Opel met ecoFlex dieselmotor met slechts 109 g/km CO2
Tot de bruikbare en betaalbare echte elektrische auto een feit is gaat de veldslag om ter minst g/km aan koolstofdioxyde onverminderd voort. Althans vor de merken die bezorgd zijn om de gunst van de klant, want de verkopers van dikke bakken liggen daar niet direct van wakker. Volgende maand is het de "Internationale Automobil Austellung" (van 17 tot 27 september) van Frankfurt. Met de Duitse verkiezingen van 27 september 2009 in het vooruitzicht en de verdere lotgevallen van Opel, krijgt dit Autosalon wel een bijzonder aanzicht. Talrijk zullen de elektrische conceptkarretjes zijn en ook een nieuwe Trabant doet zijn intrede.
De echte belangrijke accenten liggen in Duitsland bij Opel. Uit de vele interessante aspecten die Opel aanbiedt steekt er één bovenuit: een ecoFlex dieselmotor die maar 109 g/km aan CO2 uitstoot. De club van de -120 g/km, aangevoerd door de Smart, groeit nog steeds aan. Het zijn de enige dingen die de klant nog boeien. Alleen voor die opofferingen krijgt hij nog wat fiscale clementie van een overheid die zelf het water aan de lippen heeeft staan. Het geheim van die lage uitstoot is natuurlijk het lage brandstofverbruik. Dus moet de autobezitter er ook wat rijplezier bij inboeten. Zoals bij Volvo één van de vijf cilinders is opgeofferd om op die manier aan "downsizing" te doen, minder te verbruiken en dus minder uitstoot te hebben. Eén of tweetrapsturbootjes redden dan wat de toch nog verwachte pittigheid.
Maar vandaag is er geen andere uitweg. Zie de krachttoer van Opel in de nieuwe Astra. In de motorenreeks van acht zuinige en zo proper mogelijke motoren is door het drukken van het brandstofverbruik de uitstoot in g/km met liefst 12% gedaald. In ruil heeft de Astra meer allure en een ruimer interieur. Alle dieselmotoren (95, 110,125 en 160 pk) verbruiken minder dan 5 l/100 km. De benzinebroertjes raken nog niet onder 6,1 l/100 km. Volgens sommige kritikasters is dat dan nog fors gelogen want verbruiken àlle auto's meer dan de constructeurs in hun cijfermateriaal opgeven. Je kan dat ook omdraaien: maar weinige bestuurders zijn in staat een auto te rijden zoals die technisch daarvoor is voorzien.
Alle door Opel aangeboden krachtbronnen voldoen aan de Euro 5-emissienormen. Vele motoren worden gekoppeld aan zesversnellingsbakken. Wat vinnigheid in het opschakelen en rust en lagere toerentallen in de hogere gangen. Allemaal om dat verbruik te drukken en daarmee rechtstreeks de uitstoot. De 1,3 liter turbodiesel kan het koppel voor een zesbak niet opbrengen en heeft daarom een vijfversnellingsbak. De echte aanraders in de huidige context binnen het Opelaanbod zijn de 1,4 en 1,6 liter turboviercilinders. Ze dienen in feite drie heren: het gehandhaaafde rijplezier, de zuinigheid door fikse overdrive-verhoudingen en daaraan verbonden de beoogde lage uitstoot in g/km. Men kan die trend niet eeuwig blijven doortrekken. Daarom is het tijd voor de elektrische auto. Raar genoeg boet de hybride in die verbeten strijd aan populariteit in. Het zal ermee vergaan zoals in de F1 het KERS-systeem. (Kinetic Energy Recovery System). Het is te duur, te ingewikkeld en brengt niet genoeg aarde aan de dijk. In de hybride-auto heeft men ook die drie factoren: een verbrandingsmotor, een dure zware batterij en een elektromotor. Gooi die verbrandingsmotor er tussenuit ! Ga puur elektrisch ! Maar daarbij beginnen batterijfabrikanten zich achter de oren te wrijven. Hun wenkbrauwen fronsen. Het is engineeringsgewijs heel knap, maar misschien toch weer niet direct algemeen voor eind 2011. Tenzij je in California woont en met een Tesla kunt rijden. (Tekst:Walter Rombauts/Foto's: Opel)