De simulatorraces waaraan kersvers en betwist wereldkampioen F1 Max Verstappen meedoet, worden de grote autocoureurs omschreven als "videospelletjes". Bertrand Gachot (winnaar 24H Le Mans 1991), Jacques Villeneuve (wereldkampioen F1 1997) en anderen als Alain Prost (viermaal wereldkampioen F1) hebben dat aldus ervaren. In het echt op het asfalt van een omloop is het anders. De asfaltlagen willen onderling wel eens verschillen, soms is het oppervlak biljartglad of soms hobbelig. Daarmee zeilen de videogames weg van een pure technische realiteit: de interactie van de wagenbodem en het bereden oppervlak van de asfaltlaag op de omloop.
Terwijl moeilijk kan worden beweerd dat 2021 niet spannend was, willen de iegenaars van de F1 sinds de overname ervan in maart 2017, toch meer inhaalmaneuvers creëren tussen de auto's onderling. De bolides hebben nog steeds voor- en achtervleugels, maar in de wagenbodem zijn twee tunnels gevormd waarmee het zogenaamde "grondeffect" ontstaat. Eerder in de F1 geschiedenis deed Colin Chapman het al voor eind de jaren '70 met Lotus. Maar zijn design was radicaal een omgekeerde vliegtuigvleugels als vorm van de bodem van de auto. Waardoor die tegen het asfalt werd gezogen. De meeste jonge mensen weten best hoe een vliegtuigvleugel werkt.
Door de bolle vorm van de voorkant die eindigt in een aflopende mesvorm versnelt de lucht boven de vleugel. Als lucht versnelt creëert het een vacuüm waardoor het vliegtuig opwaarts wordt gezogen. Op Chapman's "Wing Cars" zoog die de auto tegen de grond waardoor bochten onwaarschijnlijk snel konden worden genomen. Met oplopende G-krachten tot 5G en meer. Jacky Ickx zei er ooit over dat het soms moeilijk was om de voet van het gaspedaal naar de rem te krijgen. Medisch werden er ook vragen over gesteld omdat de vijf liter bloed die een mens heeft, zich tegen de aderwanden "plakte" en dus een normale bloedcirculatie kortstondig onderbrak.
Voor alle duidelijkheid: de F1 2022 heeft géén omgekeerde vliegtuigvleugel als bodem. Wel twee tunnels die eveneens volgens het principe van Bernouilli's principe werken. De smalle ingang van de tunnel is vooraan, eigen zo laag mogelijk gesitueerd tegen het asfalt, en omdat die oplopend breder wordt creëert die de luchtversnelling die nodig is om de auto tegen de grond te zuigen. Ondersteund door de bovenste aerodynamika van vleugels waaraan niet wordt geraakt, buiten wat kleine details zoals een kleine overkapping van de voorbanden die mee voor een betere afkoeling van de remschijven zouden moeten zorgen.
De F1's van het Amerikaanse Liberty hebben dus twee tunnels in de wagenbodem om een licht grondeffect te bekomen. Laat mij het in dit geval eerder een "aerodynamische interactie" noemen tussen wagenbodem en asfalt. De ingenieurs van de F1, van Liberty Media dus, een vijftal willen hiermee de "weerstand" verkleinen die door turbulenties achter de achtervleugel weg te werken, zoniet stevig te verminderen. De F1-auto uit 2021 verliest bij het inhalen van een voorligger door "vuile lucht; turbulenties" 35% van zijn downforce op het asfalt op 20 meter gemeten van de neus van de voor hem rijdende auto. Komt die nog dichter tot op 10 meter dan loopt het gripverlies op het asfalt al op tot 47% !
De F1's vanaf nu krijgen door het grondeffect minder last van die afremmende turbulenties van de voorligger. In grote mate zelfs. Gemeten op dezelfde 20 meter van een voorligger bedraagt het "drag-verlies" slechts 4% en op 10 meter van de op kop rijdende bolide slechts 18%. Daardoor kunnen meer inhaalaneuvers worden gescoord. Hopelijk denken de mensen van Liberty er dan ook bij dat de coureurs elkaar onderling nog "lebensraum" geven zodat het niet weer bots-autootjes worden zoals we er in vele van de GP's vorig jaar hebben gezien. Techniek beheersen is knap. Menselijke zelfdicipline opvoeren nog knapper, maar veel moeilijker. Het is één aspect waarom enkelen zoals Jackie Stewart, Jack Brabham, nu ook Lewis Hamilton met "Sir" worden aangesproken. Net iets hoger niveau dan een kampioen. (Walter Rombauts)
|