Fernando Alonso komt op 14 juni 2014 de "24 Uren van Le Mans" op gang flitsen. Daarvoor moet de wereldkampioen F1 van 2005 en 2006 volgend weekeinde nog de GP van Canada rijden met de Ferrari T14. Wat anders kon hij antwoorden op de vraag of hij optimist is, met de woorden "ik maak me sterk dat een podium binnen bereik ligt en dat we aansluiting krijgen met Red Bull en het dominerende Mercedes". Goeie vent die Fernando, nog betere autocoureur overigens. Le Mans suddert onder de hybridespanning, hotels zitten proppensvol tot in een straal van meer dan 100 km van wat ooit een klein provinciestadje was met 100.000 inwoners. Gemoedelijk, historisch groot, nu industrieel rijk.
We laten het Mekka van de hoogtechnologische autosport even rusten, fixeren ons een wijl op Montréal in Canada waar volgend weekeinde op het eiland Ile Notre Dame, daarna Circuit Gilles Villeneuve geheten, het WK Formule 1 verder gaat. Hamilton zal trachten zijn ploegmaat Rosberg weer van de leidersplaats in de WK-stand te stoten. Maar deze bijdrage gaat over iets héél anders. Over vijgen na Pasen vanwege de "Fédération Internationale de l'Automobile" (FIA) die zowaar met de Formule E (elektrische éénzitterracen) het warm water opnieuw heeft uitgevonden. Ongeziene arrogantie ten top. Minstens dertig jaar te laat, om niet te zeggen meer dan...100 jaar te laat. Na een eeuw wakker worden is als uit de volledige narcose komen na een zware operatie. Het gaat dan spoken, het raaskallen begint, schrikbewegingen gaan het pad effenen om weer met beide voeten op de grond te komen. Formule E, geen lachertje, maar zoals ineengegoten bijna een kermis-attractie.
We zullen het braafjes houden. In de oertijd van de automobieljournalistiek, toen er in de kranten nauwelijks iets verscheen over autosport, was het ten strengste verboden in de ik-vorm te schrijven. Dat was arrogant. Vandaag begint alles met "ik". Daarom ga ik een uitzondering maken en tegenover de FIA eens in de "ik-vorm" formuleren. In 2012 ontstond binnen de FIA de belangstelling een kampioenschap met puur elektrische éénzitters te organiseren dat "het hoogst gekwalificeerde kampioenschap met EV's moet zijn". Een elektrisch Formule 1...WK ??? Wie weet ? Er zijn wereldwijd tien races gepland met 20 coureurs en...40 auto's. Iedere manche duurt 45' en er zijn twee pitstops voorzien. De batterijen komen van Williams in samenwerking met Spark Racing Technology en de elektromotoren van Mc Laren...De chassis' zijn van Dallara en om het gezever kort te houden is het Renault die tijdens het startjaar de drijvende kracht achter de schermen zal zijn.
Achttien jaar geleden (1996) woonde ik geregeld dergelijke races bij in Amerika. Daar was zo'n kampioenschap al gemeengoed, met die nuance dat de met F3 te vergelijken éénzitters in elkaar gedacht werden door universiteiten. De FIA had toen nog niet in de verste verte benul van het bestaan van die kampioenschappen. De auto's haalden een topsnelheid van 170 km/h, en accelereerden evengoed als die van de FIA in 3" van 0 naar 100 km/h. Een koud kunstje als men in herinnering brengt dat een elektromotor vanaf zijn eerste omwenteling zijn maximum koppel aflevert. Ik heb Lynn St. James en Marc Schonkert leren kennen in die Amerikaanse races en met hen vele babbels mogen hebben. Lynn St.james - ooit in de 500 Mijlen van Indianapolis actief - wist me te vertellen dat racen met elektro-auto's het beheersen van de - batterij - energie de essentie is. De huidige Formule 1 neigt ook naar die kant en de hybride-auto's in Le Mans kantelen ook naar energiecontrole. De piloten kunnen niet zomaar dwaas op de gasplank trappen, want dat wordt zwaar afgestraft.
Nog steeds in Amerika was er een pitstop als de batterijen (lood-acide nog) leeg waren. De tweemaal twaalf (aan iedere kant twaalf) werden door mecaniciens vervangen en de auto ging terug de baan op. Wie het juiste evenwicht tussen balletdansen op de potentiometer vond en de aangehouden snelheid, won meestal de race. Er was geen lawaai, en dus ook geen publiek. De FIA-auto's zouden 80 dB aan geluid produceren, 10 dB minder dan de gemiddelde personenwagen. Ik heb nu geen verklaring hoe dat komt. Michelin die slickx heeft ontwikkeld voor de Formule E zit er voor iets tussen. Maar ik mis op dit moment daarvan de essentie.
In het Formule E-kampioenschap zijn er ook pitstops. Als de batterijen plat zijn stopt de coureur met wagen A aan de pits, springt uit de auto en loopt 100 meter verder naar wagen B die hem opwacht met volle batterijen...De race gaat dan voort en zo zijn er 40 auto's die deelnemen aan de kermiscarrousel. Iemand wint, iemand wordt kampioen en verder wordt er niets nuttigs bewezen. Minder "energie-management" vanwege de coureur. Omdat alle races in steden worden gereden zal de GP van Monaco op 9 mei 2015 als hoogtepunt worden ervaren. Het zal moeilijk zijn om de race-techniek aan het grote publiek uit te leggen. Hoe breng je visueel "energiemanagement" over ? Ik doe een poging. Met de Nissan LEAF, de onderschatte puur elektrische auto van de partner van Renault, vertrok ik met een volle batterij die een autonomie van 126 km "waarborgde". De rit liep over departementale wegen die wel verkeer en veel bochten hadden maar file-vrij waren. (In de file ben je met een EV zo uitgeteld).
Via het fascinerende spel van acceleratie, gaspedaal (potentiometer) lossen voor de bocht en de vertragings-energie gebruiken om de batterij weer met elektrische energie bij te laden. Walsen met acceleratie, vertragen, soms remmen voor een hindernis of scherpe bocht haalde ik de hele afstand met aan het eind een zogoed als intact gebleven autonomie van 123 km. Niemand zal dit geloven, behalve de personen die bij me waren. En laat het duidelijk zijn: het kan alleen in die wegomstandigheden omdat niet telkens die 1000 kg en meer vanuit stilstand op zwier moet worden gebracht.
De essentie is echter dat er bij die oefening ZERO-uitstoot aan schadelijke gassen is. Want die zijn er gewoon niet. Dat is wat de FIA goedbedoeld maar wat laat naar het grote publiek wil communiceren met de Formule E. Eind vorige eeuw won Ferdinand Porsche met een Lohner-Porsche al elektrisch races. Ieder van de vier wielen had een elektromotor en de batterij lag laag en precies in het midden tussen de vier wielen. De FIA-promotors van de Formule E op de Place de la Concorde nummer 8 in Parijs, moeten eens goed in de archieven kijken. Dat brengt realiteitszin en bescheidenheid bij. Laat de FIA vooral niet denken dat ze met iets wereldschokkendst nieuw komen. Vervelend om zeggen, maar ze komen bangelijk honderd jaar te laat. Vergevingsgezindheid is een goede deugd. Laat ons daarom zeggen minstens dertig jaar te laat. Wat niet belet dat de Formule E leuke situaties kan opleveren. (Tekst en foto's:Walter Rombauts)
|