Vrijdagochtend beginnen de eerste vrije oefeningen voor de GP van Italië die zondag 6 september wordt gereden. In het thuisland van het steigerende paard wil Ferrari natuurlijk uitblinken. Maar die sakkerse Lewis Hamilton en Nico Rosberg rijden met die Mercedes zowat altijd in de weg. In de taal van wijlen Toon Hermans zou het ongeveer zo klinken: "autosport is een vervelende sport, die anderen wilden altijd voor me gaan rijden..." Feitelijk is Italië het land van de echte racewagens. Hoewel er in Engeland, Duitsland en Frakrijk ook schitterende krachtbeesten uit de hoge hoed zijn getoverd. Meestal uit het hoofdeksel van excentrieke fantasten die vanaf de geboorte van de "automobiel" op zoek gingen naar het snelheidsrecord te land.
Eén van hen was een zekere Sir Ernest A.D. Eldridge die in 1923 een zescilinder vliegtuigmotor in een oud Fiatchassis "legde". De motor was een zescilinder in lijn met een boring x slag van 160 en 180 mm. Een lange-slagmotor dus. Hij had een cilinderinhoud van 21,7 liter (21.706 cc) om precies te zijn en puurde daaruit tegen 1700 tm een vermogen van 235 kW of 320 pk. Goed om in 1924 in het Franse Arpajon de topsnelheid van toen op 234,98 km/h te verscherpen.
De auto werd "Mefistofeles" gedoopt, mede om het helse lawaai dat het monster uitbraakte. Op zich dus niets te maken met de GP van Italië die met 1.6 V6 Hybrid-motoren wordt gereden. Maar wel in de verte iets met het circuit van Monza op zich. Het is één van de snelste circuits van het seizoen. Motorvermogen, remmen en nu ook het "Energy Recovery System", worden er zwaar op de proef gesteld. Vanaf vrijdagochtend al.(Walter Rombauts/Foto's:Fiat)
|