Koen Wijckmans, de beste huidige auto- en autosportjournalist van België, zond me de vorige dagen een herinnering aan de tijd dat er nog sneeuw lag en kleurgetrouw hagelwit zag. Het is een foto van een testrit die we deden in Lapland en Zweden in o.a. Arjeplög, alles binnen de Noordpoolcirkel. We zoefden met spijkerbanden over de autobrede landwegeltjes, tussen de bomen, soms dwarsgaand en die kist heerlijk opvangend tegen 150 km/h. Ik herinner me nog dat een ingenieur van Bendix, dat nauw samenwerkte met Ford, op wat de achterbank moest zijn lag te slapen. Hij was er gerust in dat we de aquavit gingen halen. Alle drie konden we er weg mee. Met sneeuwrijden en met de verwarmende drank.
Van links naar rechts Walter Rombauts, Heikki Mikkola en monument Gilbert Staepelaere die ons in 1996 door een hardnekkige ziekte te vroeg verliet. Hij was de "vader van de Drie Musketiers", boek geschreven door een ook al overleden pionier Marc Martens. De Drie Musketiers waren Marc Duez, Robert Droogmans en Patrick Snijers. Gilbert, met wie ik altijd een liefde-haat verhouding had, behalve over "babes", heeft van de Drie Grote rallyrijders gemaakt. Eén van de twistpunten tussen hem en mezelf was dat hij ooit in Ieper tegen stuurgenie Walter Rörhl met één seconde verloor. Nadat ik het waarheidsgetrouw in de Gazet van Antwerpen destijds had neergepend, belde hij me midden in de nacht op met de kwade mededeling dat hij "gemakkelijk" voorbij Rörhl kon.
Twee uur hebben we aan de lijn gehangen. Een gezamelijke gezellige herinnering aan een bepaalde dame heeft ons tenslotte de vredespijp doen roken. Rörhl was eerst, bleef eerst, en Gilbert was meer dan eervol tweede tegenover een wereldkampioen van formaat. Walter Rörhl was ooit chauffeur van een aartsbisschop, die uiteraard altijd op tijd kwam, maar ook zijn staf en mijter moest rechthouden tijdens de rit. Ooit mocht ik met WaldHerr Rörhl eens mee als "navigator" in de besneeuwde bergen. 200 km/h wees de teller, met voor ons een reusachtige rots en een linkse venijnige knik in de weg.
Mirakuleus wrong hij even aan het stuurtje en weg was de rots en werd het gaspedaal weer dieper ingetrapt. Ik kon niet nalaten hem te vragen "Walter, ben jij nooit bang ?". Hij loste wat gas, relaxte wat, keek me met zijn eerlijke karaktervolle ogen aan en zei "Ja, Walter, soms ben ik bang." Waarop ik de onontkoombare vraag stelde...."En wat doe je dan ?" Zijn antwoord was het verstandigste dat ik in mijn leven kreeg. Ik ben het nooit vergeten en heb het altijd in regen, op sneeuw, op ijs, toegepast. Hij zei kort en bondig: "Dan vertraag ik." Uit het Grote Boek van de Wijsheid gegrepen.(tekst: wr/foto: Koen Wijckmans)
|