Het is me wat met dat Ryanair. We zijn al e.e.a. gewend van die low cost maatschappij, maar de laatste stunt is wel de ergste: de volgende zes weken schrapt ze 2.000 vluchten en moeten zo’n 300.000 passagiers maar zien hoe ze er geraken.
De reden voor dit bruuske besluit is, dat de vakantieregeling voor het personeel vanaf 01.01.2018 gelijk moet lopen met dat van thuisland Ierland en niet volgens het eigen boekjaar, zoals tot nu het geval was. Dat had men bij Ryanair moeten zien aankomen, maar dat is dus niet gebeurd. Reservepersoneel kan niet worden opgeroepen, omdat er geen reservepersoneel is. De maatschappij heeft een chronisch personeelstekort, o.m. te danken aan de slechtere beloning t.o.v. de meeste andere vliegtuigmaatschappijen.
Nu is het zo dat men als gedupeerd passagier in een dergelijke situatie een schadeclaim kan indienen, maar Ryanair rekent erop dat de meeste van die passagiers dat niet gaan doen. Als individu valt zoiets trouwens niet mee; alleen wie dat doet in groep via e.o.a. organisatie zoals bij ons bv Testaankoop, maakt kans. En dan is het nog de vraag hoeveel men gaat krijgen. Ryanair-baas O’Leary, die pas drie dagen na de bekendmaking van de schrappingen zijn excuses aanbood, rekent op zo’n anderhalf miljoen euro, maar als het allemaal volgens het boekje gebeurt en volgens de verschillende wetgevingen, kan er sprake zijn van enkele tientallen miljoenen. Alles behalve low cost.
Men zal het maar meemaken, zeker als men in het buitenland zit en maar moet zien op eigen kracht terug te komen. Of e.o.a. afspraak heeft die men niet na kan komen. Voor wie serieus zaken doet en waar veel geld mee gemoeid is, doet er dan ook best aan niet met Ryanair te vliegen. Ook andere maatschappijen vliegen tegenwoordig met een low cost afdeling, maar daar kan men meestal terugvallen op de moedermaatschappij als er iets grondig fout loopt.
---
En dan iets anders. België zal, voor de tweede keer in drie jaar, de finale van de Davis Cup betwisten na een zege tegen Australië in de halve finale. In tegenstelling tot de meeste andere sporten, waar de toppers meestal Vlamingen zijn, zijn het bij de tennismannen de Waaltjes Goffin en Darci die er bovenuit steken. Knappe prestatie, die nog meer naar waarde zou geschat zou worden, mochten de heren ook eens een woordje Nederlands proberen te spreken. Dat is niet het geval, evenmin als vroeger bij Henin en nu bij de broertjes Borlée en zevenkampster Nafi Thiam. Het zijn geen monoglotten, want zij spreken ook allemaal behoorlijk Engels, maar de taal van de meerderheid in hun eigen land? Nee, hoor!
Wielrenner Philippe Gilbert spreekt wel behoorlijk Nederlands, maar dat komt omdat hij met een Nederlandse getrouwd is, de beste methode om een andere taal te leren. Daarmee is hij in Wallonië wel de uitzondering die de regel bevestigt.
|