Mitsubishi Outlander onthult het geheim van wijsheidstanden
De Mitsubishi Outlander is één van de drie familieleden die zijn geboren uit het gezamelijke brein van de Japanse constructeur en de Franse groep PSA die om kostenbesparende doeleinden drie look-terreinauto's hebben ontworpen. De twee anderen zijn de Citroën C-Crosser en de Peugeot 4007. Ieder heeft zijn eigen look en ook het technisch onderonsje verschilt wat. Het zijn terreinwagens die ook in tweewielaandrijving kunnen worden gezet. Op de gewone weg is dat het beste omwille van het brandstofverbruik en de bandensleet. Maar krachtpatserij kàn, hoewel je d'r meer aan hebt als je geniet van het rijkelijke comfort en uitrusting van het interieur. Om u een beeld te geven en een geheim te verklappen bespreken we de Mitsubishi Outlander.
Mitsubishi herstelt zich van de scheiding met Mercedes-Benz. Het gamma krijgt met de Outlander en de Lancer een nieuw gezicht. De jongste, bijna 300 pk sterke Lancer Evo kreeg meer burgerlijke trekken en de "Evo 9" is wellicht de laatste nummeraanduiding die we in de rally's hebben gezien. In Ieper tijdens het IRC- én Belgisch treffen zagen we er tweeëntwintig ! De eerste in het klassement was de Evo IX van de Nederlanders Van den Heuvel en Martine Kolman die op de zevende plaats finishten.
Maar goed, die Outlander, in het geval van onze testwagen de instapversie met de 1998 cm3 viercilinder turbodiesel die via een vijfversnellingsbak of de vier wielen aandrijft ofwel alleen de voorwielen. De bestuurder kiest dit met een eenvoudige knop tussen de voorzetels. Om met een dergelijke bescheiden motor ruim 1700 kg aan te zwengelen heeft Mitsubishi beroep moeten doen op de tandartsen van het bedrijf. Die droegen "wijsheidstanden" als oplossing voor.
Om het geheim ervan te kennen moet het instructieboekje worden geraadpleegt. Het is een wijs boekje. Er staat precies in hoe deze Sportly Utility Vehicle moet worden gereden. Helemaal "eco" zoals Febiac het voorschrijft. De eerste dient gewoon om te vertrekken. Is héél kort en dwingt om direct naar de ook al korte tweede gang te gaan. Dan snel naar derde en als het verkeer het toelaat ook weer zo snel mogelijk naar vierde en vijfde. Zo toert men altijd rond die magische 2000 t/m waarop dat eveneens uit de verbrandingshel gepuurde koppel zo hoog is dat acceleraties op peil blijven. Op die manier voegt de Outlander zich in iedere verkeerstroom in. Op het rechtse én op het linkse rijvak. Eens in vijfde daalt het eerder nogal rumoerige gebrouw van de motor. Rust keert in de gespierde auto en 6,3 l/100 km wordt dan een aanvaardbare realitiet.
Dan leunt iedereen achterover, alsof de Outlander een ruimtereis belooft in een omgeving van verzorgde afwerking, geleid door knappe navigatiemogelijkheden. Vijf koninklijke zitplaatsen, plus twee noodzitjes achter de eerste drie zitrijen, maken hem tot een cocoon die zich beschermend rond het gezelschap sluit. Automatische lichten, ruitenwissers en parkeerhulp. Het zijn allemaal maar pietluttige details, maar zo vernuftig gebracht dat het leven in zo'n hoge instapauto er prettig aangevoeld wordt. Zelfs in barre omstandigheden, voor wie het terrein opzoekt. Daar wringt de Outlander zich wiegend door. Eigenlijk hoef je nauwelijks gas te geven. De motor trekt door zijn hoge koppel die omvangrijke last door de moeilijkste situaties. Voor 30.000 een eerlijke deal tussen de klant en Mitsubishi.Voor de Japanse industriereus met Mercedes-Benz ging leven was dit ook al het geval. Integriteit, ook als het moeilijk ging, lijkt weer opnieuw beloond. (wr)
De Citroën C-Crosser, de Peugeot 4007 en de Mitsubishi Outlander zijn samen geboren uit een kostenbesparend idee. Stylisten en garnierders zijn fijnbesnaard genoeg geweest om genoeg onderlinge verschillen te creëren. Zo meent de consument drie verschillende voertuigen te zien. Het rare is dat hetwelk hij ook koopt hij nooit bedrogen is. Neem nu de C-Crosser, globaal genomen een nogal zware bak die door een lichte motor wordt voortbewogen. Dat moet veel brandstof kosten zou je denken. Maar dat is niet zo. Een hoog motorkoppel op lage toeren zorgt ervoor dat het geen zin heeft de 2,2 liter viercilinder HDi turbodieselmotor hoog in toeren te jagen. Om en rond 2000 t/m draaien zorgt voor minder heibel in het passagiersverblijf en dient de zuinigheid: 5,3 l/100 km. Op voorwaarde dat de auto eco wordt gereden en dat men beschikt over een zesbak met twee fikse hoogste overdrive-verhoudingen zoals in de sublieme Mitsubishi Outlander. Op dat toerental levert de 2.179 cm3 liefst 380 Nm. Genoeg om die overdrive-verhouding op gang te houden. Een "overdrive-verhouding" betekent concreet dat de motor trager draait dan de wielen. Daardoor daalt het lawaai, de motorsleet en het verbruik.
Op de voorbije "European Brussels Motor Show" heeft organisator Febiac nog eens een inspanning gedaan om de automobilisten "eco" te doen denken en rijden. Dat "expliceren" is zowat de moeilijkste klus die je kan trachten te vervullen. De gemiddelde autobezitter snapt er niets van. Een motor moet je in twee werelden zien. Eén ervan dient om prestaties te leveren, de tweede om goede grip, trekkracht te leveren. Vanaf het middelpunt van de aandrijfas gezien is de afstand van dat punt tot aan het loopvlak van de band de machtsarm. K x a (kracht x arbeid) levert het "koppel". Vroeger voorgesteld in mkg maar sinds een lang geldende internationale overeenkomst in Nm (Newtonmeter). Die kracht is op zijn hoogst als de verbrandingskamer in de cilinder (ruimte die rest als zuiger hoogte bovenste punt bereikt, de kleppen gesloten zijn en de ontbranding begint) zo compleet mogelijk is gevuld met een mengsel van brandstof en lucht. De neerwaartse kracht die uit dit gebalde, gewilde "onweer" voortvloeit tijdens de exspasieslag bepaalt hoe hoog dat zo'n koppel is.
Dieselmotoren hadden ten overstaan van benzinekrachtbronnen altijd al een hoger koppel op lage toeren. Maar sinds de verneveling van de brandstof door de commonrailtechniek (laaddruk nu al meer dan 1600 bar) is de verbranding zo compleet dat spreekwoordelijke het "onderste uit de kan" wordt geput. Honderd procent is dat niet, anders zouden we niet gekweld zijn door roetpartikels en fijn stof. Maar dat is een apart hoofdstuk. Onoplosbaar, omdat zoals een Engelse technicus onlangs zei "we have a missing link in our brain". Om die reden kunnen we onze intermenselijke, intercontinentale en dichtbijhuisproblemen niet oplossen. We weten de geestelijke gereedschappen die de natuur ons daartoe heeft gegeven niet juist te gebruiken. Daarom heet die Citroën misschien ook "Crosser". terwijl juist het comfort en de uitrusting binnenin de grote troef is. De wielbasis van 2,670 meter dient dat comfort nog extra door een goed veercompromis aan te vullen.Crossen is niet de rijstijl die een eco-publiek moet aanhangen. Mogelijk predikte Febiac weer in de woestijn. Daar kan je met die Crosser door natuurlijk als het moet. Beter is hem echter als paradepaardje aan te wenden zoals de meeste macho's terreinauto's door de steden doen promeneren. Sjiek misschien, maar eigenlijk maar bloemenpottencultuur. Omdat vooral het oog veel wil.(wr)
Ieper. - Om 20.45 uur op vrijdagavond op de binnenplaats van een school waar pers en politie "bivakkeerden" kraakte de politieradio op twee witte BMW motorfietsen. De frieten etende agenten in één van de klaslokalen keken niet direct op. Toen het bericht harder werd herhaald stapte één onder hen naar de motorfiets en nam de radio op. "Er bevinden zich voertuigen van milieu-activisten op het parkoers in Kemmel" kraakte het in de nog zonnige avondlucht. "Houdt u klaar om eventueel mee in te grijpen..."
Het is waar, niet heel de Westhoek houdt van die rally. Ze hebben meer aan de oorlogskerkhoven die nog massaal Engelsen, Canadezen en ook Amerikanen lokken. Ze maken geen lawaai, de doden staan niet op uit hun graven, al zouden ze wel willen. Om de waarheid te vertellen. Om de waarachtige brutaliteit, de beestachtigheid van de oorlog uit te schreeuwen. De ontieglijke domheid ervan en het weerloze van het individu in die waanzin. Maar die behoort in de moderne Westhoek wel tot de oorlogsindustrie. Zij het nu in de vorm van de toeristen die links en rechts gastronomisch tafelen en nog eens zeggen hoe erg het is geweest.
Oorlogsstad.Rallystad. Paarden, tanks en voetvolk zijn vervangen door Koning Auto. Hij bezet de hele stad. Tot ergernis van de organisatoren van de Belgian Ypres Westhoek Rally, die alle in tijd beperkte parkeerplaatsen niet willen ingenomen zien door vooral - vaak onwetende - buitenlanders. Een Fransman, een Hollander, een verloren gelopen Waal...De eerste grote oorlog is 80 jaar voorbij en niet vergeten. De tweede wereldbrand is 63 jaar ten einde en alleen de grijze burger van nu weet nog over de V1's te vertellen. Een de V2 die geen lawaai maakte en je dus helemaal niet wist waar die zou vallen. Ook vandaag vallen er nog bommen. Seksbommen in de huiskamers via tv of internet. Echte bommen in de strijd om olie...die de Westhoek van de wereld zal verliezen
Ondertussen zat Ieper toch maar mee die toevloed van parkeerders-op-de-verkeerde plaatsen. De politie gaf de takelbedrijven dus veel werk. En hoe verloor de goedmenende Fransman zijn geloof in de Belgische gastvrijheid toen hij van de start terugkwam en zijn glamourobject niet meer vond... Op het politiekantoor kon hij hierover informatie krijgen, mits een zacht prijsje te betalen. Tegen dat hij zijn karretje terug had was de duisternis al gevallen en hoorden ze via de luidsprekers dat Freddy Loix in zijn Peugeot 207 S2000 na zegge tien jaar afwezigheid weer die sakkerse rally te winnen in de hoek van België waar de zon het mooist ondergaat, vanaf de Kemmelberg gezien. Daarna werd de duisternis baas. De vissers in de kratergaten aan de Rijselpoort, vlak naast een Brits kerkhof, kraamden hun gerief op. Ze wisten nauwelijks dat er een rally gaande was...Zoveel milieuhinder kan er dus ook niet zijn geweest. Buiten die takelende politie dan. (wr)
Ieper. - De ziekte van Alzheimer begint met een eerste kort falen van het waarnemingsvermogen. De commentator op het startpodium in Ieper nam een Fiat Abarth voor een Mitsubishi en omgekeerd en dit voorval beperkte zich niet tot één keer. Gelukkig herkende hij nog fotograaf Willy Weyens, een Belgisch monument in de rallymaterie, en scandeerde hij diens naam langs de micro. Nog beter ware geweest dat hij Willy tussen de "miss's" op het podium had genodigd en hem zijn gedacht eens had gevraagd over die 44ste editie van de "Belgium Ypres Westhoek Rally". En over de overgang van het WRC naar het IRC. Willy Weyens weet daar alles van. De massa weet van Willy zo goed als niets. Tenzij misschien dat het de creator is van het jaarlijkse boek "Rallyworld", te koop in elke goede boekhandel. De podiumpresentator ging voort met het afdreunen van de startlijst...
Voordien ontdekten we nog een ander geval van Alzheimer. Aan Marc Van Dalen moet je minstens vijftig keer worden voorgesteld en dan is de kans nog groot dat hij de éénenvijftigste keer nog vraagt "met wie heb ik de eer ?" Telkens trachten we van de steengoede kopman van het Kronos Racing Team - dat in 2006 Loeb aan een derde wereldtitel hielp - technische informatie los te krijgen aangaande de evolutie van bijvoorbeeld de afvering, de ophanging dus, van de Peugeot's 207 S2000. Bij die vraag komt een schrikbeeld in de blik van die man. Zo iets als "wie stelt nu zo'n onfatsoenlijke vragen...?" Antwoord komt nooit. Dat is spijtig omdat het verhindert van onze lezers mee in de essentie van die sport mee te nemen en omdat Mark - het moet gezegd - natuurlijk een hele knappe gast is en uiteraard ook geen perceptiemoeilijkheden heeft, maar gewoonweg geen journalisten lucht.
De 18 auto's die in de "International Rally Challenge" deelnamen in Ieper hebben allemaal hetzelfde technische profiel. Onder de starters telde Ieper overigens twee absolute nieuwigheden: een Honda Type "R" R3 en een MG. Die Honda wordt door het Italiaanse JAS-Motorsport geprepareerd, dezelfden die ook in het WTCC actief zijn. Juist zoals hun concurrenten moet hun competitiewagen zijn afgeleid van het herkenbare seriemodel en een atmsoferische tweelitermotor hebben. Die krachtbron heeft om en rond de 275 pk en drijft permanent de vierwielen aan. De vierwelaandrijving is een concept dat door de FISA is opgelegd en voor iedereen hetzelfde is. Dus wat overblijft is een grote vrijheid in ophanging, remmen en banden. Pirelli, Yokohama en BFGoodrich steken elkaar daarin naar de kroon.
De industriële waarde van dit kampioenschap - op 11 en 12 juli in Rusland - is zeer groot omdat de auto's zo nauw tegen elkaar liggen en het model letterlijk dat van Jan Modaal is. Momenteel zijn Peugeot en Fiat met Abarth de grote animatoren, maar ook Skoda is op komst, MG, VW en Honda zijn er al en anderen zullen zeker volgen. Voor Skoda is het overigens Carlos Sainz die de testritten doet. De VW Golf heeft potentieel maar volgens Bernd Casier moet nog aan pure snelheid worden gewonnen. Het neigt er dus sterk naar dat in 2010 het WRC zal vervangen zijn door het IRC. Zeker omdat Eurosport enorme inspanningen doet om de rally "aan huis" via de televisie aan te praten. Als het Peter Baert is als commentator zal dat zeker slagen. De anderen hebben nog wat geheugensteuntjes nodig. Laat ons hopen dat ze nooit de groten uit het WRC vergeten. Citroën, Subaru, Ford en Suzuki. Zoniet zou er sprake zijn van een begin van Alzheimer. In Ieper waren velen er al door aangetast.(wr)
Ieper.- Overwegend roze getint is de Peugeot 207 S2000 van Freddy Loix met het nummer "9" alleszins een blikvanger voor het startpodium van de Westhoek Yper Rally die om 17.25 uur van start gaat op de historische plaats. Gisteren was het rallygewoel al aanwezig, maar moest toch wijken voor een sentimentele noot. Leerlinge Nastassja van het Heilig Hart Instituut uit Jette en de Léo van het Athénée Royal A.Sax uit Dinant School, werden als winnaars van de designwedstrijd samen met die eeuwig jonge Freddy Loix in de bloemen gezet. Met de hele klas van ieder erbij ! Peugeot serveerde een drankje en een hapje. De dag werd in beslag genomen door een kijk achter de - professionele - rallyschermen en zelfs Marc Van Dalen zette zijn beste woordje voor om de jongeren - de kopers van morgen - in te prenten hoe goed zo'n Peugeot wel is. Gezien de prestaties van Kronos Racing sprak niemand hem tegen en schroefde men de feestvreugde nog op met een knallend bezoek aan Bellewaerde.
De inzet van Ieper is bekend: een vijfde zege voor Freddy Loix of Patrick Snijers. Tellend voor het Belgisch Kampioenschap in de discipline reppen de mindere goden en godinnen als Melissa Debackere (Lancer Evo 9 groep N), Timothy Van Parijs (Subaru Impreza N12) en Kris Princen (Renault Clio R3) zich naar puntenwinst om leider Hubert Deferm (Subaru Impreza STi) van een Belgische titel af te houden. Met 38 punten wordt hij bovendien "ferm" opgejaagd door Stéphane Lohnnay (Mitsubishi Lancer Evo 9 groep N) die de tweede plaats bekleedt in de voorlopige stand om het BK met 36 eenheden ! Derde staat Melissa Debackere (32 punten) en vierde Patrick Snijers (31 punten). Die kan nog voor verrassingen naar het seizoeneind zorgen.
In de Ford RACB Rally Contest, schitterend onderdeel binnen iedere rally, verdedigt Anthony Martin zijn titel 2007 en demonstreert wellicht opnieuw Thierry Neuville de mogelijkheden van zo'n Ford Fiesta. Dat in zes speciale ritten vrijdagavond en zes zaterdagavond. In het totaal 212,92 km tegen de chrono met als hoogtepunt twee keer het Heuvelland (42,56 km). Om 22.30 uur zaterdagavond weten we wie Ieper gewonnen heeft, aan de leiding staat in het Belgisch Kampioenschap en wie het in de RACB Rally Contest weer het best heeft gedaan.(wr)
Patrick Snijers en Freddy Loix met gelijke Peugeot's zoekend naar vijfde zege
Om de kinderlijke verwondering (van 8 tot 12 jaar) voor de grote mensenwereld kracht bij te zetten hebben "kids van vandaag" de traditionele Kronoskleuren van de Peugeot van Freddy Loix mogen overschilderen met eigen pennenstreken. Wie vrijdagnamiddag naar Ieper afzakt om op de historische Grote Markt aldaar liefst 18 IRC-auto's te zien vertrekken, naast de anderen voor het BK-Rally, zal ontroerd worden door zoveel schoonheid die in jonge mensen leeft en die hersenspinsels op de Peugeot 207 Super 2000 tot uiting laten komen. Fast Freddy is er alvast van aangedaan en gemotiveerd om zijn relatief slecht seizoenbegin in Ieper goed te maken. Mogelijk met een vijfde zege. Daarvoor moet hij echter niet alleen ploegmaat Nicolas Vouilloz verslaan maar ook nog een oorlogsveteraan van de Westhoek. Dat is Patrick Snijers, "met zijn vijftig lentes jonger dan ooit" wordt van het vrouwelijke schoonheidsfront gemeld. Zijn doel is punten scoren voor een Belgische titel maar net zo goed als Loix voor een vijfde keer winnen in wat grootmeester Gilbert Staepelaere ooit de moeilijkste en mooiste rally in zijn leven noemde.
Ieper, midden in het vlakke land van Brel. Ieper waar dat vlakke land van grote Jacques niet echt zo vlak is maar eerder een Heuvelland, overgaat in soms ongenadig gebergte. De Kemmelberg, nijdig, vals, nooit en te nimmer juist in te schatten. Van glibberige rotkasseiën bij de minste nevel tot zanderige haarspelbochten waarin je maar best weet hoe je de kist erdoorheen slingert. De "West Yper Rally" zoals de RACB in zijn berichtgeving modern deze klassieker noemt heeft een massieve geschiedenis. Wijlen Frans Thévelin maakte de asfaltlinten van Dikkebus, Lo-Reninge, Zonnebeke en Heuvelland tot gevreesde battlefields. Wie de haakse bochten onderschatte, wie de engheid van de wegeltjes niet aanvoelt, die komt bedrogen uit. Ieper win je dan ook met de grootste zelfbeheersing. Met een mate van standvastigheid waarop zelfs Socrates jaloers zou worden.
Gilbert Staepelaere won in Ieper 1969, 1970, 1972 en 1974. Eén keer toen Walter Rörhl (Opel Kadett) hem met één seconde klopte was de grote sportman boos. Er was uiteraard geen echte reden voor. De vroegere chauffeur van de kardinaal van Regensburg kon ook wel aan een stuurwieltje draaien en tegen hém verliezen met zo een miniem verschil was eerder een grootste daad dan wel een nederlaag. Maar Gilbert bleef er lang over piekeren. Toch slaagde hij erin de drie musketiers te vormen waarover een opmerkelijk boek is geschreven door Marc Martens. Het waren Robert Droogmans, Marc Duez en Patrick Snijers die in het spoor mochten/konden treden van de twaalvoudige Belgische rallykampioen die 87 internationale overwinningen op zijn naam bracht. Patrick Snijers won vier keer (1991, 1992, 1993, 1994) en Robert Droogmans in de jaren die de successerie van Patrick vooraf gingen (1986, 1988, 1989, 1990). Robert Droogmans opende de post-Gilbert zegereeks met toen één van de moeilijkste auto's om te rijden: de Ford RS200. Daar hield hij de Lancia Rally 037 mee af waarin Snijers tweede werd en de MG Metro 6R4B van Marc Duez die derde finishte...
Freddy Loix won in 1996, 1997, 1998 en 1999. Net als Patrick zou hij graag een uniek record in de Westhoek laten akteren. Voor één weekend zijn ze ploegmaats bij Marc van Dalen en zijn uniek Kronos Team. Aan Marc moet je niet veel vragen. Die vindt dat er geen evoluties zitten in de afveringen, dat er niet veel balanssen te vinden zijn in de setup van de auto. Die vindt dat alle Peugeot's even uitstekend rijden. Toch onderscheiden Rossetti-Chiarosso - gelukkig ook met een Peugeot en geen akelige Fiat Punto Grande - zich van de rest. Rossetti won niet alleen de editie van vorig jaar, hij heeft zich ook in de belangrijke editie 2008 van het IRC redelijk comfortabel aan de leiding gemeld. Peugeot zit dus goed als merk. De teams onderling verschillen echter nogal wat. Opletten is de boodschap. Want de International Rally Challenge zal het wegdeemsterende WRC (door gebrek aan hoogwaardige concurrenten buiten Subaru, Citroën en Ford) vervangen. Het zal dan 2010 zijn. Loeb gaat dan op pensioen ander en werk zoeken in de sport-prototypes heeft hij laten weten. Insiders zijn met deze evolutie niet zo gelukkig. Anderzijds zouden de kosten dalen. Waarom dan en vanwaar enig scepticisme naar het "IRC" toe ?
"De auto's lijken teveel op de gewone seriemodellen". De "boom" van krachtbeesten zoals de vroegere groep B's, rijdende laboratoria en daardoor ook superduur en gevaarlijk, die is er niet meer. De filerijder ziet zijn tuuttuut wel winnen maar zonder de brio van de fantasie. De motoren zijn atmosferisch en daardoor goedkoper en de vierwielaandrijving maakt de karretjes zoveel megnetischer op de weg. Ok, de limieten zijn d'r wel degelijk. Voor de coureurs, de naviagtors en de auto's. Maar 't geweld, de boksmatch waarvoor mensen opblijven, die blijft uit." Dat is zo op het eerste gezicht de treurnis om het nakende verdwijnen van het WRC en de in vraagstelling van een knap IRC. Voor Peugeot en Citroën, familie binnen de PSA-groep, is het simpel. Binnen afzienbare tijd veranderen ze het geweer van schouder en het succes duurt voort. Is nù al bezig. Het mag een mirakel-van-de-paters van West-Vleteren heten mocht er géén Peugeot winnen zaterdagavond.
Overigens mogen we ook de "2WD's" niet vergeten. Fiat (28 punten) overheerst daarin op Honda (4p.). Maar het Italiaanse JAS-Motorsport wil daar verandering in brengen. Niemand minder dan de zoon van de betreurde Attilio Bettega brengt in Ieper een fonkelnieuwe Honda Civic Type R R3 aan de start en...beweert daarmee alles wat naar Fiat ruikt - figuurlijk - aan diggelen te rijden. Wat vader kon, kan de zoon daarom niet maar feit is dat Honda wél auto's kan bouwen. 't Is niet echt waar dat alleen Ross Brawn daar kan voor zorgen. De F1 en het kersverse "KERS"-systeem wijzen in die richting. de strijd in de 2WD is spannend. Vagiz Avci en Marco Cavigioli delen de eerste plaats met elks 10 punten in de voorlopige rangschikking.. Fatih Kara volgt op 8 punten als derde.
Bij de groten leidt Peugeot met 36 eenheden, hetzij driemaal meer dan Fiat (16) het merk dat zich liever bekend maakt als Abarth. Mitsubishi volgt met een bescheiden rol door 5 punten te scoren. Maar het kampioenschap is nog lang. Na de Westhoek waar Yokohama, Pirelli en BFGoodrich zich aan het asfalt zullen vastzuigen, is er de gravel van Rusland waar weer alles kan worden omgedraaid. Ieper is de eerste van nog acht resterende rally's. het kampioenschap eindigt begin november in China. Peugeot kan er misschien direct blijven want in de lente wordt daar de winnaar van hun designwedstrijd voor "de stad van de toekomst" voorgesteld tijdens het Salon van Shanghai. Die designwedstrijd werd dit jaar overigens ook in China gelanceerd, met name tijdens het Salon van Peking.
Natuurlijk zijn die constructeurs gladde jongens die mettertijd lagere cilinderinhouden mét turbocompressors zullen doorduwen en dus een gans nieuwe wereld zullen scheppen naast de huidige S 2000's. Dat is marketinggericht leuk meegenomen want de markt moet onder olie- en milieudruk naar kleine cilinderinhouden die alleen met een turbo nog een plezierig vermogen kunnen leveren. (al is daar puur autodeskundig over te redetwisten). Een a.be lezer die zich "vlotte Edouard" noemt heeft ons er terecht op gewezen dat niet alleen Opel maar nog eerder VW en Ford die techniek al vlot beheerst. Alle merken zullen volgen. Downsizing heet dat. Daarin ligt de echte bestaansreden voor een IRC. Met bovendien nog het leuke aspect dat het net als het WTCC een televisiespektakel is. Dank zij Eurosport. Gelukkig komen de belangenvergaderingen nog niet via de digitale beelden in de living. Dan pas zou er voor eigen deur moeten worden geveegd. Om de balken in eigen oog te zien in plaats van de splinters in die van een ander. Autosport is een mooie, doordachte sport. Maar ze mogen er niet mee komen binnenrijden. Als het plasmascherm uitpuilt van sensatie dan is het genoeg. Niet uiteenspatten, want dan is de droom over. Voor jong en oud. Voor Patrick en Freddy. Ieper is nooit voordien zo intrigerend geweest. Automobiel Club Targa Florio tekent ervoor.(Tekst:Walter Rombauts/Foto's: Peugeot)
Massa wint en wordt nieuwe WK-leider in GP Van Frankrijk
Polesitter Kimi Raikkönen (1'16"449 voor 4,411 km)) leidde een halve wedstrijd en Felipe Massa die als zijn schaduw volgde nam dan de spits van de achtste WK- race waar en won niet alleen de GP van Frankrijk in Magny-Cours maar ook de leiding in de voorlopige WK-stand. Het plots stilvallen van Raikkonen's Ferrari was te wijten aan een gat dat was geslagen door een gaas dat de luchtinlaatpijpen van de motor bedekt. Het is bedoeld om grof vuil buiten de aanzuiglucht te houden. Sinds kort monteert Ferrari daarnaast ook een korte afvoerpijp, dienend om ongewenste warme lucht af te voeren rond de 2,4 liter V8. De bevestiging daarvan brak - wellicht door vibraties - af en bengelde rondenlang aan de rode bolide. Het vermogen viel terug en Raikkönen liet gewillig Massa voorbij in de 38ste ronde. De regerende wereldkampioen slaagde er toch in om kadans te houden en een dubbelslag voor Ferrai te verzekeren. Het is de achtste keer op rij dat een Ferrari hier wint.
Hamilton moest van op de dertiende plaats starten omwille van het pitlane-incident in Montreal. De Brit gaf echter direct te kennen in de punten te wilen eindigen en plaatste de ene drieste aanval na de andere. In de 17de van de 70 ronden lange race ging hij echter een plaats vooruit door een concurrent te passeren met de vier wielen naast de baan te rijden in bocht "3". De sportcommissarissen hadden het gezien en legden een drive-trought"-straf op. Daardoor belandde de McLaren-Mercedes weerom in de puntenloze plaatsen. In de 28ste ronde reed Hamilton zelfs 16de. Met een uiteindelijke tiende plaats aan de eindmeet oogstte het godenkind geen enkel resultaat. Ron Dennis's gelaat was even somber als de kleur van de aangekondigde regenwolken die boven Nevers opdoemden en voor een "light" regenfinale zorgden. Heikki Kovalainen redde de meubelen met een vierde plaats. Punten maar geen roem op het podium. De derde plaats ging naar een verrassend frisse Jarno Trulli die Toyota zowaar weer in de kijker rijdt. Barrichello (15de) tufte in de achterhoede naar een even roemloze finish als Jenson Button die zijn Honda al in de zesde ronde naast de baan reed, door een aanrijding met een Forca India, een nieuwe neus kreeg en kort daarna uit de race verdween. Honda's world dream was nog maar eens aan diggelen...
Op de persconferentie zegde Massa "veel geluk te hebben gehad als hij vernam wat zijn ploegmaat was overkomen. Ik had hier absoluut geen zege verwacht. Mijn leidersplaats in de tussenstand doet me veel plezier, maar het seizoen is nog lang." Meer wist de Braziliaan niet uit te brengen. Zowel Massa als Raikkönen winnen aan krediet bij Ferrari omdat het merk leidt met 91 punten in de stand voor de constructeurs, voor BMW met 74 eenheden. Mogelijk is die rangorde de reden dat Kubica de voorkeur gaf aan een vijfde plaats dan wel forcing te voeren die de kansen op een wereldtitel zou kunnen verkleinen. Renault kwam alleen in de spots toen Nelson Piquet bij het uitrijden van de pits met de "pitknop" sukkelde en Heikki Kovalainen hem in de pitlanen voorbij snorde. Fernando Alonso kreeg geen voldoening als tweevoudig wereldkampioen. Hij scoorde slechts één punt met de achtste plaats in een al bij al monotone GP van Frankrijk. (wr)
Tom Kristensen en Audi danken regenmakers...en Peugeot
Voor de derde opeenvolgende keer heeft Audi met een direct ingespoten diesel de "24 Uren van Le Mans" gewonnen. Van het winnende trio Allan Mc Nish, Rinaldo Capello en Tom Kristensen heeft de laatstgenoemde voor de achtste keer op twaalf deelnames op zijn naam geschreven. Audi's zegereeks over evenveel overwinningen is alleen in 2003 onderbroken toen een Bentley voor de overwinning zorgde.
Twee keer hebben de regenmakers een beslissende invloed gehad op het verloop van de race. Een eerste keer voor het ging dagen, omstreeks 04.30 vorige nacht, waarvan Kristensen gebruik maakte de leiding in handen te nemen. De ervaring van de Deen en de grotere stabiliteit van de Audi R10 TDI lieten de Peugeot's achter zich. Nochtans waren die op het droge 3" à 4" sneller per ronde, maar de Duitse "tank" bleek onwrikbaarder, snediger door het water te klieven. Maar zoals altijd kwam na regen zonneschijn en knaagden de Peugeot's traag maar zeker aan het Audi-voordeel. Zo intens - met het accent op Minassian - dat Jacques Villeneuve ervan ging dromen dat grote voorbeeld van Graham Hill te behalen. Winnen in Indianapolis, het WK F1 en in Le Mans.
De weermakers, altijd op een belangenconflict uit, bedisselden op die stapelwolken die altijd boven Normandë hangen, dat de ruim 250.000 toeschouwers nog eens waar mochten krijgen voor hun veel te dure ingangskaarten. De Opper-regenmaker besliste om 13.54 uur juist dat de 76ste editie van Le Mans in een pokerspel ging eindigen. Met een sadistisch tintje. Want het zomaar gewoon hard laten regenen en de doorvermoeide crews van de teams de stuipen op het lijf jagen, zoiets kon iedere scenarist wel bedenken. Neen, besloten ze, we laten het op de ene helft van de 13,629 km regenen en de andere helft laten we kurkdroog...Je zal het wereldje als kippen zien uiteenstuiven !
Zo gebeurde. Tom Kristensen kon hen gemakkelijk bedanken want met een open cabine had hij maar even ten hemel te kijken en een schietgebedje te zenden (nu doenbaar met sms). Dank aan jullie voor de regen en mijn intermedaires. Nicolas Minassian ging tekeer als een duiveltje in een gesloten wijwatervat. In die "Coupé" bleef je wel droog maar niemand verstond je nog...Dan maar de pits in voor...ook mediums of fullwetrubbers. Aan de Peugeotpit stond even alles stil. Alsof het beeld gedigitaliseerd was. Een - lang - moment van besluiteloosheid. Dan werd Minassian met slickx de natte weg opgestuurd. Kristensen volede zijn mediums wegslijten op de droge gedeelten, Minassian trakteerde iedereen op wat kunstschaatsen op de slickx. Dan kwam het ultieme moment waarop de reuzen binnenkwamen voor regenbanden. Kristensen was eerst weg, Minassian met een ronde achterstand de Audi achterna. Tom Kristensen (40) liet Minassian nog de eer zich te ontdubbelen en in dezelfde ronde dus te finishen. Le Mans 2008 was meteen een feit. "Ik dank de regenmakers en Peugeot" zei Tom Kristensen na de zege "Ze hebben ons een ongelooflijk leerrijke en spannende 24 Uren doen beleven. Vooral omdat ze per ronde gezien sneller waren, moesten we zorgvuldig tactisch optreden. Vooral Nicolas Minassian heeft me onder druk gezet. Knappe gast..."
Op de zevende plaats staat een Pescarolo van Primat-Tinseau-Treluyer als eerste benzinewagen. Henrik Pescarolo versloeg daarmee het Team Oreca Matmut van zijn grote vriend Hughes de Chaunac die achtste werden. Ze voelden beiden de hete adem in hun nek van de eerste LMP2, de Porsche RS Spyder van Verstappen-Van Merksteijn-Bleekemolen. Jos - ja, de boss, heeft daar 's nachts in de regen een staaltje autorijden ten beste gegeven dat kon tellen. Met die 125 pk minder sterke (maar juist daarom-) Porsche LMP2 raasde hij even snel over het glibberige asfalt als de zojuist genoemde heren uit de LMP1, Courage's en Pescarolo's. Het herinnerde ons de tijd dat Jacky Ickx (zes keer winnar in Le Mans) in zijn debuutperiode met een F2 even snel reed als de F1's op oude Nürburgring, de groene hel. Jos Verstappen heeft geleefd als een orkaan maar aan slagkracht in een auto heeft hij nog niets ingeboet.
De naam Ickx brengt ons ook bij Vanina, de 33-jarige dochter van de beste autocoureur die ons land ooit kende. Ze finishte in gezelschap van Barbosan en Gregoire elfde en reed wellicht haar beste race uit haar carrière. Na een kruisweg die kan tellen eindigde Marc Goossens in de Creation AIM met Hall en Mowler 24ste. Gerekend met wat voor het team aan de race vooraf ging en de verre startpositie in het 55-koppige veld heeft de Gelenaar nog maar eens zijn kunnen bewezen. Waar is de tijd dat hij bij Jordan met de sleutels van de F1 in handen stond. Samen met Barrichello, ja Rubens. Marc met lege zakken en Rubens met valiezen vol dollars. Eddie Jordan koos Rubens.
De GT1 heeft met David Brabham en zijn kornuiten Garcia en Turner een prachtige zege voor Davind Richards opgebracht. Een muur van degelijkheid waartegn de twee officiële Corvette's een hele race lang hebben tegen aangekeken. In de GT2 finishten Melo-Salo-Bruni met de Ferrari F430 GT als eersten en er gingen in hun zog nog drie andere soortgelijke auto's mee. De eerste Porsche was vijfde. De 76ste bedevaart van Le Mans, het mekka van de puristen, is hard geweest. Met ongevallen die goed zijn afgelopen. Met tranen van vreugde en verbittering. Dome-Judd S102 is 33ste gefinisht. Geen neerdelaag maar een overwinning. In verbetenheid. Niets wat kon kapot gaan is niet kapot gegaan. Behalve de V10 Judd, stoere erfenis van het F1 V10-tijdperk. De Japanners hebben geduldig alles gerepareerd. Ook toen een cardanas hen in de nacht ruim een uur kostte in de pits. Ze finishten op 109 ronden van de winnaars. Toen de zon opging regende het. Toch nemen ze koffers vol wetenschap mee naar hun thuisland. Terugkomen doen ze zeker. Dat heet de magie van Le Mans, waar biodiesel, zijn prijs aan de pomp en zijn wereldwijde gevolgen, even wordt vergeten. (Tekst:Walter Rombauts/Foto's: Hans van Onsem)
Tom Kristensen heeft een aanrijding gehad met de Zytek nummer "32" en de Audi liep daarbij wat schade op. De Deen die rond spinde en daarmee 11 kostbare seconden verloor verkoos niet de stands op te zoeken. Van dat voorval maakte Peugeot "7" gebruik om zich opnieuw binnen dezelfde ronde als de Audi te nestelen.(wr)
Audi leidt in Le Mans met de nummer "2" Audi R10 TDI van Kristensen-Capello-McNish voor de Peugeot 908 HDi nummer "7" van Gené-Minassian-Villeneuve die afhankelijk van de pitstops voor mediumbanden of slickx op één ronde of net niet een ronde achterstaan. Die twee concurrenten rijden met het mes tussen de tanden. Daar is reden voor.
De Deen Tom Kristensen kan voor de achtste keer de beroemdste endurancerace ter wereld winnen. En Gilles VIlleneuve kan iets realiseren dat alleen Graham Hill heeft voorgedaan: en de "500 Mijlen van Indianapolis winnen" en wereldkampioen F1 (1997) zijn en - als die verdomde Audi kapot gaat - ook de "24 Uren van Le Mans" winnen. De finale de komende twee uur is dus uitzonderlijk spannend en de inzet is hoog. Scheidsrechter wordt duidelijk de weerman. Op het droge is Peugeot sneller, bij regen putten de Audi's winst uit een evenichtiger balans in de auto.
In de LMP2 gaat de zege naar Verstappen-Van Merksteijn-Bleekemolen, in de GT1 lijken Brabham- Garcia-Turner de Corvette's C6-R achter zich te kunnen houden en in de GT1 blijven Melo-Bruni-Salo met de Ferrari F430 GT de wet spellen.(wr)
De weergoden van le Mans hebben hun traditie in stand gehouden en om 04.30 - voor het licht werd - de hemelsluizen wagenwijd opengezet. Regenbuien zoals die alleen in films vallen. Direct maakte zevenvoudig winnaar Tom Kristensen zijn regenrijdersfaam waar en zette Audi na 234 ronden aan de leiding met 1'44"079 Peugeot volgde met Villeneuve aan het stuurtje en de beide merken gaven elkaar geen bandbreedte toe. Vanochtend, na 17 uur rijden, zat de Audi nummer 2 met Capello aan het stuur nog de aanvallen af te weren van Gené-Minassian-Villeneuve. Wie het pleit gaat winnen zal worden ontdekt tijdens een boeiende ochten den namiddag. In de regen bleken de tragere Audi veel van hun handicap op te halen tegenover de Peugeot's waarvan Jacques Villeneuve vertelde dat het gigantisch koppel van 1200 Nm in de regen het uitaccelereren van de bochten moeilijker maakt. Daardoor kunnen soms in trage bochten moeilijker de GT1's en GT2's worden ingehaald. Nu het opgehouden heeft met regenen zullen de Peugeot's wellicht hun superieure snelheid weer tonen. Gisteravond, bij het vallen van de nacht, zette Sarrazin om 21.20 uur met 3'19"394 nog snel een nieuw ronderecord neer.
Nog in de LMP1 hing gisteravond, ook bij het vallen van de duisternis, Christian Klien in de Peugeot 908 HDi hulpeloos op een curbstone. De motor draaide nog en baancommissarissen én een bobcat trokken de Peugeot los. Beetje rare situatie waarover bijzonder weinig ruchtbaarheid werd geventileerd. "Hulp van buitenaf...", de kwestie blijft een gevoelig reglementpunt. Gelukkig voor Dome handelde men in dezelfde zin toen om 01.12 uur Tachikawa met de Dome-Judd S102 na een verdienstelijke race stilviel met een beschadigde aandrijfas. De baanhulpjes duwden de Dome weg van de gevaarlijke plaats waar hij stond en Tachikawa bereikte de pits. De mecaniciens werkten één uur verbeten aan de herstelling ervan. Dan reed de Dome weer de baan op. Een droom armer.
Wie een droom rijker is geworden is Pescarolo wiens auto met Primat-Tinseau-Treluyer op de zevende plaats de eerste benzine is. Door te "winnen" met een Pescarolo-Judd zou "big Henry" aantonen dat er wel degelijk twee werelden van verschil zijn tussen de diesels en de benzine's. De ACO zou beter twee klassementen maken. En daarna dan ook voor hybride's, voor zonnewagens, voor waterstofauto's, voor puur elektrische auto's. De kermis die Le Mans aan het worden is op reglementair vlak kan er alleen maar kleurrijker door worden.
In de GT1's hebben de Aston Martin's het mooie weer overgenomen van de Corvette's die ook al met kleine mankementen werden teruggeslagen. Ze vechten op dit ogenblik met een ronde achterstand hard terug om Aston Martin's vreugde in te palmen. In de GT2's tuft de Ferrari F430 GT van Melo-Salo-Bruni naar de klasse-zege. De resterende zes uur in Le Mans zullen toch nog een vette kluif aan kijkplezier opleveren. Op het ogenblik dat dit tekstje werd afgesloten leidde Audi (Mc Nish aan het stuur) de dans met één ronde voorsprong op de Peugeot van Minassian, twee coureurs die elkaar waard zijn.(wr)
Na vijf uur racen leidt Peugeot met een halve minuut voor Audi. De eerste benzine aangedreven auto is de Oreca Courage Matmut van Groppi-Ayari-L.Duval, direct gevolgd door de Dome-Judd S102 die met een - voorlopige - zevende plaats de verwachtingen overtreft. Onze landgenoot Marc Goossens bengelt zo rond de veertigste plaats, na een lekke band omstreeks 19.30 uur. De dominerende diesels van Peugeot en Audi hebben niet de ongenaakbaarheid van de voorbije jaren. Ze zijn in motorvermogen (+50 pk) en koppel (1200 Nm) de meerdere van de benzine-deelnemers maar vertonen kleine elektronische obstakels waarmee tijd wordt verloren. Dat als voornaamste krachtlijn binnen het LMP1-veld. De Automobile Club de l'Ouest zit wel verveeld met de kloof tussen diesels en benzines. Henri Pescarolo bekritiseerde nogmaals het reglement en zei dat sponsors afpikken als ze weten dat ze enkel voor een vijfde, zesde of zevende plaats rijden en nooit voor de algemene overwinning. Er zijn vorige donderdag op een persconferentie nieuwe dieselmatigende regels afgekondigd. Die zijn echter vijgen na Pasen voor de editie 2008.
In de LMP2 vechten Maassen-Elgaard-Nielsen een knap duel uit met Verstappen-Merksteijn-Bleekemolen, beide ploegen in éénzelfde Porsche RS Spyder. Eén van beide auto's zal zo goed als zeker de LMP2 winnen.
Het officiële Corvette Racing Team uit de USA rijdt aan de leiding in de GT1 met de Corvette C6 R. De coureurs zijn Fellows-O'Connell-Magnussen. Ze worden wel onder druk gezet door de Aston Martin's. In de GT2 rijden Bruni-Melo-Salo met een Ferrari F430 GT "rustig" aan de leiding voor de Porsche's. De Spyker C8 Violette verloor al veel tijd door het wisselen van een alternator. In Le Mans brengt de nacht geen raad maar eerder onraad. Tegen dat de zon opkomt is alles dooreengeschud. Hopelijk alleen maar figuurlijk.(wr)
Na iets meer dan twee uur racen in Le Mans leidt de Peugeot van Lamy-Sarrazin-Klien voor de Audi van Mc Nich-Kristensen-Capello. Mar dat was een pitstepl en Peugeot hernam de eerste drie plaatsen, ware het niet dat de auto van Jacques Villeneuve in de boc moest om de lichten te laten nakijken. Die bleken niet klaar voor als straks de nacht valt.
De Texaan Tracy Krohn, ploegmaat van onze landgenoot Eric Van de Poele knalde in het eerste uur al met de Ferrari F430 tegen de muur in de Virage Porsche. De auto kon niet worden hersteld en dus verdween de ploeg in de gT2 al vroeg uit de wedstrijd. Ook tijdens de testdag op 1 juni overkwam de nummer 83 een ongeval. Met man en macht is gewerkt om de auto aan de start te krijgen, maar vergeefs.(wr)
Dome's giropracticus kneedt de drie piloten tot winnaars
Le Mans. - Twee keer in een ronde moeten de LMP1's naar de eerste versnelling schakelen. Dat is aan Mulsanne en aan Arnage. De eerste bocht wordt tegen 70 km/h genomen en de tweede tegen 80 km/h. Naar Arnage toe komt men niet zo oerendhard aan want men komt dan zopas uit de sortie van Indianapolis die in tweede versnelling tegen 125 km/h wordt genomen. Maar naar deze bocht toe komt men vanaf 330 km/h en nog straffer is de freinage naar Mulsanne toe. Daar komt men tegen 320 km/h aan en moet worden afgeremd op zo'n 150 meter naar 70 km/h. Dat zoiets mogelijk is komt door de gigantische geventileerde koolstofremmen en de sequentiële versnellingsbak die toelaat dat de piloten "zonder te denken" van zesde naar eerste kunnen schakelen. Elektronika waakr erover dat in het geval van de Juddmotor in de Dome het regime niet hoger kan gaan dan 8.000 t/m. Een motor kapot rijden door een te hoog toerental is er niet meer bij en dat is een opluchting voor de coureurs.
Wat minder bekend is dat de auto - hoe stijf het chassis ook is - zich onder de gigantische vertraging die tot 4G krachten leidt tracht te torsen, zich van de ophanging wil loswringen en de wegligging wil verstoren. Vroeger, de tijd van Henri Pescarolo in een Porsche 936, kraakte de chassis nog letterlijk alsog men een plasticdoos wilde torsen. Om maar te zeggen dat die afremzones verschrikkelijk moeilijk zijn. Voor de coureurs die als ledepoppen naar voor zouden vliegen moesten de zespuntgordels hen niet in hun stoeltje houden. De vermoeienis die dat teweeg brengt wordt bij Dome opgevangen door John Braund, een giropracticus. "Na een stint neem ik mijn Japanse jongens even onder handen", zegt hij. "Vooral hun nek, hun rugwervels en de onderkant van het bekken zien veel af in die constante torsie die hun lichaam ondergaat. Niet enkel in die remzone's maar ook in die lange, snelle bochten. Ik masseer ze tot ze tegen de volgende stint weer winnaars zijn geworden..."
Itoh, Taschikawa en Kataoka, de drie coureurs, luisteren aandachtig als bigboss Hiroshi Fushida hen uitleegt dat Dome zal trachten het met één stel remschijven voor de ganse race te doen. "Er moet dus verstandig mee omgesprongen worden", zegt hij. De drie zeggen "hai", ja in het Japans. Ze weten alle drie goed dat het vervangen van de schijven Dome veel pittijd kost. Het is eigenlijk de enige handicap die het Japanse team heeft ten overstaan van Pescarolo, Courage, Peugeot en Audi. Die teams hebben een letterlijk jarenlange ervaring in snel wisselen van componenten en het ontwerp is erop gericht in een mum van tijd vitale onderdelen te kunnen vervangen. Een gesloten cockpit, door de ACO, "Coupé" genoemd, maakt het werk moeilijker dan bij een open auto. Dome leert snel, dat zal de race bevestigen. Net zoals ze in de training tweede benzine en achtste in het algemene klassement stonden. Vanf de achtste plaats de 24 Uren van Le Mans aanvangen is een goede zaak. Winnen is in theorie niet mogelijk, maar de etmaalrace kan zo grillig én grimmig verlopen, dat een podium toch tot de mogelijkheden behoort.
Die gevenitleerde schijfremmen in carbon hebben een diameter van 15" (380 mm) en zijn gelijk voor de LMP1's, de LMP2's en de GT1's. De GT2's moeten dié schijven gebruiken die op de straatversies zijn gehomologeerd maar het reglement van de Automobile Club zegt dat het "ijzeren" moeten zijn. Dat is zo'n beetje een middeleeuwse bepaling. Die woordbetekenis moet tijdens een goed diner met een excellent glas wijn in de droge reglementtekst geslopen zijn. De Porsche's, de Ferrari's en de Spyker (kleine constructeur die maar 25 exemplaren voor homologatie moet voorrijden) hebben heus wel remmen die hoger scoren dan zomaar gewoon "ijzeren". Op àlle auto's is een enkel remzadel met zes zuigers verplicht. Ap en Brembo ziet men het meest als remtoeleveranciers.
Le Mans is onvoorspelbaar. Natuurlijk hebben de bookmakers Audi en Peugeot als de meest kansrijke genoteerd. Toch is er die Lola-Aston Martin van het Tsechische Charouz Racing System dat zich op de zesde plaats wrong voor een Audi in de ultieme donderdagoefeningen en het debuterende Dome - geprepareerd door JB MotorSport van Yves Olivier - dat vanuit een achtste chrono het grote avontuur aanvangt. Als de coureurs zich niet laten vangen aan het hazenspel dat ieder jaar daar in La Sarthe wordt opgevoerd na de start, is de kans héél groot dat ze morgennamiddag in de winnaarstoet onder de Rolexklok en de zwartwitgeblokte vlag doorrijden. (Tekst:Walter Rombauts/Foto's:Hidenori Suzuki)
Le Mans. - Of het nu regent of droog is, als zondag om 05.29 uur de zon boven de horizon komt en de duisternis verdrongen wordt door het licht, dan slaat de vermoeienis het hardst toe voor degenen die nog in de race zijn na meer dan veertien uur trajectoire staren. De "rijzende zon" - Japan - is terug in Le Mans. Het deed goed om even bij Dome te verpozen en kennis te maken met Hiroshi Fushida, de bigboss van het gedurfde Le Mans-project om te trachten met Itoh, Tachikawa en Tataoka de "24 Uren van Le Mans" te winnen. Die kans is niet zo groot, maar wel aanwezig. Althans op zijn minst winnen tegen Pescarolo, Courage en Lola, de benzineboy's die het mooie weer zullen maken in hun (niet-officiële-) klasse. Voor de algemene zege is er keuze uit een Audi of een Peugeot. Audi won al twee keer (2006 en 2007) en Peugeot is aan zijn gigantische investering in Le Mans 08 van minstens 10 miljoen verplicht dat voor de eerste keer te doen. Ter verduidelijking, het is niet de hoge dieselbrandstofprijs (Total Excellium 1,600 op 12 juni) die dat kostenplaatje uitmaakt. Wel de research in chassis', motoren en mensen.
"Dome is geen kleintje", verduidelijkte ons Yves Olivier, de drijvende kracht achter JB Racing in Roeselaere, die het project van de Japanners kreeg toegewezen. Een hele eer en een grote heer die Yves Olivier. Eerder was hij actief als coureur in de F3 en dirigeerde Frédéric Vervisch en Nico Verdonck naar erelaatsen in het ATS Duits Formule 3 kampioenschap. Yves tikte ondergetekende overigens terecht op de tikkende vingers over de nogal oneerbiedige opmerking "wat die Verdonck daar in Italië in de F3 zit te prutsen..." Nico Verdonck schijnt daar podiumplaatsen te scoren. Eigen aan Belgen is Nico wellicht te bescheiden om daarvan de Belgische pers in kennis te stellen, of is er geen energie meer in de media om verdienstelijke mensen als Vervisch (nog steeds F1 kandidaat genoemd) en Verdonck (beslist potentieel beroeps autocoureur). Ze zijn niet terug te vinden op de deelnemerslijst in Le Mans. Daar geven Vanina Ickx, dochter-babe van zesvoudig winnaar Jacky, Eric Van de Poele en Marc Goossens, het Belgisch tintje aan de 76ste editie. Altijd hebben Belgen daarin een belangrijke rol gespeeld.
"Als jonge gast moet je eerst zorgen dat je het in de éénzitters maakt en pas daarna je focussen op de sport-prototypes. Dat is bij wijze van spreken voor "den oude" dag. De gemiddelde leeftijd voor de piloten in Le Mans ligt redelijk hoog. Maar het zijn allemaal ervaren rakkers die het daarvoor hebben gemaakt in de Formule 3, 3000 en andere GP2's series. Ook het trio dat hier meedoet zijn jonge mannen. Ze hebben echter ervaring in Japan met de F3, de F3000 en de hardbetwiste Japanse GT-races. Ze zijn niet aan hun proefstuk en willen er hier in Le Mans iets van bakken." Yves Olivier is formeel: "dit is een meerjarenproject. Dome is vastberaden zich zoals eerder succesrijk Mazda (1991) deed, het wat onbekende Dome tot in de hersenen van Europa te brengen."
Dome is een Japanse constructeur van racewagens die ook voor derden werkt. Zoals Porsche maar op kleinere schaal. Niet een bescheiden niveau want Dome stelt meer dan 200 mensen tewerk, heeft drie autoclaves om chassis' te "bakken" en beschikt over een windtunnel. Dus niet zomaar een kleine Japanse garnaal. In Le Mans zijn 40 mecaniciens gestationeerd sinds weken en ze worden vooral getraind in het snel leren wisselen van o.a. versnellingsbakken, schokdempers en vleugels. Ten opzicht van de concurrentie wordt daarmee nog wat tijd verspeeld. Het zijn allemaal hoog geschoolde, vaak ingenieurs, die naar Japanse gewoonte zich "modester" opstellen dan ze in realiteit zijn. In de bescheidenheid kent men de meester, is in het land van de Rijzende Zon nog toepasselijk. Ook al is de dieperliggende drijfveer op z'n Samurai's. Ridderlijk, keizerlijk winnen. Dat gevoel overvalt je als je temidden van hen een Japanse schotel eet. Hun toewijding aan de plicht in dat kleine aspect dat hun is toegewezen straalt uit hun ogen. En ook wat pret, want wij Westerlingen, barbaren in denken en doen, gekleurd soms van bloeddruk en rosse haren, zijn een bron van onuitputbare humor. In het Japans. We kunnen het niet verstaan. Maar het is goed dat we dat weten. Het Oosten en het Westen. Zoiets als België en Holland. Maar verder af. Vooral in wijs denken.
Terug naar die Dome-Judd die in de LMP1 gisteren om middernacht na de laatste oefeningen op de 8ste (3'26"928) plaats stond, tweede niet-diesel achter de Lola Aston Martin die zesde was (3'25158). Op zich is dat nog geen zaligmakend gegeven voor de koers zelf. Die is delikaat. Een bagatel kan over alles of niets beslissen. Racen op eieren eigenlijk. Die Dome heeft die 5.496 cm3 (5,5 liter) achtcilinder met een maximum toerental van 8.000 t/m. Het reglement staat een atmosferische inhoud van 6000 cm3 toe. Maar noch Pescarolo, Courage en Dome kunnen daarvan gebruik maken omdat de motor écht aan het eind van zijn ontwikkeling zit. Er nog meer - cilinderinhoud - uithalen zou hem breekbaar en onbetrouwbaar maken. "In feite zou men een nieuw motorblok moeten ontwikkelen", zegt Yves Olivier, "maar die investering is zo gigantisch groot dat we voorlopig vrede nemen met de handicap van een halve liter minder inhoud dan het reglement toestaat." Dat is een logisch besluit waarom de teams de verdienstelijke, betrouwbare en uit de F1 stammende Judd, blijven gebruiken. In de autoindustrie schrikt men zich ook een aap van het kostenplaatje om een compleet nieuwe motor te ontwikkelen. Daarom meer en meer gezamelijke projecten omdat iedereen financieel kortademig is geworden. Om dezelfde reden is Didier Theys met Freddy Lienhard met de Porsche RS Spyder niet aan de start. Le Mans wordt te duur. Aan de pomp voor de dieselfanaat, op de piste voor het gemiddelde team. Met wat Dome gisteravond heeft vertoond steekt het Japanse team - en dus ook het Belgische JB Racing uit Roeselare - boven die middelmaat uit. (Tekst: Walter Rombauts/Foto's:Hidenori Suzuki)
Zaterdagnamiddag om 15 uur wordt vanaf 400 km boven de aarde de start gegeven voor de 76ste 24 Uren van Le Mans. Dat is de grootste industriële autoconfrontatie ter wereld, ontstaan in 1923 uit de l'Automobile Club de l'Ouest. De reglementering is altijd een kiese zaak geweest. Ook vandaag nog. Henri Pescarolo hekelt de bevoordeling van de turbodiesels t.o.v. de benzineslikkers. Om het de diesels moeilijker te maken mogen zij maar een tankinhoud van 81 liter hebben tegenover 90 liter voor de benzinewagens. We spreken dan over de LMP1's want de LMP2's hun reservoir maar maar 80 liter omvatten. Beide categorieën zijn auto's die puur voor de competitie zijn ontworpen. Tegen de bezwaren die Pescarolo en met hem Hughes de Chaunac (Oreca) hebben tegen de diesels voert de ACO ook nog aan dat de inlaatdiameter voor de lucht zo is bepaald dat het "vermogensevenwicht" tussen de auto's een concreet gegeven is. Technici in alle kampen zwijgen als ze zoiets horen en glimlachen. Concreet is de editie 2008 de derde waarin feitelijk twee categorieën rijden: de turbodiesels en de benzineauto's. Audi wist al twee edities te winnen (2006 en 2007) maar mogelijk stopt Peugeot met de 908 HDi FAP die zegereeks dit jaar. Althans afgaande op de snelste chrono op de Journée Test van 1 juni waar Stéphane Sarrazin met 3'22"222 een snelste chrono neerzette.
Twaalf LMP1's maken het mooie weer en negen LMP2's hollen als eendjes achter de zwaargewichten. Het motorvermogen van plusminus 125 pk laat hen in die categorie prototypes de zwakkere broertjes zijn. Het reglement wijst hun ook andere motoren voor. Omwille van de duidelijkheid overlopen we de motormogelijkheden eens in LMP1 én LMP2.
LMP1-constructeurs kunnen kiezen tussen 6,0 liter atmosferische-, 4,0 liter turbo of 5,5 liter turbo diesels. Technische neuzen zullen direct begrijpen dat die laatste 5,5 liter turbo en dan nog diesel de kanshebber of de eindzege is. Die motoren hebben een maximale cilindervulling op lage toeren waardoor de werkingsgraad op de zuigers instaat om een gigantisch motorkoppel (tot 1000 Nm) te leveren. Een 6,0 atmo, die concreet zoals in de Judd's dan nog is beperkt tot 5.496 cm3 en niet de volle "zes liter" gebruikt, heeft geen schijn van kans. Ook nog eens omdat het specifiek brandstofverbruik van die sakkerse diesels in g/kg/h (gram/kiloWatt/Uur) zoveel lager ligt dat die 9 liter minder tankinhoud dan de benzineconcurrentie absoluut geen hinderlijk gegegven is. Zondagnamiddag om 15 uur zou het mirakuleus moeten zijn als géén diesel de overwinning behaalt. Of het een Peugeot of een Audi zal zijn is een andere vraag. Peugeot beheerste de eerste drie wedstrijden van het LMP en zette de chrono naar zijn hand tien dagen geleden op zondag 1 juni. Maar één geheimpje delen ze samen. De drijvende kracht in datgene waarover het gaat komt altijd van Bosch. Getuige de luchtinlaat voor de motorkoeling. Daarop prijkt de naam Bosch. Zelfs de Fransen kunnen daar niet onderuit. Het gewicht van een LMP1 moet minimum 900 kg bedragen. Die van een LMP2 waarover we nu iets vertellen 825 kg. De afmetingen van beide categorieën zijn gelijk: Maximum lengte 4.650 mm, breedte 2.000 mm, maximale hoogte 1.030 mm. De "overbouw" vooraan maximum 1.000 mm en achteraan 750 mm. De wielbais is vrij.
Wie opteert voor de LMP2 kan dat doen met een 3,4 liter met maximaal 8 cilinders, of met een 2,0 turbo die dan weer maar maximum 6 cilinders mag tellen, een "gewone" atmosferische 4,0 liter of een 4,4 liter turbo diesel die echter van een serieproduct moet zijn afgeleid. 't Is dus niet zo simpel. Vooral als Porsche - in privéhanden - het voorbeeld geeft met de RS Spyder. Van Merksteyn-Verstappen-Bleekemolen kaapten er de snelste chrono mee weg tijdens de Journée Test. In extreme omstandigheden (wetrace) kan die Porsche het zelfs de LMP1's knap lastig maken. Want minder vermogen en tractie op nat wegdek is dan een voordeel. Maar het is een droombeeld voor Porsche dat niet zal uitkomen en waar de machtigste automan van Duitsland, Ferdinand Piëch, met een macabere grijns op zijn gelaat aan denkt. Laat het nooit meer oorlog zijn tussen Audi en Porsche. Nooit meer een bom onder het dieselideaal zoals in Sebring dit jaar... Ullrich dirigeert Audi. Piëch zal wellicht niet te zien zijn. Maar achter de schermen bespeelt hij het marionettentheater van...Audi, Porsche, VW, Seat, Skoda. Al wat gebeurt in autoland, zelfs de intermerken-bewegingen, heeft hij als meesterstrateeg in de hand. Le Mans, die 13,629 km baan waarrond het riviertje La Sarthe zich als een serpentin wiemelt en kolkt, is zijn speelveld.
Het racé is sinds 2007 voor de veertiende keer veranderd in lengte. In de eerste editie die werd gewonnen door Lagache-Léonard in een Chenard-Walcker was de "piste" 17,262 km lang. Nu dus 13,629 km. Jacky Ickx won er zes keer, Tom Kristensen zeven keer en Emanuel Pirro kan dit jaar de meesterklasse van Jacky Ickx evenaren als hij wint. Woensdagavond om 19 uur tot 21 uur gaan de eerste gechronometreerde oefeningen door. Van 22 uur tot middernacht de tweede seance. Donderdagavond hetzelfde feest. Dan vrijdag "niks" en dan zaterdag die aftelling naar die aardbeving op wielen Door geen vorst ter wereld te voorkomen. Meer dan 150 autocoureurs gaan een etmaal lang het grootste gevecht aan dat een mens kan voeren. Met name ieder tegen zichzelf. Alleen daaruit zal de beste ploeg tot de winnaars van 2008 uitgroeien. (Tekst: Walter Rombauts/Foto's: Hans van Onsem)
De grote auto's van de komende jaren hebben kleine wielen. Het zijn de Nissan Micra's, Chevrolet's Matiz, de Peugeot's 107, de Citroën C1's en andere Toyota Aygo's. Deze bewering is natuurlijk ironisch bedoeld. Rijke mensen zullen altijd grote en krachtige auto's blijven kopen. De zojuist genoemde microwagentjes kopen zij alleen om in hun villapark rond te snorren als de Rolls binnen blijft. Maar de druk die de brandstofprijzen op autobezitters uitoefenen zijn wel zo dramatisch aan het worden dat de constructeurs zelf hun mastodonten in vraag stellen. General Motors gaat Hummer afstoten. Kanselier Angela Merkel houdt de Duitse auto-industrie nog een hand boven het hoofd, maar zal niet kunnen verhinderen dat tegen 2012 de Europese Unie de verplichting van 120 g/km aan CO2 als gemiddelde uitstoot van een gamma zal opleggen. Daardoor komen de grote V12's en V8's in vraag bij de constructeurs zelf. "Downsize" is de nieuwe leuze voor de motoren. GM zette recent de toon met de aankondiging van nieuwe, krachtige 1,4 liter turbomotoren (Saab heeft er één die 147 kW (200 pk) haalt). Het is de voorbode van het onvermijdelijke: enkele topauto's die zullen blijven bestaan, en dan een meute die binnen in het gareel moet rijden binnen de context van de klimaatverandering.
Dus moet de doorsneeburger in een kleine auto worden gepropt. Die hebben een laag brandstofverbruik, dus minder emissie aan koolstofdioxyde en...bieden een volumineus interieur omdat de diameter van de wielen kleiner is. Ford met de Ka leidde eigenlijk vijftien jaar geleden dit proces in. Avant-garde toen die Ka ! Een koepel van ruimte op kleine wielen die, helemaal op de hoeken van de auto zijn opgehangen en waarvan de carrosserie zo goed als geen "overbouw" meer heeft. Dat is de enige manier om een dwarsgeplaatste krachtbron de voorwielen te laten aandrijven en nog genoeg plaats te hebben voor een schoonmoeder, een kleinkind en de baas en de bazin van het gezin. Ook een valies kan nog net mee. Maar dan mag het geen vierdeursmodelletje zijn. Anders wordt dat "wreed" krap en vervallen we in een karakteristiek die Urbanus nog het liefst in zijn strips gebruikt.
Wie goed oplet ziet het autolandschap veranderen van groot (de SUV's, de dikke bakken-die-niemand-kan-betalen) naar middelgroot van degenen die nog werk hebben en klein van de gepensioneerden en mensen die echt geen statussymbool in een auto zien. Aangevuld met de tweede of derde auto die ook best een lilliputter mag zijn en waarin ook rijke mensen geen Smartgraten in zien.
De evolutie is zichtbaar en mogelijk mee de oorzaak dat gemakkelijker een nieuwe - kleinere - auto wordt aangeschaft. In de eerste vijf maanden van dit jaar werden er 8,31% méér auto's verkocht dan in de vergelijkbare periode van 2007. Dat zijn 280.007 eenheden tegen 258.535 vorig jaar. In de toptien die aangevoerd wordt door Peugeot met 10,58% tegenover VW met 9,84% is de eerste "big car" BMW op de 7de plaats en Audi op de 9de met respectievelijk 6,54% en 4,17%. BMW houdt de kleintjes goed in de gaten. Het is niet voor niets dat het eerste Totalstation (Ruisbroek, richting Parijs vanuit Brussel) waar men waterstof kan tanken gastheer speelde voor de BMW 7-series die al meer dan een jaar in Duitsland proef rijden. Waterstof, een grote stap verder dan hybride, zal de enige mogelijkheid zijn om na 2012 in een fors gemotoriseerde auto te blijven rijden. Total, maar ook BMW en niet vergeten GM, hebben al concrete dingen uit de industriële hoed getoverd. Daarbij moet worden gehoopt dat we die waterstof zelf genoeg zullen kunnen aanmaken zodat we die niet moeten toegeleverd krijgen vanuit Arabische kant. Maar gemakkelijk zal het niet zijn. Na WO II zijn we zestig jaar ingedut. De ontwaking komt nu hard aan.
Het is niet zeker dat het spiegelbeeld van de "fleets" direct verandering zal ondergaan. De regering doet wel iets moeite om de fiscale aftrekbaarheid van voertuigen met minder dan 120 g/km aantrekkelijk te maken. Maar dat is niet genoeg. Bedrijfsleiders schijnen nog steeds op zoek naar goeie vakmannen. Als ze die dan gevonden hebben willen ze die niet in hun eer krenken door hen in een miniatuurautootje als bedrijfswagen te wringen. Dus nemen sterke bedrijven de mogelijke meerkost van een auto die meer uitstoot graag voor hun rekening. Die meerkost is ten slotte ook aftrekbaar op de belastingbrief. Het blijft een akelig autospelletje, dat van die kleine of grote wielen. De burger mag blij zijn met die grote auto op kleine wielen. Aan de pomp wordt ie overigens nog steeds groter in mogelijkheden en lager in prijs. De bezitters ervan kunnen nog met de glimlach tanken. Die van de dikke en grote (brandstof-) bakken lachen groener en groener terwijl ze in de "nieuwe wereld" zeker niet tot de vragende groene partij behoren. Autoland is nooit eerder zo boeiend geweest. (Tekst: Walter Rombauts/Foto's: Citroën, Toyota, Opel en Smart)
Le Mans. - Op het moment dat Sarrazin in het begin van zondagnamiddag met 3'22"222 de Peugeot 908 HDi in "pole" bracht betaalde de dieselrijder aan een Totalstation 1,609 voor één liter "Excellium". De eerste vijf na de "La journée de Test"" op het 13,629 km lange lint van La Sarthe waren allemaal diesels. Moest Marc Gene de Peugeot nummer 7 niet aan diggelen hebben gereden ter hoogte van de virage "Karting", nabij de Porsche-S, dan waren het zes zelfontbranders op de eerste plaats geweest. Op de zesde plaats prijkte de eerste "essence", een Pescarolo-Judd. Tien seconden trager dan de snelste Peugeot. Henri Pescarolo heeft gelijk: in Le Mans rijdt men nu twee onderonsjes. De diesels - theoretische winnaars - en de anderen, vooraf met zekerheid de verliezers voor de algemene zege.
Peugeot oogst alle aandacht voor zich op met het oog op de etmaalrace van 14 en 15 juni. Het merk won de eerste drie races voor het LMS-kampioenschap (Barcelona, Monza en Spa) en hoopt nu met drie wagens Audi te verslaan. Het Duitse merk won de jongste twee edities met een TDI. Peugeot heeft zich naar eigen zeggen "aangepast" aan de nieuwe vereisten. In plaats van het obscure caravannetje van vorig jaar dat dienst deed als "centre d'acceuil" was er nu "un chapiteau" waarin vooral oudgedienden werden geweerd. Gelukkig wist men bij Oreca van Hughes de Chaunac iets meer van autohistorie af zodat een snuifje essentie toch nog net kon.
Industrieel gezien is het nu een slecht moment om dieselreklame te maken. De consument stikt, regeringen voelen onrust en China, Pakistan en Indië worden alsmaar meer energievreters, lees: ruwe-olievreters. Meer verbruiken bij een gelijkblijvende productie van de Arabieren. Resultaat daarvan is een onophoudelijk stijgende prijs. Kap er dan nog wat graan bij en straks kunnen we ook ons voedsel niet meer betalen.Er zijn momenteel 20 broeihaarden van geweld in de wereld omwille van rijst, tarwe en soja. Het is ver van Le Mans. Aan de pomp is dat alles dichtbij.
Een andere essentie is dat geen enkele LMP 2 binnen de snelste tien geraakte. Dat is logisch, maar toch gaat er een dreiging uit van die Porsche's RS Spyder voor de...diesels over 24 uren. De oefening is al eens voorgedaan in Sebring dit jaar waar een LMP 2 een LMP1 (Audi) versloeg. De bedrijfszekerheid van die machines uit Weissach - weliswaar privé ingezet - is een troef. Van Merksteijn-Verstappen-Bleekemolen melden zich alvast voor die rol aan en waren de snelsten in de LMP 2 voor een uitgeregend, op sommige plaatsen zaterdags zelfs overstroomd Le Mans waar brandweerwagens en ambulances loeiend kriskras door de stad schoten.
"De kans dat "het geval" van Sebring zich hier in Le Mans herhaalt is klein", zegde ons Pierre Dieudonné, technisch directeur bij Oreca en vinger in de pap van zowel Seat's WTCC, Courage's overgekochte auto's en kenner bij uitstek van Le Mans. "Dit circuit is snel, bochtig maar niet écht sinueus. Het verschil van ruim (125 pk) tussen de LMP1 en de beste LMP2's blijft spelen. De rechte lijn van Hunaudières is wel "gebroken" door twee chicane's maar die maken juist dat het vermogen - en het koppel van de diesels - bij het uitkomen van de bochten extra in hun voordeel werkt." De Courage-Judd van Ayari-L.Duval-Groppi, in Mondriaankleuren, haalde een achtste plaats op...14" van de snelste.
Tot slot rijst er een nieuwe vraag rond de aerodynamika. Ortelli in Monza loste ineens grond en beleefde het spectaculairste ongeval uit zijn mooie carrière. Vorige zondag verloor Marc Gene grip en ramde zijn Peugeot aan diggelen tegen een betonmuur dewelke doormidden brak. Straks is het tien jaar geleden dat een Mercedes voor Mulsanne "opsteeg" en de piste ruilde voor de bossen ernaast. In de aard van die ongevallen zien specialisten vergelijkingspunten. In al die gevallen kwamen de coureurs er zonder veel verwondingen vanaf. Gene kloeg zondagvan een gekneusde teen. Fastum Gel is daar goed voor en staat in fel contrast met de schade die Peugeot opliep. Er is al een nieuw chassis onderweg en zoon Beltoise wordt als vervanger van Gene geopperd. Mogelijk zorgde de klap voornamelijk voor psychologische deuken. Wit als een laken op de muur zitten, spookachtig en niet goed beseffend aan wat je ontsnapt bent, het bestààt. Wie twijfelt moet dat maar eens aan Thierry Boutsen vragen. Na zijn laatste crasch in Le Mans met een Toyota hing hij zijn raceplunje aan de haak.
Het is de 76ste keer dat de 24 Uren van Le Mans doorgaan. De start is dit jaar vooruitgeschoven naar 15 uur omdat men ook vanuit een ruimtestation tegelijk - buitenaards - de start wil geven. De "l'Automobile Club de l'Ouest" is vanaf 1923 bepalend geweest voor het soms excentrieke reglement, de keuze van toegelaten wagens en soms ook vriendjespolitiek. Maar altijd sterk genoeg om een moeilijke kluif te zijn voor de FIA en de FISA. Daar blijft Max Mosley nu verder president, fel gecontesteerd door de Duitse en Amerikaanse Automobiel Clubs. Max trekt er zich blijkbaar niet te veel van aan. Het is zoals in Le Mans. Daar winnen alleen diegenen die het klappen van de zweep kennen.(wr)
Nieuwe Subaru Impreza WRC debuteert in de Acropolis Rally
De Noor Petter Solberg en de Australiër Chris Atkinson komen volgend weekeinde met een nieuwe Subaru aan de start van de Acropolis Rally in Griekenland. Dat is de zevende manche voor het WRC. Nieuw aan de auto is een langere wielbasis en het model. De sedan van voorheen is nu vervangen door een hatchback. De achtervluegel die vroeger op het kofferdeksel was gemonteerd staat nu bovenaan de achterklep van het seriegetrouwe model., de straatversie. De blauwe kleur blijft op de nieuwe rallywagen overheersend, maar de striping is van een geheel nieuw ontwerp. Het officiële Subaru-logo neemt nu een centrale plaats in, geaccentueerd door een witte en zilverkleurige aflijning.
Officieel is het "Subaru Tecnica International" in Japan die dit aankondigde, maar in de dagdagelijkse realiteit is het natuurlijk de big-boss van het in Engeland gevestigde "Subaru World Rally Team", David Rchards die het nieuws wereldkundig maakte voor het vertrek van het team naar Griekenland. "Het Symmetrical All Wheel Drive Systeem" waar Subaru heel zijn geschiedenis al aan heeft vastgehouden is nog verder verfijnd. De vier wielen worden aan gedreven door die legendarische boxermotor. Hij geeft een vermogen af van 220 kW (300 pk).
Doordat de "potre-à-faux" voor- en achteraan beperkt is - korter bijvoorbeeld dan de Citroën C4 - staan de wielen uitdrukkelijker op de hoeken van de auto. Dat is eigenlijk de logica zelf, maar toch heeft men in de automobielbouw moeten wachten op Alec Issigonis (bedenker van de legendarische Mini) eer de voordelen van een "koekendoos" tot uiting kwamen. Subaru treedt met de nieuwe Impreza WRC 2008 uit de anonimiteit waarin het merk lang heeft bestaan. Met de 2,0 liter boxermotor ook als turbodiesel uit te brengen zal het excentrieke merk op hun belangrijke vaak besneeuwde markten (Duitsland, Zwitserland, Italië) een hoger marktaandeel kunnen scoren. Ook in weerwil van het feit dat diesel, niet helemaal terecht, onder milieuvuur ligt. Het is ook niet zo bekend dat Subaru in Californië een milieurecord in de PZEV (Production Zero Emission Vehicule) op zijn naam heeft en liefst 90% schoner is dan de gemiddelde auto die daar op de straat komt. Om maar te zeggen dat Subaru evengoed begaan is met het milieu als opnieuw wereldkampioen rally worden.
De vaak anonieme, omzeggens verlegen attitude van de autodivisie naar de wereld toe, is (was) te wijten aan het gigantische concern dat Fuji Heavy Industries in Japan is. Auto's maken was een bijkomstigheid. Niemand lette er eigenlijk op. Zo kon het dat eind van de jaren '80 onze Antwerpse renstalhouder Jean-Pierre Van Rossum een Subaru-motor bezigde in "zijn" Coloni C3B Formule 1 waarmee Bertrand Gachot zowel het vagevuur als de hel heeft gezien. De motor op zich was al een ondankbaar gegeven in een F1 wagen. Een boxermotor is te breed om aerodynamisch gunstig te worden ingebouwd. Maar voor Van Rossum was het een dankbare oplossing op dat moment.
Dus reed een Subaru mee in de F1. Het betrof een twaalfcilinder boxermotor die 159 kg woog en 441 kW (600 pk) uitbraakte. Dat was op dat moment 66 kW (90 pk) minder dan de Honda motoren in de Mc Laren's waar Alain Prost en Ayrton Senna het mooie weer mee maakten. Bertrand Gachot was dankbaar voor de F1 kansen. Enzo Coloni, stichter van het gelijknamige team, had in die operatie 51% en Subaru 49%. Het verhaal eindigt met een legende die beweert dat die motor in september 2005 op Ebay is verkocht.
Een ceo van Fuji Heavy Industries zat zowat in een Japans autoblad te lezen. Een klein schokje ging door hem heen als hij de naam Subaru in verband zag met F1 activiteiten in de hoogste autosportdiscipline. Hij wist er niets van af. Hij belde de ceo van de autodivisie. Die moest het buigend, hoofdknikkend, niet hakkelend, op zijn Japans eens komen uitleggen hoe dat wel in elkaar stak. Niet zo lang nadien verdween Subaru uit de F1. Roemloos, neen, eerder discreet. Zoals het merk erin was gekomen. Zo tussen "soep en patatten" in , zou men het hier te lande noemen. In de rally was dat anders. Daarin stapelde het merk overwinningen en wereldtitels op.
Momenteel verwacht David Richards veel van die nieuwe Impreza. Chris Atkinson staat met 31punten op de derde plaats in de voorlopige rangschikking in het WK. Petter Solberg pas op de achtste met 9 eenheden. Mikko Hirvonen, met de Ford Focus, leidt met 43 punten voor viervoudig wereldkampioen Sebastien Loeb met Citroën die 40 punten telt. Subaru verwacht onder de Griekse zon zijn zes sterren auto weer te doen schitteren en opnieuw een worp te doen naar de absolute heerschappij in WRC-rallyland. (Tekst:Walter Rombauts/Foto: Subaru)
Didier Theys: "Indianapolis moet je vanuit een zetel winnen"
"Het is bewonderenswaardig dat lady Danica Patrick op de vijfde startplaats staat in de "500 Mijlen van Indianapolis" zegde ons Didier Theys. Onze Belg die drie keer daar de snelste autorace ter wereld meereed (1989, 1990 en 1993) vindt de komst van de dames in de autosport leuk. "Dames hebben tegenover heren meer fysische grenzen. Zeker op stratenomlopen. Op een ovaal ligt dat anders. Daar is het voor 60% de auto die het moet doen en 40% de coureur. Op een ovaal rij je in een zetel naar een zege of een goede plaats, of je knalt tegen de muur. De auto moet op en top zijn afgesteld. Zoals je weet ligt de auto 1° schuin naar de muur toe en hebben de rechtse banden een iets grotere diameter. Dat maakt dat de handelbaarheid van de "kist" bijzonder gunstig is. Natuurlijk blijft het altijd opletten..."
Voor een vijfde plaats op de grid van 33 auto's heeft Danica Patrick met haar AGR een gemiddelde snelheid laten optekenen van 226,197 mph of...375,8 km/h ! Pole sitter Scott Dixon van het Ganassi-team reed gemiddeld 226,366 mph of 377,8 km/h. Zijn teamgenoot en winnaar van 2005 Dan Wheldon reed iets "trager", 226,110 mph of 377,3 km/h. In de race zelf ligt het gemiddelde iets lager natuurlijk, maar toch blijft het verbijsterend. "Toch rijdt het lekkerder dan je denkt", zegt Theys. het ritme kruipt in je huid en de snelheid voel je niet echt maar je ziét ze wel. In ieder van de vier corners is bij het uitkomen van de bocht de muur dichtbij.
Het is niet uitgesloten dat Danica Patrick de "500 Mijlen van Indianapolis" kan winnen. Even reed ze de snelste tijd alvorens de Ganassi-boy's haar voorbijzoefden. Vergeten we niet dat ze in het Japanse Motegi de eerste vrouw is geworden die een IRL-Indy Car Race won. Wel op ovaal, dat is waar. Maar succesvoller in Indianpolis gaat niet. Janet Guthrie heeft het geprobeerd van 1977 tot 1979, Lyn St.James - geen peosje om zonder handschoenen aan te pakken - ondernam pogingen van 1992 tot 1997 en probeerde nog eens in 2000. Sarah Fischer deed haar na van 2000 tot 2004 en met een ongezien verbetenheid deed ze het nog eens over in 2007. Milka Duno kwam als vijfde vrouw in de race in 2007 maar verdween zoals ze was gekomen, heel stil. Danica Patrick, de "babe", degene die Honda tot een F1 test kan verleiden, die pakt zondag de mannen aan. Zou dat echt vanuit een zetel zijn, zoals Didier Theys beweert ? (wr)