Aan de vooravond van de "24 Uren van Francorchamps" is in één van de jongste statistieken van Febiac is te zien dat in de voorbije maand van de autoverkoop in ons land de Renault Mégane de best verkochte is met 1528 eenheden. Hij gaat de Peugeot 207 vooraf waarvan er 813 aan de man en vrouw zijn gebracht. Halfjaarlijks gezien leidt de Mégane nog de dans met 9.812 verkochte exemplaren. Daarvan weer een minderheid auto’s met benzinemotor (1123) en een overweldigende meerderheid (8.687) diesels.

Hetzelfde fenomeen doet zich voor bij de Breaks op wiens speelplaats Citroën met de Berlingo het vrolijkst schreeuwt. Op 1240 verkochte Berlingo’s in juli zijn er … 140 benzineversies en… 1.099 diesels. Peugeot’s Partner zit zijn zustermerk op de hielen en de Franse merken kunnen dus op twee oren slapen. Hoewel dat niet waar is. Geen enkel merk kan dat nog omdat de conjunctuur nog altijd poogt te herbemen. Dat gebeurt zéér aarzelend. De consument is de les van 2008 nog niet vergeten toen bleek dat banken en overheden op veel te grote voet leefden. Een gelag dat uiteindelijk diezelfde consument moet betalen. Vandaar het wantrouwen.

Bij de berlines voert de Peugeot 207 de stoet aan met 891 eenheden, onderscheiden in 335 benzinewagens en 556 voertuigen met een dieselmotor. Het type auto dat niet noodzakelijk een kilometervreter illustreert, maar eerder de familie die gezapig haar 6 à 12.000 km op jaarbasis afmaalt. Degenen die toch een dieselversie in deze auto de voorkeur geven doen dat vaak om het directe effect aan de brandstofpomp. Maar wie die overvloed aan koppelwaarde in de HDi-familie van Peugeot’s modellen weet te waarderen wil nooit meer anders. Trouwens het fabeltje dat die diesels zoveel meer vervuilend zijn dan die benzinewagens zou moeten ontkracht worden. Dank zij de roetpartikelfilter wordt het roet door hars in een uitlaathuis vastgehouden en op gezette tijden verbrandt.

De microstofdeeltjes aan fijn stof kunnen links en rechts nog eens ontsnappen, maar dat geldt evenzeer voor een benzinemotor. Overigens is de diesel nog niet aan het eind van zijn latijn. De motor wordt nog steeds doorontwikkeld. Toen de bigboss van Audi, Porsche, VW, Skoda, Ferdinand Piëch het me 30 jaar geleden zei, keek ik hem aan met ongeloof in mijn ogen. Laat staan dat hij zou hebben gezegd dat Audi negen keer met zo’n krachtbron de “24 Uren van Le Mans” zou winnen…Om Ford niet het onrecht aan te doen – wat ze anderen met gemak aandoen – moet gezegd dat op halfjaarlijkse basis de Ford Fiesta het best van de hand is gegaan. Van de 7210 exemplaren die een koper vonden waren er 1574 benzine en 5636 diesels. Proficiat Ford voor dat eerste halve héél moeilijke jaar.Overigens speelde Ford een glansrol in de “Clean Week 2020 Trophy” die als tweede proef in de “FIA Energies Alternative Cup” werd gereden. Volgende zondag wordt in Japan de “Suzuka Dream Cup” gereden. Tachtig zonnewagens nemen er aan deel. Die race telt ook voor die FIA Cup.

Die sakkerse Citroën C4 voert toch wel het klassement aan van de maand juli bij de monovolumes. Van de 859 (!) eenheden die weggesnoept werden uit de showrooms waren er…29 met een Ottomotor en 830 met een (Rudolf-) Diesel. Maar op halfjaarlijkse basis gaat de Renault Mégane in monovolume-gedaante met de eer lopen. Liefst 4.651 nieuwe exemplaren reden de showrooms buiten. Tot groot jolijt van de dieselkopers waren er maar 392 met benzinemotor terwijl die tokkelaars er 4.258 lieten opschrijven door de koortsachtige verkopers die met argusogen kijken naar Audi.

Audi leidt de stoet van de twintig beste coupés in de maand juli 2010. Precies 150 van die snedige vierwielers worden opgesplitst in 26 benzineversies en 124 direct ingespoten diesels. Ook op halfjaarlijkse basis behoudt Audi ruimschoots de voorsprong op de BMW 3-serie waarvan er 692 werden verkocht. Audi daarentegen vlamde 1253 welnesscars door de verkoopspijp waarvan 278 met benzine en 975 met sublieme dieselmotor.

Zon en Cabrio’s, glamour en macho, liefje en lief maken het mooie weer voor de Peugeot 207 in de voorbije maand. Daarbij met 250 verkochte “bakken” de Mini Mini met 115 in aantal ruim overklassend. Heeft natuurlijk iets met prijs en standing – ook jeugdigheid – te maken. Op halfjaarlijkse basis houdt Peugeot die positie vast met 988 getekende verkoopscontracten waarvan 534 “essences” en 454 diesels. Dus in Cabrio wil men niet zozeer getokkel rond de oren. Alleen liefde voor het promeneren, al of niet met geopend dak al naargelang de intimiteit beveelt. BMW neemt met de 1-serie evenwel een eervolle tweede plaats in: 661 exemplaren, waarvan 120 benzine en 541 diesels.

Dit weekeinde gaat BMW overigens in de “24 Uren van Francorchamps” een nieuwe uitdaging aan. Als ere-gast wordt Pascal Ickx – ja, de broer van – verwacht. Hij won in een BMW 1800 Tiia met  Hahne de eerste keer voor het merk uit Munchen. Pascal Ickx was een gentlemen en iets minder “driver” dan zijn broer. Vandaar dat hij fabrieksdirecteur werd in Frankrijk en zijn broer de beste autocoureur die België ooit heeft gekend. Hoewel in drama dezelfde vraag kan worden gesteld over de betreurde Willy Mairesse die zich omwille van een vrouwenkwestie een kogel door het hoofd joeg in een appartement in Oostende. Maar daarmee eindigt dat verhaal hier in Febiac statistieken. Het zou me te ver leiden.

Nissan Qashqai troont bovenaan in de SUV-klasse. Voor wie het vergeten zou zijn, dat zijn de “Sportly Utility Vehicles” waarvan er meer en meer Crossover-allures aannemen. Crossover staat voor het comfort van een limousine, terreineigenschappen als een tank en prestaties van een sportwagen. Enfin ! De voorbije maand, zowel als na zes maanden leidt Nissan in die categorie. De voorbije maand verkocht het Alliantiemerk met Renault 696 eenheden waarvan 125 benzine en 569 diesels. Op halfjaarlijkse basis is dat spiegelbeeld 4.430 in het totaal. Daarvan weer maar 883 “nafte” en 3.542 die de hartenklop van Rudolf Diesel in zich dragen. De Audi Q5 volgt op de tweede plaats, maar van “op de hielen zitten is geen sprake.” Chinees constructeur Geely laat Volvo – voorlopig ? – zijn zin doen en daardoor staat de Volvo XC60 op de derde plaats. Terecht naar mijn mening.

Daarmee zit een beknopt overzicht erop. Dit weekeinde wordt in Francorchamps de etmaalrace gereden. De slogan “Winnen op zondag is verkopen op maandag” is nog altijd niet versleten. Francorchamps is voor de GT’s wat Le Mans is voor de Sport-Prototypes, de LMP1’s en de LMP2’s. De beste Belgische autocoureurs zijn van de partij: Eric Van de Poele, Marc Duez, Jeffrey Van Hooydonk, Bert Longin, Anthony Kumpen, Stéphane Lémeret, Marc Goossens, Vincent Vosse, Nico Verdonck en Bas Leinders. Ze hebben allen het niveau van Formule 1 coureurs. Alleen heeft de bekrompenheid van kleine geesten in wat eigenlijk een groot land kan zijn ervoor gezorgd dat voor geen één van alle opgesomde namen de “spaarpot” echt heeft gekregen van een industrie dewelke die best had kunnen ophoesten. Dorpsmentaliteit in plaats van de wijdsheid van een globale wereld heeft grootheid genekt. Hopelijk hebben BMW, Ferrari, Maserati, Porsche, en Aston Martin er dit weekeinde geen last van. Deze “24 Uren van Francorchamps” moeten de belangrijkheid van de auto-industrie weerspiegelen. Rijden met open vizier. Oogcontact en sportiviteit. (Tekst en foto: Walter Rombauts)