Eén van de minst besproken aspecten van de elektrische auto is de stilte. Nadat is gestart hoort men niets en doordat een elektromotor vanaf zijn eerste omwenteling zijn volle koppel levert kan het wegrijden nogal verrassend fors geschieden. Dat kan worden opgevangen door een Continu Variabele Trasnmissie of door een reductie-eenheid zoals in de Renault Twizy. Maar zaaks blijft een soort waarschuwingsignaal naar de argeloze - en vaak zwakke - weggebruiker te geven. Dat zoiets nu nog ontbreekt komt omdat er geen standaardnorm wordt bereikt tussen het groeiend aantal producent van EV's. Iedereen wacht een beetje op iedereen.
In Japan, waar al meer dan 30 jaar kleine elektrische stadsautootjes rondrijden, bedacht het wereldconcern Hitachi verschillende "sounds" van uiteenlopende grote wagens Porsche en Ferrari's Op die manier hoorde men de lilliputters aankomen en kon de vaak gefrustreerde bezitter op z'n minst genieten van de klank van zijn droomwagen. De - wellicht Europese richtlijn - terzake zal er anders bij klinken.(wr)
In de jongste statistieken van de "Algemeine Deutsche Automobil Club" (ADAC) is het opvallend hoe vele renaltmodellen met de hoogste ranking "groen ++" worden onderscheiden. dat is een kwaliteitslabel dat wordt toegekend aan "aanzienlijk minder defecten dan gemiddeld." Raar uitgedrukt vinden we dat, maar de Renault's Twingo, de Clio, de Modus, de Mégane, de Scénic en Laguna, kunnen er alvast maar goed mee zijn. Dat de Franse auto's doordringen tot in de groene zone van machtige Autoclubs zoals ADAC, komt omdat men de Duitse "feeling" in de producten is gaan leggen. Dezelfde trend zet zich door bij PSA voor Citroën en Peugeot waar ondertussen ook die Duitse norm het grote publiek aanspreekt.(T/F:wr)
De elektrische auto, verder steeds als EV geschreven, dringt door in de plooien van de immobiliteit. Want je moet ziende blind zijn om niet op te merken dat 7 miljard planeetbewoners zich alsmaar vaster rijden. De steden verstikken, de open wegen dragen lange slierten van autos en vrachtwagens, die hobbelend over verkeersdrempels, interstedelijk vervuilen, ongelukken veroorzaken. De denkers over de Electrical Vehicle zien de peperdure Teslas anders dan prestatiegerichte tuigen.
Auto-emotionaliteit mag bestaan, zal overigens altijd bestaan. Maar beide groepen zullen ieder hun eigen speeltuin moeten hebben. Krachtpatserij op veilige, gesloten omlopen. Pure mobiliteit is basisbeweging. Zelfs zonder de EV bracht Renault daar al voorbeelden van. Een Dacia bijvoorbeeld is basismobiliteit, betaalbaarder en minder gesofistikeerd dan de glittermachines. Het maakte nochtans voor Alain Prost niet uit om met die simpele tuigjes de Trophée Andros te winnen. Waaruit blijkt dat het ene het andere niet in de weg staat.
De eerste van vier EVs die Renault nu in snel tempo gaat commercialiseren, slaat al direct gensters. In concept én in prijs. Het concept laat toe dat twee personen plaatsbesparend achter elkaar zitten. De eerste comfortabeler dan de tweede. Maar de Twizy is maar 1191 mm breed en 2320 mm lang. Hij kan daardoor zelfs dwars worden geparkeerd. In prijs is de boum het grootst: vanaf 6990 ! Het eerste rare effect is dat er geen portieren zijn.
Beleefdheidshalve wordt daarover niet teveel gezegd. Op een schampere vraag na wat gedaan bij regen ? Maar je hebt wel een dak boven je hoofd. En je zit in een echte auto die ZERO vervuilt, vier wielen heeft. Vooraan kleinere dan achteraan, zoals bij de Smart. Geen ABS, geen ESP, geen verwarming. Basisbeweging. Tegen maximum 80 km/h, honderd kilometer ver en dan een stekker opzoeken. Maar voor de stad kan het. De meeste mensen rijden maar 40 of 50 km per dag. Maar ook verder dan dat spelt Renault zoals we verder zullen zien de les.(Tekst:Walter Rombauts/Foto's: Renault)