Normaal gesproken is 21 juni altijd de langste dag van het jaar. En meteen de kortste nacht. Het is het tijdstip waartegen de "Automobile Club de 'l Ouest" sinds 1923, nu voor de 86ste keer, de weergaloze 24 Uren van Le Mans organiseert. Opdat de coureurs en vooral de amateurs waarmee de race rijkelijk is gestoffeerd, zo weinig mogelijk in de duisternis moeten rijden. Want dat is soms bloedstollende ervaring. Wereldkampioen Jenson Button, wereldkampioen Formule 1 in 2009 met Brawn, beschreef zijn eerste nachtervaring in La Sarthe "alsof hij 500 km/h reed in de Porsche-kurve"...
Ooit werd een WM-Peugeot in de toen 5,5 km lange rechte lijn van Hunaudières tegen 406 km/h door de rijkswacht geflitst... Ons Belgisch monument Paul Frère won in 1960 met Olivier Gendebien in een Ferrari 250 TR59/60 de etmaalrace. Links van mij zittend, naast mijn bureautje 78 in de perstribune, draaide hij zich naar mij en zei dat die 406 km/h niet kon. Technisch dan. Want hij had al uitgerekend dat de transmissie-verhoudingen van die WM-Peugeot dat niet toelieten...
Morgen om 15 uur waakt Jacky Ickx (73) als super-marchal over het goede verloop van de langste dag. Morgen vertel ik ook iets meer over hem. Hij won de 24 Uren van Le Mans zes keer. Tweemaal met Ford en viermaal met Porsche. Dan schat ik ook Alonso's kansen in om met een Toyota TS050 Hybrid als trainingssnelste de koers te winnen. Hybrid (huwelijk van verbrandings- en elektromotor) or not Hybrid (Rebellion bijvoorbeeld) is tomorrow the question. Naast de amateurs in de GT-klasse's die tegelijk vooruit en achteruit moeten lijken. Ze worden tientallen keren gedubbeld door de LMP1's en LMP2's. Ze zijn door heel de geschiedenis van Le Mans de doorn in de verstralers van de hypersnelle bolides geweest. Daarin zitten gelukkig knappe coureurs - piloten heet dat sinds lang - die de schildpadden van de weg net niet platrijden. De 60 wagens worden op start geflitst door Rafaël Nadal. (Walter Rombauts/Foto:Mazda)
|