'Had ik toch maar naar ons Marina geluisterd. Was ik toch maar in Mol gebleven.'
Die zinnetjes maalden al enkele dagen door Siegfried Brackes hoofd.
Het debacle was dan ook compleet. Hij had gehoopt in Gent af te rekenen met die verfoeilijke primitieve socialisten en met die gesofisticeerde linkse intellectuelen van Groen, maar hij was zelf aan de schandpaal genageld geworden. En in het parlement had die communistische broekvent van een Hedebouw, hem de huid vol gescholden, hem een leugenaar en een eersteklasgraaier genoemd.
Maar het ergste was dat zijn eigen partij hem had laten vallen als een baksteen. Staatssecretaris Sleurs stond direct te trappelen van ongeduld om hem te vervangen als lijsttrekker van van de Gentse NVA en de Grote Baas liet hem spartelen als een vis op het droge om de echte mandatenkampioen, de Antwerpse schepen Kennis, zo veel mogelijk uit de wind te zetten.
En dan kwam het genadeschot. Sieg had nog maar pas een telefoontje van Joachim gekregen en Bracke wist direct hoe laat het was. De Mollenaar Joachim Pohlmann was een talentrijke man, die al van in zijn jeugd een vlotte pen had en goed van de tongriem was gesneden. Mede dankzij die kwaliteiten had hij heel wat macht verworven binnen het NVA-web rond de voorzitter.
Met zijn gekende welsprekendheid deelde Joachim dus mee dat Bracke een andere wending moest geven aan zijn politieke carrière. Hij kreeg de kans (de laatste, voegde Pohlmann er dreigend aan toe) om in het Kempense Mol, de NVA duidelijker op de kaart te zetten en de burgemeesterszetel te veroveren.
Toen Sieg het bevel van 't Schoon Verdiep, aan zijn Marina, thuis in Mol, vertelde, moest ze de aandrang weerstaan om een gat in de lucht te springen en enthousiast uit te roepen : 'O Valèreke, hoe geweldig!'. Dat was het koosnaampje dat ze op echt blije momenten wel eens gebruikte. Marina had altijd al een grondige hekel gehad aan Gent en de Gentenaars en voelde zich het best thuis in haar charmante Kempense dorp.
Het nieuws dat Siegfried Bracke burgemeester van Mol wilde of moest worden, verspreidde zich als een lopend vuurtje door de uitgestrekte gemeente.
Het bereikte ook huisarts Verbeke tijdens de raadpleging. Hij vergiste zich bijna van spuit toen het bericht tot hem doordrong. Verbeke was de rustige en beminnelijke kopman van de Molse NVA, had als nieuweling bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen een geweldig resultaat behaald maar werd door CD&V en SPA in snelheid gepakt bij de coalitievorming.
André Verbeke had leergeld betaald. Hij had gezworen: dat nooit meer. En nu dreigde een Antwerpse oekaze, zijn idealistisch toekomstproject voor zijn geliefde gemeente onderuit te halen met een in ongenade gevallen, geïmporteerde halve Gentenaar.
Diep in de Vlaamsbewuste ziel van het Molse gemeenteraadslid, stolde de volgende zin tot een oninneembare Kempense vestingmuur: 'Met alle Antwerpenaars en Gentenaars, maar niet met mij!!'
18-02-2017 om 11:11
geschreven door Gust Adriaensen
|