Ik zal wel niet de enige geweest zijn, neem ik aan, die even geschrokken is over de manier waarop Bart De Wever Pieter De Crem heeft aangepakt. De Wever en zijn partijgenoten (La Homans deed hem dat al eens voor bij de reis van Kris Peeters naar Japan) hebben gelijk, wanneer zij stellen dat Buitenlandse Handel met de laatste staatshervorming is toegewezen aan de gewesten en het federale daar niets meer te zoeken heeft, maar m.i. is dat toch geen reden om de toch vrij aimabele De Crem daar zo persoonlijk over te tackelen. De man was een voortreffelijk minister van Landsverdediging in de twee vorige federale regeringen, is de meest rechtse topman van zijn partij in de regering Michel. Dat hij nu op een schopstoel beland is als staatssecretaris voor Buitenlandse Handel, is een gevolg van het nieuwe regeringsakkoord dat ook door de N-VA werd goedgekeurd. Men moet inderdaad af van het overlappen van federale en regionale bevoegdheden, maar zoiets kan m.i. ook op een andere manier gebeuren en zeker niet als vuile was uitgehangen op een internationaal forum.
E.e.a. zal waarschijnlijk wel te maken hebben met Bart’s frustratie omtrent de taxshift, waar een pasklare oplossing nog steeds ver af is. Jan Smets, de nieuwe gouverneur van de Nationale Bank (NBB) heeft zopas nog eens herhaald wat ook Europa wil van dit land, nl dat de bruto arbeidskosten naar beneden moeten en verschoven moeten worden naar vervuiling, consumptie en vermogens. Zolang iedereen daarbij blijft rekenen hoe hij/zij daar beter van wordt, zal een oplossing ver af blijven.
Heel wat van de huidige politieke problemen in dit land zouden verholpen kunnen worden, mocht men meer mensen aan het werk krijgen. De staat zou meer geld ontvangen en minder steun moeten geven. Er zijn in België momenteel 2,2 miljoen landgenoten tussen de 20 en de 64 jaar die niét aan het werk zijn en allemaal op e.o.a. wijze geldelijke steun krijgen. Zoiets is niet vol te vol te houden. Ondertussen blijft Peeters maar knippen, plakken en pamperen, zoals men pas weer heeft kunnen zien bij het ‘aanpassen’ van de inschakelingsuitkering, waarbij de hervorming van de wachtuitkering ook al een lachertje geworden is. Als men de ‘nieuwe’ Peeters bezig ziet, heeft men het gevoel dat de geest van de vorige regering nog steeds rondwaart in de Wetstraat.
Een bijkomende frustratie, zeker voor de N-VA, is dat een groot deel van de uitkeringen aan de man worden gebracht door het zgz ‘middenveld’ – vakbonden, ziekenfondsen en werkgevers die - volgens een akkoord van … 1944(!) - instaan voor de uitbetaling van werkloosheidsuitkeringen, ziekteverzekering, kinderbijslag en vakantiekassen. Die instanties dragen allemaal een rood of oranje etiket en de vraag is maar of dat niet goedkoper kan.
Het zou in elk geval een stuk efficiënter moeten, zoals dat trouwens in de meeste andere E.U.-landen gebeurt, maar bij ons blijkbaar niet mogelijk is. ‘Only in Belgium’* wordt steeds meer een rariteitenkabinet, dat straks alleen nog goed zal zijn voor het museum.
* Index, sociale uitbetalingen, sociale verkiezingen waaraan alleen erkende vakbonden mogen deelnemen, feestdagen tijdens het weekeinde die gerecupereerd kunnen worden, de koopjes, de sperperiodes (en ik vergeet er nog wel enkele) zijn allemaal zaken die buiten onze grenzen nérgens nog voorkomen…
|