Welgeteld 167.000 wereldwijde eigenaars van een Mazda RX8 zullen morgen sip kijken als de nieuwe gestyleerde RX8 in Detroit even de show zal stelen. Hij bezit evenwel nog dezelfde bi-rotor rotary-engine maar verder is er geen gelijkenis meer. Het model 2009 (in Detroit spreekt men telkens van volgend modeljaar) figureert er naast de Mazda Taiki, de Concept Car die in Tokio te zien was en nu voor het eerst buiten Japan wordt geshowd.
Veel aandacht zal uitgaan naar de Mazda Furai. Het is een prototype dat herinneringen oproept aan de eerste Japanse zege in de "24 Uren van Le Mans" in 1991 met Bertrand Gachot, Volker Weidler en Johnny Herbert. Het was niet de eerste Japanse auto die won, het was tevens de eerste zege van een rotary-engine. In de zwartgeblakerde "kist" die in Detroit staat zit een "Wankel"motor met drie rotors die kan rijden op E100, hetzij voor het volle pond op, ethanol..
Mazda wil een "verdere evolutie voor de rotatieve revolutie". Het merk blijft geloven in die rotary-engine, de enige in de wereld in een serieproduct, zeker als de proeven zullen afgerond zijn met de op waterstof rijdende RX8's in het Japanse verkeer. Het grote probleem was - en is nu nog gedeeltelijk - de afdichting tussen de stator (het huis) en de rotor (die in het huis draait). Die moest zo nauw mogelijk zijn en blijven om een compressie te kunnen opbouwen en in stand te houden. Nieuwe materialen en gebruikte olieën maakten dat de afdichting steeds beter werd. Het brandstofverbruik dus ook lager. Verder is er nooit een basisprobleem geweest. Als men de coureurs van de "787" die Le Mans wonnen, of degenen die met de RX7's reden (Dieudonné, vermeersch, Walkinshaw) die o.a. de etmaalrace van Francorchamps wonnen, de vraag stelt hoe "het ding" reed dan komt steevast het antwoord "niet kapot te krijgen". Wie Gachot een beetje heeft gekend weet wat dat voor kwaliteit moet zijn! (Tekst:Walter Rombauts/Foto's: Mazda)
Detroit tijdens de winter. Koud, heel vaak besneeuwd, industrieel ongezellig ogend. Maar wel het hart van de Amerikaanse autoindustrie. Waar Ford, Chrysler en GM een eigen boksring hebben. Figuurlijk bedoeld dan. Maar er is ook die echte boksring in de Cobo Hall waar Joe Louis de grote matchen won. In die historische plek, bereikbaar uit alle hotels met die onnavolgbare "people mover", een monorail in de ziellelucht van de stad, gaat van 19 t/m 27 januari 2008 de Motor Show van de stad door. Voor de 101ste keer.
Sinds Toyota in 1989 er zijn eerste Lexus voorstelde, de 430 LS, wrong de autoshow zich tussen de grootsten van de wereld. Sindsdien heet hij overigens de "North American International Auto Show". Daar wordt Amerikaans gespeeld. Hard. Terwijl in Brussel (17 t/m 27 januari) de "software" wordt getoond, is de "hardware" daar voor het grijpen. General Motors komt er sterk uit de hoek. Eén van de divisies, Cadillac opent spetterend het vuur met de Provoq. Je kan het sissen van de stroom doorheen batterijen, electromotoren en...zonnepanelen ruiken, voelen. De toekomst doet sidderen. Ze staat aangenaam dichtbij.
Zes kilogram kundig gekoelde waterstoftanks liggen onder de vloer van de Cadillac Provoq. Een brandstofcel van de vijfde generatie binnen GM genereert electriciteit waarmee de elektromotoren worden aangedreven. De uitstoot is alleen waterdamp. Dus geen gram CO2. Cadillac doet eigenlijk een gelijkaardige toekomstoefening zoals is gebeurd met de Chevrolet Sequel. Net geen 500 km actieradius. Maar niettemin zéér respectabele cijfers.
Er kan 483 km op waterstof worden gereden en nog eens - de laatste - 32 km puur elektrisch. Bovendien, voor de sceptici..., accelereert de Provoq in 8" van 0 naar 100 km/h en haalt een topsnelheid van 160 km/h. Daar zorgt de 88 kW/120 pk elektromotor voor. Gevoed door stroom uit brandstofcellen. Die prestaties zijn een belangrijke bijzaak omdat de koper morgen toch uitzicht moet hebben op aangenaam rijden. Maar ze zijn geen doel op zich. Tenzij in de autosport. Daar zijn prestaties binnen welomlijnde reglementen een edele sportbeoefening. Overigens gaat Toyota het in Le Mans volgend jaar met een hybride proberen. Kwestie van wat vonken te slaan.
Knetterende brandstofcellen en hooggespannen batterijen. En die daarjuist genoemde zonnecellen dan ? Cadillac glundert als je het vraagt. Voor wat een verdere evolutie is van het design-idee CTS, een elegant crossover-embryo, voorzag de historische constructeur het dak van zonnepanelen die alle electrische functies in het futuristische interieur voeden. Alle stroombewegingen, alle spanningsvelden, alle omschakelingen van elektromotoren, al die droge materie wordt in een schitterend beeldspektakel omgezet op een centraal scherm op het dahsboard. Wie er achteloos naar kijkt ziet vuurwerk. Wie een beetje snapt van wat er gebeurt ziet wonderen. Juist dat sprookjesland zal moeten gaan worden uitgelegd aan de consument. Of hij koopt zo'n ding niet. Het is tijd dat de industrie de hele wereld in het eerste studiejaar zet. Elektrorijden voor "dummies".
Die Cadillac Provoq is een conceptcar en daarom niet in Brussel te zien. Daar staat de bravere, meer conventionele CTS. Maar toch wel de voorbode van die zeer nabije toekomstauto. Wie dus de toekomst wil inademen moet niet noodzakelijk naar Detroit's Cadillacstand. In die CTS zitten ook al onvermoede aspecten. Cadillac heeft nieuwe allures. Genoeg om uppercut's te gaan uitdelen in de verdere autogeschiedenis.Tekst:(wr)/Foto's: Cadillac