Als apotheose van het Jaar van Flora wordt gedurende drie maanden van 10 december 2014 tot 28 februari 2015 in de Sint-Gorikshallen de tentoonstelling “Brussel, Bloemenhoofdstad” georganiseerd. In een doordachte vorm waarbij volledig wordt ingespeeld op de toekomstige bezoekers, wordt hier een eerbetoon gegeven aan de tuin- en bloemenpracht en het groene erfgoed van Brussel. De tentoonstelling is gratis en voor iedereen toegankelijk.

U heeft het over bomen, en tuinieren en tuinieren? Deze unieke en volledig didactische tentoonstelling laat architecten en landschapsarchitecten, studenten architectuur en stedenbouw, toeristen en andere gepassioneerden de historische ontwikkelingen van de tuinbouw in Brussel ontdekken, vanaf het begin in de 17de eeuw tot vandaag.

1664-2014: een jonge vereniging … van 350 lentes: De inleiding van de tentoonstelling is gewijd aan de Société Royale Linnéenne et de Flore de Bruxelles die in 2014 haar 350ste verjaardag viert. De Société de Flore, erfgename van de in 1664 opgerichte vereniging van de Heilige Dorothea, de patrones van de bloemisten (die in 1786 werd opgeheven door keizer Jozef II), werd gesticht in 1822. De elitaire geest van deze vereniging kwetste evenwel de sierplantkwekers die zich vanaf 1835 verenigen in de Société Linnéenne de Bruxelles, een vereniging met een meer “democratische” geest. Later zullen de twee verenigingen opnieuw samengaan voor de internationale wereldtentoonstelling van Brussel in 1935, en uiteindelijk fuseren ze onder de naam Société Royale Linnéenne et de Flore de Bruxelles. Deze verbinding kwam tot stand onder leiding van Firmin Lambeau (zakenman) van de Société Linnéenne en Jules Buyssens (landschapsarchitect) van de Société de Flore.

De tuinbouwwetenschap, een deel van “de Belgische ziel”: In het eerste deel van de tentoonstelling wordt het historische kader van de Belgische tuinbouw mooi in beeld gebracht. In samenwerking met dr. Denis Diagre wordt de Brusselse tuinbouw van 1830 tot 1865 hier in al zijn pracht getoond.

De orchidee in al haar fasen: Het tweede deel van de tentoonstelling richt zich op het botanische aspect en de geschiedenis: hier kan het publiek de beroemde orchidee ontdekken. Deze werd trouwens prachtig geïllustreerd door de Brusselse schilder, Alphonse Goossens. De familiearchieven van de schilder zullen tijdens deze tentoonstelling voor de eerste maal worden getoond. Onder leiding van Pierre Delforge wordt nader ingegaan op de verrassende aspecten van de orchidee.

Wat rest er van de tuinenpracht van Brussel? De reis van deze tentoonstelling eindigt met een fundamentele vraag: “Wat rest er van de tuinenpracht van Brussel?” Bij wijze van antwoord stelt Leefmilieu Brussel drie belangrijke parken van het Brussels Gewest voor: de Tuin van de Bloemist, De Kruidtuin van Brussel, het Park Tenbosch, en wordt het publiek uitgenodigd om (opnieuw) een bezoek te brengen aan de bewijzen van dit prachtige erfgoed.

{On}Draaglijk: De Société Royale Linnéenne et de Flore nodigde de Brusselse kunstenares, Véronique Goossens, tevens achterkleindochter van de schilder van de orchidee (Alphonse Goossens), uit om als aanvulling op deze “organische” tentoonstelling een magistrale installatie te realiseren in de centrale ruimte van de Sint-Gorikshallen in Brussel. Alle bordjes van deze tentoonstelling zijn opgesteld in drie talen: Nederlands, Frans en Engels. Er worden ook animaties voorzien voor georganiseerde groepen, scholen enz. De organisatoren verwachten zo’n 25.000 bezoekers.