In Kerk&Leven spreekt Mark Van de Voorde zich onomwonden uit voor de deelname van de Kerk aan het maatschappelijke debat.
Van de Voorde: ‘Het is niet omdat de Kerk ooit invloed had op de politiek, dat ze met elk maatschappelijk standpunt ook opnieuw macht wil krijgen over mens en samenleving. Het is niet omdat in een democratie Kerk en Staat gescheiden zijn, dat het geloof geen inspiratiebron meer kan zijn voor een visie op mens en samenleving. Het is niet omdat de Staat levensbeschouwelijk neutraal hoort te zijn, dat burgers geen religieuze mening meer mogen horen over mens en samenleving. Het is niet omdat de Kerk gekrompen is, dat ze irrelevant zou zijn geworden voor mens en samenleving.’
Een kleinere en van macht ontdane Kerk kan en moet meer dan ooit een minderheidsgroep worden , die vrijuit spreekt en getuigt, aldus Van de Voorde. Niet enkel over de ‘klassieke’ ethische vraagstukken van leven en dood, maar ook over de ‘nieuwe’ ethische vragen van onrecht en uitsluiting. Haar one issue in het maatschappelijke debat is immers de waardigheid van iedere mens, die immers kind van God is.
'Als de Kerk uit bescheidenheid nalaat haar beeld van de mens als individu en als naaste toe te voegen aan het maatschappelijke debat, legt ze de publieke moraal helemaal in de handen van het ‘oude’ politiek correcte denken – wat leven en dood betreft – en van het ‘nieuwe’ politiek correcte denken – wat onrecht en uitsluiting betreft.
Als de Kerk zichzelf de mond snoert ter wille van de scheiding van Kerk en Staat, levert ze de samenleving over aan de neutraliteitsfanaten die de religie uit de openbaarheid willen bannen en maakt ze van het atheïsme een staatsgodsdienst. Scheiding van Kerk en Staat betekent niet dat het levensbeschouwelijke element geweerd moet worden uit het maatschappelijke discours.
Filosoof Jürgen Habermas, nochtans typevoorbeeld van de methodische atheïst, merkte ooit op dat het verbieden van religieuze argumenten in het publieke discours censuur is. Godsdienstige medeburgers wordt dan verboden in de discussie te putten uit hun overtuiging, terwijl vrijzinnigen en atheïsten dat wel zouden mogen.'
Marc Van de Voorde stelt: ‘Onze democratische ‘verworvenheden’ zijn niet waarde- en dus niet levensbeschouwingvrij. Onze cultuur is niet uit het niets ontstaan. Haar denken over vrijheid en verantwoordelijkheid welde op uit onderliggende bronnen. Een van die bronnen is het christendom. Jürgen Habermas noemde het christendom, en niets anders, het ultieme fundament van de vrijheid, het geweten, de mensenrechten en de democratie, de benchmark (het referentiepunt) van de westerse beschaving.’
Ik ben het volkomen eens met Van de Voorde. Degenen die zich katholiek noemen, de Kerk en de katholieke instellingen , moeten zonder vrees duidelijk uitkomen voor hun christelijk-katholieke identiteit. Het is merkwaardig en irriterend dat vanuit katholieke hoek bijna altijd opgeroepen wordt tot gematigdheid en gewaarschuwd wordt tegen 'zieltjeswinnerij', wanneer opkomen voor die identiteit ter sprake komt. Dus wordt er vooral gezwegen. Dat is makkelijk maar ook laf. Zweeg Jezus Christus?
29-03-2017 om 21:21
geschreven door Gust Adriaensen
|