Behoudens mechanische of elektronische pech was de zege van de Toyota's TS050 een voorspelbaar iets. Fernando Alonso behaalde zijn eerste WEC-titel en won voor de tweede keer de 24 Uren van Le Mans. Samen met de Zwitser Sebastien Buemi (3 x wereldkampioen in Formula E) en de Japanner Nakajima. De grootste autoconstructeur ter wereld en pionier in de dagdagelijkse hybrid-technike in o.a. de Prius, bracht een TS050-Hybrid in lijn die 750 kW (1000 pk) opbracht, vierwielaandrijving in de bochten had en gewoon 350 pk sterker was dan alle andere concurrenten in de LMP1. In aanwezigheid van Porsche was zo'n solorit niet mogelijk geweest.
Alle andere LMP1's waren gedoemd met hun 650 pk per ronde 2" in te boeten tegenover het Japanse geweld. Meteen overtreft het merk uit Nagoya in Japan, in wiens fabriekstuin een daadwerkelijke copie van onze "manneke-pis" staat, Mazda die in 1991 als eerste Japanse auto de 24 Uren van Le Mans wonnen met Volker Weidler, Bertrand Gachot en Jonnhy Herbert. Met een rotary-engine, de erfenis van Felix Wankel die door Kenichi Yamamoto in het hoofkwartier in Hiroshima doorontwikkeld werd. Totyoa heeft er meer dan twintig jaar over gedaan om tot deze dominantie te komen.
Als we de twee auto's zonder tegenstand wegdenken is onze landgenoot Stoffel Vandoorne eigenlijk met een derde plaats de eigenlijke winnaar van de etmaalrace. Hij reed in gezelschap van Vitaly Petrov en Mikhalil Aleshin in de BR Engineering BR1-AER van het SMP-racing. Hun regelrechte concurrent, de Rebellion R13-Gibson van André Lotterer (3 x LM winnaar), Neel Jani en Bruno Senna (ja,ja, die...) kenden in het eerste derde van de wedstrijd allerlei tegenslag en alleen hun individuele stuurgenius kon de LMP1 terug op de vierde plaatst brengen. De Toyota's overheerstten in die mate, op een lekke band na, dat de vraag rijst op de Automoble Club de l'Ouest niet dringend zijn reglement moet herzien. De verwachte H24 - waterstofauto - reed wel een demonstratierondje, maar is niet competitieklaar. Le Mans heeft altijd borg gestaan voor technische vernieuwing. Laat ons hopen dat de 88ste editie van 2020 een evenwicht brengt tussen de LMP1's.
Ferrari vierde in Le Mans zijn zeventigste overwinning in de eerste na-WOII etmaalrace. Die werd gewonnen door de Italiaan Luigi Chinetti die de Ferrari 166 met het nummer 22 als winnaar over de eindstreep reed. Opmekelijk is dat de man liefst 21 uur en 51 minuten de race alleen afrondde... Pas in 1950 zou Ferrari in de tweede race van de Formule in 1950 op 21 mei in Monaco als merk verschijnen. In Le Mans heeft het evengoed als Porsche, Bugatti en om ook Jaguar maar te noemen een ongemeen boeiende geschiedenis. Iets over de LMP2 die door Alpine is gewonnen, en de dominerende Gibson motoren die voor €1250 per uur worden gehuurd en in een Oreca of Dallarachassis worden gemonteerd. Zo'n koolstofchassis kost zo'n €483.000. Zonder taksen. Op de LMP1 staat geen prijs. Dat is een heel jaar doorontwikkelen. Vanaf morgen, als de coureurs nog altijd verzuipen in champagne. (Walter Rombauts/Foto's:wr)
|