Vakantie Le Mans, champagne, babes and a beautiful noise
Ze noemden sinds mensenheugenis gentlemen's, zonder dat was uitgemaakt of ze dat wel echt waren. Ze waren van de straten gehaald in Frankrijk omdat er teveel doden vielen tijdens de stad-naar-stad-races. Op een gesloten omloop waren ze beter tegen zichzelf beschermd en de toeschouwers ook. Althans was dat de goede bedoeling. Die kwam ook min of meer uit toen een Chenard &Walker in 1923 de eerste "24 Uren van Le Mans" wonnen tegen een gemiddelde van 92,064 km/h. Een vierzitter, met een bache, rechts stuur en een claxon, zo groot als een klaroen, links op de tredeplank. Die was nodig om in de auto te geraken. De motor stond hoog en de cardanas naar de achterwielen liep schuin afwaarts omdat er nog geen hypoïde tandwieloverbrenging bestond. Insiders willen nog wel eens twisten over de "geldigheid" van die eerste editie. Volgens de overlevering bij de ACO is er geen officieel klassement opgemaakt en heeft men alleen om elegantie-redenen de editie op het toen 17,262 km lange circuit aanvaard als "de eerste" 24 Uren van Le Mans uit de geschiedenis.
In 1924 had Bentley daar al aan gesleuteld, zodat de motor lager kon worden gelegd en de auto's al direct sierlijker werden. De blauwe auto (toen nationale kleur voor Frankrijk) werd gereden door Lagache - Léonard Maar nog ver van een "concours d'élegance". Daarvoor moesten we wachten tot de jaren '30 à '38 toen Delahaye met Chaboud - Tremoulet trends en overwinningen in de vooroorlogse jaren begon te zetten. De laatsten die voor WO II wonnen waren Wimille - Veyron in een Bugatti en die reden al 139,781 km/h gemiddeld over het etmaal met zo dicht mogelijk tegen de korste nacht en de langste dag als jaarlijkse datum. In de eerste editie werd Bentley tweede, maar in 1924 wonnen die Britse auto met Duff - Clément tegen het laagste gemiddelde uit de geschiedenis: 86,555 km/h. Bentley zou voor de tweede wereldbrand vijf keer winnen in Le Mans. Toen Bentley onder heerschappij van VW een revival beleefde won het merk nog eens in 2003 met Tom Kristensen (toen aan zijn vijfde zege toe) en Capello en Smith.
Op 13 en 14 juni 2009 worden dus de "24 Uren van Le Mans" gehouden. Op de piste is het de zaak van renstalhouders en coureurs; Daarnaast van het grote publiek dat omzeggens altijd met meer dan 200.000 koppen aanwezig is. Veel eetkraampjes, zo goed als echte restaurants, en échte restaurants van de betere klasse langs de lange gewezen rechte lijn van Hunaudières. Die is nu door twee chicane's in drie "tronçons" verdeeld zodat telkens de topsnelheid niet te hoog oploopt. Voordien werd die 5,5 km lange lijn door de snelste wagens afgelegd in 48" met eens een absolute topsnelheid van 406 km/h door een WM Peugeot. Paul Frère heeft me daarna altijd verteld dat zoiets - aan de hand van de versnellingsbakverhoudingen - niet kon. We zaten altijd schuins naast elkaar en babbelden veel over koetjes en kalfjes uit de autowereld. Natuurlijk ook over die "24 Uren van Le Mans" die hij in 1960 met Olivier Gendebien in een Ferrari won. Ze reden toen 4.217,527 km tegen een gemiddelde van 175,730 km/h.
Jacky Ickx - zesvoudig winnaar van de beroemdste race ter wereld, samen met de 500 Mijlen van Indianapolis, zei ooit dat die "ligne droite" de enige plaats over een ronde was waar je even kon relaxen. "Al zoefde ik tegen bijna 400 km/h langs die restaurants", zo zei hij, "dan kon ik vertellen wat de mensen op hun bord hadden liggen. Uiteraard was die relaxperiode kort en je moest opletten op de tragere auto's op de baan. Dat is één van de grootste gevaarpunten geweest en nu nog. Vooral 's nachts." Jacky Ickx zette een eerste keer zijn naam op de erelijst in 1969 met Jacky Oliver in een Ford GT 40. Niet zozeer dat ze 4.998,000 km aflegden tegen 208,250 km/h was het markante. Wél dat ze een etmaal lang met monument Hans Hermann en zijn veel lichtere Porsche kampten. Niemand kon gaan slapen, zo spannend was het verloop. Aan de eindmeet verschalkte de jonge Ickx de ouwe vos Hermann en versloeg hem met 100 meter verschil na 24 uur !!!
Het smalle lint van La Sarthe werd een jaarlijks trefpunt van eerst autobouwers, dan autofabrieken en tenslotte van heel de industrie. Het werd voor de organiserende Automobile Club de l'Ouest een kunst het reglement zo uit te tekenen dat verschillende technieken zich met elkaar konden meten. Vooral de Japanners zagen in een Le Mans-zege het opperste wat je in autosport kon bereiken. Toyota en Nissan probeerden vergeefs. Maar dan kwam de rotary-engine van Mazda uit Hiroshima in 1991 voor ophef zorgen, zoals ook de eerste zege van Audi met een dieselmotor dat deed. Mocht Audi dit jaar weer winnen dan zou dat de derde opeenvolgende keer zijn dat een direct ingespoten turbodieselmotor in Le Mans zou zegevieren. Directe concurrent om dat te vermijden is Peugeot. De "Leeuw van Sochaux" heeft alles op alles gezet om eveneens met een 908 HDi FAP voor eigen publiek te winnen. Ook verwelkomt Le Mans deze 77ste editie ook de eerste Chinese coureur: Plamen Kralev. Hij zit in de Porsche 997 RSR nummer 75 van het "Endurance Asia Team" en rijdt met Thierry Perrier en Darryl O'Young in de GT2. Om te volgen.
Samengevat zijn er twaalf auto's/ploegen die deze 77ste "24 Uren van Le Mans" kunnen winnen. Voor de start gegeven wordt op zaterdag 13 juni 2009 om 15 uur door Luca Di Montezemolo, is er vanaf maandag 8 juni al iets te doen. Vanaf 14.30 uur tot 18 uur is er op de "PLace des Jacobins" de administratieve afhandeling en technische controle. Dinsdag wordt dat herhaald. Woensdag is er al klank. Vanaf 18 uur tot middernacht is er een vrije training, donderdag van 19 tot 21 uur en dan nog eens van 22 uur tot middernacht. Vrijdag is er de "pitwalk" en de Drivers Parade in het centrum van wat eens een kleine provinciestad was. Zaterdagochtend van 8.30 uur tot 9.15 is er een - nietszeggende, zelfs riskante - warm-up en om 14.22 uur begint de startprocedure. Peugeot, Aston Martin en Audi zullen dan een etmaal in de LMP1 elkaar geen duimbreed willen toegeven. De valstrikken van Le Mans die alleen de grootsten als Jacky Ickx, Tom Kristensen en Henri Pescarolo écht kennen, zullen de teerlingen finaal werpen. Als 's zondags de zon opkomt kan zwalper en sportman zien hoeveel ogen er zijn geworpen.(Tekst en foto's:Walter Rombauts)