Toyota brengt dezer dagen de vijfde generatie van de Prius op de markt. De eerste Prius werd gelanceerd in 1997 en bleek direct een succes. De auto heeft een verbrandingsmotor én een elektromotor. Bij vertragingen (negatieve versnellingen) verandert de motor in een generator die een batterij oplaadt dewelke de stroom weer afgeeft langs een elektromotor als de bestuurder dat wil. Dat principe is - geraffineerder - sinds 2014 ook in de Formule 1 te zien. Dus bij zulke auto heeft men geen stekker nodig om de batterij op te laden. Dat doet de motor zelf.
Toyota meende er toch goed aan te doen om naast de "klassieke" Prius-techniek ook een Plug-Inn aan te bieden. Wegens de opgevoerde drang naar elektrificatie wereldwijd. Indien de koper opteert voor deze versie van de Prius dan heeft hij ook zonnecellen op het dak. Die laden de batterij op, ook als de auto niet aan een laadpaal verbonden is. Dat is al een pientere kijk op de zaak.
Veertig jaar geleden experimenteerde Volvo - toen nog niet eigendom van het Chinese Geely - al in het relatieve geheim in het hete Arizona nabij Phoenix (55°C in juni) met dergelijke zonnepanelen op de achtervleugels van sommige Volvo's. Met de bedoeling daarmee alle accessoires te voeden. Elektrisch rijden diende zich toen nog niet zo aan. In ieder geval scoort Toyota andermaal met de Prius waarvan tien miljoen exemplaren zijn verkocht. In Amerika haperde de verkoop even door een ernstig mankement waardoor de wielen van de auto rolden, maar dat is nu uiteraard opgelost. Graag zou ik eeen foto bijvoegen van de nieuwe Prius, maar de Belgische PR-dienst van de grootste autofabrikant ter wereld is niet bij machte deze aan te bieden. (Walter Rombauts)
|