon van René Girard al voorgesteld. Deze zo pas overleden Frans-Amerikaanse cultuurfilosoof, is een erg originele denker. In Frankrijk werd hij vanuit universitaire hoek ofwel genegeerd ofwel zwaar bekritiseerd, zowel om zijn opvattingen over de menselijke samenleving als over zijn puur wetenschappelijke verdediging van de christelijke openbaring. Wel werd hij opgenomen in de prestigieuze Académie Française. In het buitenland hebben echter niet minder dan zes universiteiten hem een doctoraat honoris causa aangeboden, nl. Amsterdam, Innsbruck, Antwerpen, Padoea, Montréal en St Mary’s University and Seminary Baltimore. Hij werd ook erkend als Guggenheim Fellow en twee van zijn werken werden bekroond. Verwacht niet dat ik hier in enkele regeltjes een volledig beeld van zijn werk kan geven. Toch doe ik mijn best om een kort en goed inzicht te bieden. Het werk van Girard kan mogelijk verbeterd en zeker aangevuld worden. Naar onze bescheiden mening echter bevat het veel waardevols om onze samenleving én de omvormende waarde van het christelijk geloof beter te begrijpen.
Het nabootsend verlangen
Zijn vertrekpunt is het menselijk verlangen. Ons verlangen, aldus Girard, is niet authentiek. Wij denken dat we naar iets verlangen maar dat is een illusie. In feite nemen we gewoon het verlangen van een ander over. We verlangen wat een ander verlangt. Zet vijf kinderen in een lege ruimte en plaats vijf identiek dezelfde speelgoed autootjes in hun midden. Wat gebeurt er? Binnen de kortste tijd is er onenigheid, omdat kind A het derde autootje heeft genomen en kind B wilde nu juist dat autootje hebben. Kind B verlangt wat kind A verlangt. Doordat het derde autootje genomen werd, kreeg dit autootje meer waarde. Toch zijn alle autootjes gelijk. En doordat een ander kind dit nu ook wil, krijgt het autootje eveneens meer waarde voor het eerste kind. R. Girard spreekt van “nabootsend verlangen” en noemt het “mimesis” (Gr. nabootsing). Aristoteles had al opgemerkt dat de mens het meest tot navolgen geneigd is.
Copernicus heeft de mensheid een kosmologische ontnuchtering bezorgd. Terwijl iedereen dacht dat onze aarde het centrum van het heelal was, maakte hij duidelijk dat we slechts zo iets zijn als een tweederangs planeet in een zesderangs melkweg. Hierbij mogen we echter niet vergeten dat onze aarde toch wel het geestelijk centrum van het heelal blijft, daar waar Jezus Christus verlossing gebracht heeft. Ch. Darwin zorgde voor een biologische ontnuchtering door aan te tonen dat wij biologisch verrassend vele gelijkenissen hebben met de dieren. En hierbij mogen we niet vergeten dat wij door ons bewustzijn absoluut uniek zijn en oneindig in waardigheid boven de dieren verheven, al wordt dit door velen genegeerd. S. Freud bezorgde de mensheid een psychologische ontnuchtering door aan te tonen dat achter onze woorden en daden soms veel meer schuil gaat dan we graag aannemen. Deze laatste twee kregen in de openbare opinie veel meer aandacht dan ze verdienden. De diepste hunkering in ieder mens, naar het absolute geluk en naar God, wiens beeld hij in zich draagt, heeft Freud met zijn verwrongen godsbeeld nooit ontdekt en zijn volgelingen evenmin. Hij bleef halverwege hangen bij de seksuele frustraties. R. Girard zorgt nu voor een ontnuchtering van ons hart, nl. de onechtheid van onze verlangens en het geweld dat uit de slechte navolging kan voortkomen. De goede kant van de navolging is dat we daardoor in staat zijn ons aan te passen, onze eigenheid en onze cultuur op te bouwen. En zo is er ook een goede navolging mogelijk (waarover volgende keer).
De collectieve uitdrijving van een “zondebok”
Heel onze samenleving is doordrongen van dit nabootsend verlangen, vanaf de wapenwedloop over de economie met haar concurrentieslag en het dagelijkse leven. Mensen kopen in grootwarenhuizen veel dingen omdat anderen die aanprijzen of verlangen. En thuis gooien ze er veel van in de vuilbak omdat ze die niet nodig hebben. Auto’s, dagelijkse gebruiksvoorwerpen, voedingswaren ... worden aangekocht omdat ze door anderen zijn aangeprezen, gekocht of gebruikt. Of kijken we naar de mode en de kleding. Het gaat niet om mooie of praktische kleding, maar om de waardering die de hogepriesters van de mode daaraan geven. Praktisch zou zijn dat de mode nu lang is en daarna iets korter en dan weer iets korter, zodat je alle kleding kunt aanpassen en verder gebruiken. Al zijn we geen bezoeker van de modeshows, we stellen duidelijk vast dat het zo helemaal niet gaat. Mensen dragen die bepaalde kleding, omdat het de mode is, al is ze oerlelijk of onpraktisch.
Ons nabootsend verlangen is tevens een bron van conflicten. De ander, wiens verlangen geïmiteerd wordt, is aanvankelijk een model, maar kan vlug een rivaal worden. We zijn er jaloers op. Hoe dichter men bij elkaar leeft, hoe groter de rivaliteit kan worden. Rivaliteit uit zich in geweld en het geweld kan besmettelijk worden voor heel de samenleving. R. Girard spreekt van een “mimetische crisis”. Het geweld dat zich uitbreidt tot een gevecht van allen tegen allen, vormt zich geleidelijk om tot een strijd van allen tegen één. Hierbij wordt willekeurig een schuldige, een slachtoffer, een zondebok aangeduid. Het is meestal iemand die verschilt van de anderen, een vreemdeling, een zonderling, een kwetsbare, een gehandicapte. Deze wordt beschouwd als zijnde voorbestemd om slachtoffer te zijn. De samenleving keert zich nu massaal tegen deze persoon om hem/haar te eliminerenen. De “massa”, als destructieve kracht, voert de executie eensgezind uit. Allen worden gelijk in geweld. De “zondebok” wordt geslachtofferd, gestenigd, van de rotsen geduwd, verbrand, .. Iedereen is akkoord en doet mee, niemand heeft een persoonlijke band met het slachtoffer en niemand voelt zich persoonlijk schuldig voor deze moord.
Alle archaïsche culturen geven ons hiervan duidelijke voorbeelden. Ze hebben allen een religieuze oorsprong en zijn gebouwd op het offer, nl. deze moord. Het geldt voor Oedipoes en Thebe evenzeer als voor Remus en Romulus en de stichting van Rome. R. Girard legt uit dat de uitschakeling van de zondebok uiteindelijk een vorm van zelfverdediging is waardoor de samenleving zich tracht te beschermen tegen een algehele zelfvernietiging. Aanvankelijk zijn het mensen die als slachtoffer worden uitgekozen, later worden het dieren. De collectieve moord op de zondebok is een uitlaatklep, waardoor de rust tijdelijk terugkeert. Het slachtoffer wordt beschouwd als de schuldige van al het kwaad, maar wordt tegelijk vergoddelijkt, gesacraliseerd, omdat het blijkbaar in staat is geweest de rust in de samenleving te herstellen. Wanneer het geweld in de samenleving weer toeneemt, wordt de moord op de zondebok in riten herdacht en gevierd als een sacraal offer. Etnologen hadden al opgemerkt dat het religieuze, het offer en de rituele vieringen de oorsprong vormden van alle heidense culturen.
Vanaf het derde groot werk van R. Girard (“Des choses cachées depuis la fondation du monde”, 1978) kreeg hij in Frankrijk plots veel belangstelling. Later bleek dat vele wetenschappers verwacht hadden dat Girard nu het christelijk geloof zou onthullen als het toppunt van een archaïsche, heidense godsdienst, gebouwd op het meest gruwelijke offer, dat in rituelen gevierd wordt. Toen bleek dat hij de bijbelse en evangelische openbaring begreep als de onovertroffen en definitieve ontmaskering van alle heidense offers en als het begin van een geheel nieuwe wereldorde, verdween meteen de belangstelling voor zijn werk. En hier begon juist onze aandacht. Jezus openbaarde op onovertroffen wijze de vervuilde bronnen van alle menselijke beschavingen en vervulde zo psalm 78, 2: “Ik zal openbaren wat verborgen is geweest vanaf de grondvesting der wereld” (Matteus 13, 35). Daarover hopen we volgende keer een bezinning te geven.
P. Daniël
21-11-2015 om 09:32
geschreven door Gust Adriaensen
20-11-2015
'Het gevaar van de waarheid'
De Standaard ruimt plaats in voor een artikel 'Het gevaar van de waarheid', van een meneer Bedert, die van mening is dat de georganiseerde religie, de Kerk, de Moskee, de Synagoge, een van de voornaamste oorzaken is van oorlog en terreur. Hij is dus een fervente voorstander van ‘ontkerkelijking’.
Eigenlijk is het hem echter vooral erom te doen zijn opvatting van het ‘humanisme’ te propageren als DE enige waarheid. Op die manier nestelt hij zich in het eigen Grote Gelijk en is hij in hetzelfde bedje ziek als wat hij verwijt aan de georganiseerde religies. Bovendien suggereert hij dat ‘de mens liefhebben en respecteren om wie hij is, eenvoudigweg omdat hij een mens is’, uitsluitend te vinden is in het ‘humanisme’. En zo creëert hij een ‘wij, de humanisten’ , die de waarheid in pacht hebben en een ‘zij, de religieuze kerkelijken’, die het Licht van het humanisme nog niet hebben gezien of die als oorlogsstokers, als terroristen worden weggezet.
In zijn bekeringsijver om alle ‘gelovigen’, ook de christenen, uit hun ‘kerken’ weg te halen en ze hun stem op het publieke forum te ontnemen, -binnen hun huizen kunnen ze doen wat ze willen-, en ze te leiden naar het ware Geloof in het humanisme, herschrijft de heer Bedert ook de geschiedenis en gaat hij voorbij aan de sociaaleconomische realiteit.
Ontkerkelijking, aldus de auteur, is ‘een van de redenen waarom we in Europa sinds de Tweede Wereldoorlog geen grote grensoverschrijdende gewapende conflicten meer hebben gekend’. Daarbij gaat hij voorbij aan de Koude Oorlog en de wapenwedloop, de binnenlandse kapitalistische indoctrinatie of communistische repressie, het machtsspel van West en Oost over de hele wereld en de daarbij horende ‘Europese export’ van oorlogjes.
‘Laat u niet kooien door begrenzende regels zoals een religie die voorschrijft’, poneert de heer Bedert. Als christen heb ik daar weinig last van. Hoe ik mij moet kleden, wat ik moet eten, met wie ik mag omgaan, hoe ik mij moet gedragen, op welke manier ik mijn centen moet/ mag beheren, welke ontspanning geschikt voor mij is, naar welke school ik mijn kinderen stuur, in welke wijk en in wat voor huis ik mag/moet/kan gaan wonen, hoeveel auto’s en welke merken er in de garage staan, enz., enz., wordt niet bepaald door de kerkgemeenschap waartoe ik behoor. Maar wel door het sociaaleconomische systeem waarin wij leven en de gebruiken en codes die daarin heersen.
Er zijn talloze ‘wij’s’ en ‘zij’s’. En die opdeling of tegenstelling heeft amper iets te maken met religieuze gemeenschappen. Het ‘wij’ van de riante villawijken en het ‘zij’ van de achterstandswijken in onze steden. Het ‘zij’ van de concentratiescholen en het ‘wij’ van de elitaire onderwijsinstellingen. Het ‘wij’ van de goedbetaalde jobs en het ‘zij’ van schoonmaak en zwaar wegenwerk. Het ‘wij’ van de leefloners en het ‘zij’ van de beleggers en de CEO’s. Het ‘wij’ van hoogopgeleide jonge mensen en het ‘zij’ van afgeschreven, hulpbehoevende bejaarden.
Misschien kan de heer Bedert eens de oefening maken, in welk ‘wij’ of ‘zij’ ,de humanisten, christenen, moslims, joden, enz., die hij kent, zich situeren.
20-11-2015 om 22:26
geschreven door Gust Adriaensen