Nicolas Cugnot luidde met zijn fardier op stoom in 1769 het industriële tijdperk in. Hij werd met die driewieler ook auteur van het eerste verkeersongeval. Tegen 4 km/h botste hij tegen een tuinmuur aan. Wanneer daarna de grote pioniers als Otto, Benz en Daimler de zelfbeweger gestalte gaven dachten andere genieën als de Dion Bouton aan elektrische aandrijving. Het geloof in elektrische voortstuwing was aanvankelijk zo groot dat de Oostenrijkse koetsenbouwer Jacob Lohner in 1899 dertien jaar na de Benz Patent-Motorwagen 1886 aan Ferdinand Porsche vroeg hem een hybride koets te maken. Het werd de eerste hybride auto in de geschiedenis. Porsche gebruikte naafmotoren waarmee alle verdere transmissie-onderdelen kwamen te vervallen. Dit geschiedkundige feit in de autobouw inspireert ook vandaag nog alle ingenieurs.
Voordien had een zekere Drake in 1858 in Titusville op slechts 21 meter diepte aardolie ontdekt. De kortzichtige gedachte dat die eindeloos ter beschikking zou zijn voor het groeiend aantal wereldburgers, maakte een eind aan de elektrische droom. Verbrandingsmotoren van eerst het Otto-type en daarna de Diesel zelfontbrander veroverden de wereld. Tot voor kort nog. Na de opluchting van het einde van WOII raakte de wereld in een roes van schijnbaar oneindige luxe. Tot het simpele, kleurloze, reukloze en zelfs niet giftige CO2 (koolstofdioxyde) daar anders over besliste. Ons overmatig gebruik van fossiele brandstoffen legde een film tussen aarde en ruimte waardoor het zonlicht niet meer kon terugkaatsen naar de ruimte. Het begrip global warming ontstond. Gletsjers smeltten, het zeespiegelniveau steeg en tot vandaag discussiëren geologen over het waarheidsgetrouwe ervan.
Maar in het simpele Brussel, tijdens wat nogal luchtig, het kleine Salon wordt genoemd, vergapen de mensen zich aan de elektrische autos. Uitstekers daarin zijn natuurlijk Mitsubishi iMiEV, de Peugeot Ion en de Citroën C-Zero. Om de simpele reden dat die voor een licht variabel prijskaartje van om en rond 30.000 gewoon mee naar huis kunnen worden genomen. Ze zijn concreet. Net zoals de weergaloze Tesla sportwagen overigens die Porsche een doorn in het oog is. Een particulier mag 30% van de waarde van een elektrisch voertuig aftrekken van de belasting en dit tot een maximum van 9000. Firmas mogen 120% van de factuurprijs aftrekken.
Bezoekers van de 89ste Brussels Motorshow met dank aan organisator Febiac kunnen ook EVs proef rijden. Volvo bevredigt zo aan de eerste reacties te merken het meest. Maar voor dat kleinood de C30 eDrive moet je nog tot 2012 wachten. Net als op vele oplaadpalen. Politici praten er ononderbroken over maar een firma als bijvoorbeeld Mennekens die ze fabriceert, weet hoe moeizaam dat allemaal gaat. Niet die palen maken, maar bepalen wààr ze komen. Aan Mc Donalds kan je je auto al pluggen, hier en daar ook nog een paaltje, twaalf straks bij Totalstations. Nu al één in Ruisbroek, in Mechelen in de parkeergarage onder de Grote Markt, en in Antwerpen aan het Bonapartedok. Wat, waar, wanneer ? Naast het ongelovig gapen, worden duizend vragen in ballonnetjes gevangen
Wie de tekst die erin moet worden geschreven zal bepalen, blijft onduidelijk. Dus meer vragen dan antwoorden in Brussel.(Tekst en foto:Walter Rombauts)
|