De officiële voorstelling van het nieuwe Amerikaanse F1-team dat de naam "USF1" draagt snoert alle monden van de vele criticasters die het voor een luchtbel hielden. Maar nu is bevestigd dat de auto in Charlotte, North Carolina, zal worden gebouwd en het team er ook zijn hoofdkwartier zal opslaan, weet Bernie's wereldje er niet echt blijf mee. Voor de eerste keer hebben we de F1-baas in de vorige dagen het energieke hoofd zien schudden over zoveel onbegrip vanwege Honda in Brackley waar Brawn en Fry al verschillende offers kregen, maar die weigerden. Ook die van de grote manitou Ecclestone.

Dat USF1 zich in 2010 als tiende team aansluit bij de constructeurs is des te zekerder omdat Ken Anderson in het partnership Peter Windsor ondersteund. Anderson was vroeger technisch directeur bij Ligier en Onyx en staat in de States bekend voor zijn kennis over "open-wheel-racecars-design". Op de vraag hoe de nieuwe auto er zal uitzien kwam eerder een ontwijkend antwoord. "Er bestaat geen boek over hoe je een F1 maakt", zei Anderson. "Er bestaan wel veel boeken hoe je er moet mee rijden, maar hoe je een team ordent, daarover bestaat geen één..."

"Maar als je in het verre  en recente verleden kijkt, is het belangrijkste een belangstellende biljardair te vinden en hem een vaardig team aan te bieden. Dan heb je de grootste kans op slagen. Of je moet zoveel geluk hebben dat je wordt uitgenodigd door een grote autoconstructeur om hun Formule 1 activiteit voor hun te ontwikkelen." zei voormalig teambaas en journalist Peter Windsor nog. Opdat hij voor die nogal arrogante uitspraken niet direct bij het nekvel zou worden gegrepen en als welpje aan de kant gesmeten, haastte hij zich om er snel aan toe te voegen dat "Ken (Anderson) en ik lang genoeg het wereldje kennen om niet één van die twee even irreële als ideale mogelijkheden te zoeken. We willen ons eigen team realiseren en op onze manier."

"We beseffen ook dat het bijna onfatsoenlijk klinkt om in een recessie bergop te gaan alsof ons geld als manna uit de hemel valt. We zullen slechts een klein deel van ons team ter beschikking van sponsors stellen. Maar hoe en wat precies vertellen we pas later." besloot Windsor, ex-Williams team manager die daarom eigenlijk au serieux moet worden genomen. Frank Williams heeft aan zijn jongens altijd wat meegegeven.O.a.discipline. Maar er blijft een waas van fantasme hangen over USF1. Zeker als we ons herinneren hoe Onyx's geschiedenis is verlopen, of die van Coloni om over die van Ligier nog maar te zwijgen Vandaag zijn we eerder geneigd de pogingen van Ross Brawn en Nick Fry om Honda F1 te redden ernstig te nemen dan een USF1-team dat komt, nog niet te zien is, maar er zal zijn...Het geeft ons het gevoel dat Jean-Pierre Van Rossem met zijn Moneytron geldaanmaakmachine weer klaar staat om in de F1 te komen. Maar een crisis als degene die nu de wereld heeft ontredderd heeft twee kanten: bergaf en bergop. Zoals een Amerikaans voorbeeld aanduidt. Tesla, de compleet elektrische sportwagen, wordt steeds meer gekocht. Tesla opent meer en meer showrooms en tegen juni van dit jaar zou de Californische maatschappij al het break-even-point bereiken. Dus kunnen mirakels in de F1 ook nog.

Nochtans is het sinds 2006 geleden dat de F1 nog Amerika aandeed. Het meest succesvolle team was Penske dat drie seizoenen lang (1974 tot 1976) meedraaide zonder evenwel een vergelijkbaar succes te kennen zoals de Europees geboren teams. In de eerste race in 1974, de GP van Canada, finishte Mark Donohue twaalfde. Er ging een jaar over eer in de GP van Zweden met een vijfde plaats weer optimisme kon worden geoogst. Maar dan kwam die GP van Oostenrijk waar Donohue in een zwaar ongeval werd betrokken en wat later aan zijn verwondingen overleed. Het team gaf forfait voor de GP van Italië en maakte een wederoptreden met John Watson achter het stuur. De in Belfast geboren Watson werd negende en Penske bood hem een contract voor 1976.

In dat jaar behaalde Watson twee podiums en een alles bepalende zege in Oostenrijk. Tot vandaag betekent die zege van John Watson de enige overwinning van een Amerikaans team buiten Aerika voor het WK. Uiteraard deze in de 500 Mijlen van Indianapolis niet meegrekend. In die dagen telde die berucht race ook mee voor het WK F1. Penske keerde in 1977 de F1 de rug toe en ging weer naar de Indycars.

Nog was de Amerikaanse honger om succesvol te zijn in de F1 niet gestild. Maurice Philippe, een ex-Lotus en ook Tyrrell-ingenieur tekende voor Parnelli Jones de "Parnelli" en met een Cosworth DFVen Mario Andretti in de cockpit werd 1975 aangevallen.Mario die later in een Lotus wereldkampioen (1978) zou worden, behaalde met de Parnelli een vierde plaats in de GP van Zweden, één beter dan Donohue met Penske. Maar dan stopte Firestone en Parnelli vrloor de moed en na twee races kapte hij ermee. In de 16 GP's die het Parnelliteam reed sprokkelde het 16 punten.

De recentste Amerikaanse poging in het WK F1 kwam in 1985 met Carl Haas en Teddy Mayer - recent overleden - en Team Haas met fondsen van Beatrice Foods en gewezen F1-wereldkampioen Alan Jones(1980). Het team werd als Lola-Hart (chassis en motor, in afwachting van een beloofde Fordmotor) en Jones reed vier GP's maar maakte daarin geen enkele indruk en ontbrak dus iedere impact. In de kwalificatie raakte de Australiër niet verder dan een negentiende plaats en in iedere race moest hij zich met technische problemen terugtrekken. Jones en de Haasboy's konden alleen hoopvol uitkijken naar 1986. Tegen dat de nu met Ford Cosworth DFV THL2 raceklaar was annonceerde sponsor Beatrice dat ze uit de F1 gingen. Een bittere pil voor het team. Alan Jones finishte dat seizoen twaalfde in de indstand van het WK F1 met vier punten. Ploegmaat Patrick Tambay vijftiende met twee eenheden. Zoekend naar een onvindbare sponsor stopte Haas alle inspanningen voor 1987. Noch Jones, noch Tambay, hebben sinds dan nog een F1-race gereden.

Het is dus intrigerend of het USF1 team zal kunnen breken met een eerder ongelukkige trend van made in USA en ervoor te gaan om te winnen in de F1. Om het nog heel even over dat boek te hebben dat niet zou bestaan. De FIA heeft bijbels reglementen. Op het raadplegen van die moeilijke boeken staat geen grens. Iedereen kan ze raadplegen. Tot nu toe is gebleken dat Europese en Japanse ingenieurs hun studies daarin met meer vrucht hebben afgelegd. In de F1 is de States tot nu toe niet verder geraakt dan bluffpoker.(Tekst en foto:Walter Rombauts)