Particulier zullen weinig mensen te vinden zijn die meer dan 35.000 willen betalen voor een compacte puur elektrische auto. Verder altijd aangeduid als EV. Ook al hebben de Mitsubishi iMiEV, de Citroën C-Zero en de Peugeot iON een functionele vijfdeurs carrosserie. Het zijn principieel drie dezelfde autos die onderling toch zo verschillend zijn. De ervaringsverschillen zijn te zoeken in de software die van toeleveranciers komt. De pientere ingenieurs kunnen, dagelijks als ze willen, de chipkarakters wijzigen, aanpassen, in goede en ongunstige zin voor wat de prestaties, verbruik en rijplezier betreft. Daarom hebben dezelfde EVs verschillende karakters.
Van de drie genoemde is de Peugeot iON de plezantste om mee te rijden. Heeft de Mitsubishi ondertussen wat poids-lourds-allures gekregen wegens niet doorontwikkelen, geeft de Citroën C-Zero soms wat zeilneigingen door een te zachte ophanging, dan staat de iON stevig op zijn poten. Bij vertragen of remmen is het recupereren van de energie geen storend element in het rijcomfort. Men voelt de vertraging en kan ze zelfs aanwenden om zo goed als niet de remmen te gebruiken. Mits men wat vooruitziend rijdt kan de iON 150 km afleggen. Dat is 20 km meer in autonomie dan zijn twee soortgenoten uit hetzelfde nest. Het zit hem in het ondoorzichtig kluwen van chips waarover een topingenieur bij Renault die de Twizy in handen heeft, ronduit zegde dat hij er niets mocht over vertellen. In die aspecten blijkt bedrijfsspionnage dus een actueel gegeven.(wr)
|