De patroonheilige van Monaco is St.Devote. Hij heeft een mooie kapel die zowat achterin staat in de eerste rechtse, zéér verraderlijke, bocht na de start van de GP van Monaco. "Virage St.Devote" is zowat synoniem geworden met de Formule 1. De grootste namen zijn er al in de val getrapt. Raïkkönen en Verstappen natuurlijk nog vorige weekend. Vanuit de cockpit gezien is het alsof hij telkens een andere gedaante aanneemt. Hij maakt net geen (90°) rechte hoek, vanuit de helikopter gezien lijkt hij op een boemerang.

De kapel staat net ver genoeg achteruit opdat er geen bolide kan invliegen. Daardoor is er voor wie bijvoorbeeld te laat remt, een vluchtplaats. Voor een schietgebedje. De mooie kapel is in 1606 gebouwd, daarna is de gevel nog eens vernieuwd en tijdens WOII zijn onder de Duitse bombardementen alle mooie glasramen aan diggelen gevlogen. Een zekere Fassi Cadet restaureerde ze in 1948. Voor iedere bezoeker aan Monaco is ze een bezoek waard. Zonden worden er vergeven en er staan héél grote offerblokken. Zoals dat in Monte Carlo hoort.

Anthony Noghès, voorzitter van de "Automobile Club de Monaco", dikke vriend van de familie Grimaldi, ligt aan de basis van de eerste GP met die naam. Hij werd gewonnen door William-Grover-William in een Bugatti 35. Net als zijn vriend, landgenoot en tegenstrever op de piste's, de Fransman Robert Benoist ging Grover in het verzet en belandde in het Duitse concentratiekamp Dachenau waar hij op zijn 42ste in maart 1945 werd doodgemarteld. De stratenomloop van Monaco is opgenomen in de lijst van "Zeven Sportwonderen van de Wereld". Werelderfgoed dus en beschermd.

Michaël Schumacher, zevenvoudig wereldkampioen F1, zei ooit over Monaco "vanwege het gevaar is het aanvaardbaar dat het één keer per jaar op de kalender staat, maar eigenlijk kan het niet." Maar gevaarlijker dan skieën waar het niet hoort kan het niet zijn. De Italiaan Lorenzo Bandini is de bekendste van vijf doden die Monaco in zijn geschiedenis eistte. Hij verbrandde levend in zijn Ferrari in de GP van Monaco 1967. St.Devote kon niet helpen.(Walter Rombauts)