Stéphane Ratel is een man uit één stuk met heel lange tenen. Macho en narcist. Het zat hem behoorlijk dwars dat de vijfde manche om het FIA GT1 Wereldkampioenschap slechts als proloog voor de 24 Uren van Francorchamps werd gereden. Hij had de koers met 24 GT1s graag zien worden gereden na de etmaalrace. Dat zou menselijk en strategisch een grote fout zijn geweest. Na een 24 uren zijn de stand- en baancommissarissen moe, de toeschouwers ook. Die zijn vaak al lang voor de zwart-wit geblokte vlag valt al huiswaarts getrokken. Kwestie van geen uren file te moeten doen. Hoewel, zon grote mensenmassa was er nu ook weer niet op de been om beroeps- en gelegenheidcoureurs te volgen. Rond friet- en worstenkramen hingen wel veel lallende bierdrinkers. Velen er van wisten een uur na de start al niet meer of de race nu in de wijzerzin van de klok dan wel daartegenin werd gereden.
Mijn intuïtie zegt dat mijnheer Ratel best eens overleg pleegt met de Kalendercommissie van de FIA eer hij Francorchamps afschrijft voor zijn overigens geslaagd GT1 Wereldkampioenschap. Vorig weekeinde was er de GP van Hongarije (WKF1), De "Rally van de Duizend Meren" (WRC), het WTCC in Brno...en de WK-manche van de GT1 in Spa...én de "24 Uren van Francorchamps" (EK GT2), samen met deze van de Nürburgring na Le Mans de belangrijkste in de wereld. Iets teveel van het goede...Het is bekend dat Azië wenkt en daar is geld dat bij ons steeds meer ontbreekt. Dat komt ervan als men de hele inboedel van een land wegschenkt. Maar Francorchamps is en blijft een uitdaging voor iedere coureur en telkens wordt erbij gezegd dat het de mooiste omloop van de wereld is. Omdat er decorum is. Het groen van de slippen van de Eifel waartussen die magisch pekzwarte strook loopt, de Raidillon in het gezicht van iedere piloot lacht, grijnst, uitdaagt, kwaadaardig verwittigt, en waar ongemeen veel historische autosport is geschreven.
Dat inspireerde Jean-Paul Delsaux om een Guide Spa-Francorchamps 2010 te schrijven, geïllustreerd met fotos zoals hij alleen die kan vinden. Hij verhaalt over de Grote Belgen als Paul Frère, Olivier Gendebien en andere Willy Mairesses. De laatste vocht ook een verbeten duel uit met de opkomende Jacky Ickx die zich statistisch - tot de beste autocoureur van Belgie zou ontpoppen. Ickx bestuurde een Lola-Ford en Willy Mairesse een Ford GT40 die hij mocht delen met Beurlys. Willy plakte aan Beurlys omdat die het geld had maar niet de snelheid van Willy. Ik zat in het gras met mijn zoontje René bij het uitkomen van de bocht van Stavelot, die ijselijk snel werd genomen, (op het oude lange circuit van 14,100 km) en hoorde langs de luidsprekers dat Jacky Ickx de snelste tijd van Mairesse had afgesnoept. Eén ronde verder meldde diezelfde spreekbuis dat Mairesse die tijd met een volle seconde had verpulverd
Kijk, als je die duels kunt brengen tussen een uittredende generatie en de jonge leeuwen, dan heb je een cocktail waardoor de worstkramen leeg blijven en de tribunes vol. Voor het spektakel van mijnheer Ratel zijn alleen de insiders, de virusdragers van autosport, geïnteresseerd. Om te zien hoe gewezen kampioenen als Michaël Bartels voorafgegaan worden door jonge gasten zoals Nico Verdonck. Dan heb je vuursteengensters. Nu was Bartels nog sterk genoeg om de 23-jarige Maserati MC12 piloot op twee bochten van het einde in een kleine fout te dwingen zodat deze een zevende plaats voor een achtste moest wisselen. Maar zo één dynamietvat is niet genoeg. Alle 24 wagens moeten zijn bemand met échte autocoureurs. Dat zijn egoïsten, durvers, de blik alleen op de ideale lijn en de voet op de gaspedaal. Het profiel van de echte autocoureur is zo. Wie zich het duel tussen Jochen Mass (Ford Capri) en Niki Lauda (BMW CSi) herinnert, zal zich ook in zijn geheugen hebben gegrifd dat mensen op een bomvolle tribune rechtveerden als ze op millimeters van elkaar uit de toen echte haarspeldbocht van La Source kwamen en op lEau Rouge afstormden
Pas als mijnheer Stéphane Ratel die magie in zijn formule kan leggen heeft hij recht van spreken over Francorchamps. Hoezeer de helaasheid ervan onmiskenbaar duidelijk wordt.(Tekst en foto: Walter Rombauts/ISBN-nummer van boek van Jean-Paul Delsaux: 978-2-930562-02-5)
|