Ontstond het begrip "GP" dan in 1906 in en rond Le Mans, de eerste wereldoorlog vertroebelde héél die wetenschap. Na WO II hernam de sportieve confrontatie tussen de grote autoconstructeurs en werd het begrip Grote Prijs van... weer in ere hersteld. Naar WO II waren de racewagens van Auto Union - het latere Audi - en Mercedes krachtbeesten van jewelste. Daarentegen waren de Alfa's met o.a. Tazio Nuvolari maar speeltuigen. Hitler wilde een hakenkruis op de Duitse auto's en zo geschiedde.
In de huidige musea zijn die hakenkruisen (in India "zonnewielen" genoemd) met fotoshop verwijderd. In mijn miniatuurcollectie heb ik er nog mét het gehate en tegelijk misbegrepen teken. Afhankelijk vanuit welk gezichtspunt het wordt aanschouwt. Hoe dan ook wil ik iets vertellen over de Mercedes 3 liter W154 die een motortype M 163 had. Een drieliter twaalfcilinder met een boring x slag van 67 x 70 mm die bij 7800 t/m (355 kW) 483 pk uitbraakte...De motor was in een V-vorm van 60° gebouwd waardoor de torsiekrachten gedemt werden in de lange zevenmaal gelagerde krukas. Daarmee begint het verhaal.
Om bovenstaande reden was de ontstekingsvolgorde 1-8-5-10-3-7-6-11-2-9-4-12. De motor lag voorin, dus zat de coureur achter een lange gewichtsvolle neus. Daardoor had de auto een onderstuurneiging die alleen met de wielgeometrie op de wielen voldoende te wijzigen was naar neutraal tot overstuurd. Achter de coureurs vormde een benzinetank met 233 liter inhoud voor het geheel. In die jaren hebben Rudolf Carraciola, Hermann Lang en andere Manfred's von Brauschitz het mooie weer gemaakt met deze opmerkelijke Mercedes. In die tijd was een echte compressor en geen turbo de norm. In de W154 zat er ook een dubbele die vanaf de eerste motoromwenteling via een maximale cilindervulling al het maximale koppel van 50 mkg gaf. In Newtonmeter (Nm) dat nu internationaal wordt gebruikt is dat 490 Nm.(wr)
|