Wie dit jaar op vakantie trekt naar Spanje, Portugal of Zuid-West Frankrijk, moet er degelijk rekening mee houden dat er in die streken weinig of geen neerslag is gevallen tijdens de voorbije winter en lente en dat het daar wel eens een heel "droge" vakantie zou kunnen worden. Zonder water komen te zitten in een zuiderse zomer is nu precies niet wat men onder vakantie zou kunnen verstaan. Ik heb negen jaar in het zuiden gewoond en kan erover meepraten. Wat de neerslag betreft, staat Italië er veel beter voor. Daar heeft het in dezelfde periode zelfs overvloedig geregend en is er hoegenaamd geen probleem met de watervoorziening. Er is voor de toeristen misschien zelfs nog een tweede voordeel: de prijzen in de winkels zullen zeker niet gestegen zijn, eerder gezakt. Dat voordeel is er dan ook alleen maar voor de buitenlandse toeristen. Voor de Italianen zelf is het op dit ogenblik kommer en kwel. Volgens de laatste officiële cijfers is het verbruik van de Italianen in de maand april gezakt met gemiddeld bijna 4%. Dat is sinds de Tweede Wereldoorlog nog nooit voorgevallen. In Zuid-Italië en op de eilanden spreekt men zelfs van het dubbele. Zelfs de voedingswaren ontsnappen niet aan de trend en dat is alarmerend. Italianen zijn nl dol op hun voeding en het is zowat het laatste waarop ze zullen besparen. Dat gebeurt dus nu wel. De situatie is zo erg, dat de Italiaanse regering besloten heeft de voorziene prijsverhogingen voor treintickets en elektriciteit voorlopig uit te stellen. Wat trouwens die elektriciteit betreft, is het op te merken dat Italië geen kerncentrales heeft en een groot deel van zijn elektriciteitsbehoefte dan ook moet invoeren uit Frankrijk, waar die elektriciteit wél uit kernernergie wordt opgewekt. Een lot dat ook België te wachten staat als het in 2015 uit de kernenergiesector zou stappen zoals beslist werd door Verhofstadt I. Sinds 2001 tot op de dag van heden zijn er in Italië twee miljoen werkplaatsen bijgekomen en is het Brutto Nationaal Product er sindsdien niet meer gestegen. Men vraagt zich daar dan ook af waar de problemen vandaan komen. Dat Europa en de Chinese import met de vinger gewezen worden is er een logisch gevolg van. Maar daarmee is er nog geen oplossing. Italië is natuurlijk België niet, al zijn er enkele vergelijkingen mogelijk. Ook België heeft een Noord en een Zuid die erg veel verschillen, ook wij hebben teveel politieke partijen en ook hier heeft men steeds gedacht dat het niet op kon. Mocht de recessie van de eerste drie maanden van 2005 zich hier in het tweede kwartaal doorzetten, dan kunnen ook wij ons ernstige zorgen gaan maken.
"Soaps" zijn "in". We hebben reeds grote aantallen landgenoten die zich vergapen aan "De Pfaffs" en "De Planckaerts", maar die moeten het stilaan afleggen tegen de langstlopende soap uit onze geschiedenis, deze van "De Coburgers", die reeds 175 jaar aan de gang is. Juist ter gelegenheid van die heuglijke 175ste verjaardag, had het VBO (Verbond van Belgische Ondernemingen) een galadiner gegeven en was daar zo ongeveer iedereen uitgenodigd, die iets met het belgicisme te maken had, tot Delphine toe. Delphine, ge weet wel: die onechtelijke dochter van Albert II, de hoofdman van de Coburgers die elk jaar rond Kerstmis zijn "waarde landgenoten" erop komt wijzen de wetten en de moraal na te leven. Alhoewel ze een uitnodiging had gekregen, werd Delphine dus geweigerd bij dat galadiner en dat is haar (én haar moeder) in het verkeerde keelgat geschoten. Ik ga me verder niet met deze anekdote bezig houden omdat die overal in de media in het lang en het breed wordt uitgesmeerd. Waarover ik het wél wil hebben is het feit dat Delphine wel degelijk een Coburger is. Haar gelijkenis met Albert II en enkele andere telgen van dat roemrijke geslacht is té opvallend. En eigenlijk heeft dat kind helemaal geen geluk gehad. Want er loopt daar in de familie nog iemand rond die wél als Coburger erkend is geworden, maar waarvan iedereen kan zien dat het er géén is. Vader én moeder van Italiaanse afkomst. Alleen daarom is het een schande dat Albert Second het ene kind wél erkent en het andere niet. Men zou voor minder gefrustreerd door het leven lopen. Tenslotte zou de beste oplossing zijn, dat men die hele monarchie opdoekt. De grote verdedigers ervan, de echte belgicisten, worden zo stilaan een uitstervend ras. De jeugd komt niet meer opdagen om de leden van het Hof te verwelkomen, tenzij ze daartoe verplicht wordt. In de politiek zijn het tenslotte alleen nog de Walen en hun francofone vrienden, uitgerekend zij die het koningshuis weg wilden hebben na de Tweede Wereldoorlog, die er nu voorstanders van zijn. En dat is alleen, omdat onze zuiderburen weten dat het koningshuis een der laatste bindmiddelen is om dit apenland (dixit Mark Eyskens) aaneen te houden. Als België zou verdwijnen, is Wallonië zijn Vlaamse kip met de gouden eieren kwijt en daarvoor is het bereid zelfs de Coburgers te blijven steunen. De vraag is alleen: hoe lang nog?
Tot voor enkele maanden zag het er naar uit dat we de dollar zo stilaan konden vergeten. Het Amerikaanse handelstekort en de schuldenlast, niet in het minst o.w.v. de oorlogen in Afghanistan en vooral Irak, leken de "greenback" de das te gaan omdoen. De euro, die maar bleef stijgen, zorgde er wel voor dat het steeds moeilijker werd om Europese producten uit te voeren, maar anderzijds zijn er nogal wat zaken die wereldwijd in dollars betaald dienen te worden, in de eerste plaats de olie, en dat zorgde ervoor dat we met onze euro's toch nog goed zaten. In deze situatie lijkt een verandering te komen en dit om verscheidene redenen: - Er is natuurlijk de weerslag van de referenda in Nederland en Frankrijk waarbij de nieuwe Europese grondwet werd verworpen. Het vertrouwen in een sterk Europa, en dus ook in een sterke Europese munt, kreeg daardoor vooral buiten ons continent toch heel wat klappen. - Daarbij komt nog dat de meeste Europese landen nu al jaren geplaagd zitten met weinig groei en grote werkloosheid, twee factoren waar men blijkbaar geen raad mee weet, waarvoor in elk geval niet voldoende inspanningen worden geleverd om er iets aan te doen en waarvoor ook geen garantie is dat er in de toekomst iets zal veranderen. - En dan is er de factor Azië, waar de meeste landen hun munteenheid gekoppeld houden aan de dollar en op die manier die munt blijven steunen. Dit gebeurt door massaal dollars te blijven opslaan die zij dan aan de States weer uitlenen, waardoor ze feitelijk niet anders kunnen dan de Amerikaanse munt te blijven steunen door dik en dun. 70% van de buitenlandse leningen van de U.S.A. komen van Aziatische centrale banken. De hoop dat de wereldeconomie in de nabije toekomst zou gaan steunen op meer dan één munt (dollar, euro, yen), wordt steeds kleiner, waardoor de kans groot is dat de dollar het alleen zal blijven doen. Een sterkere dollar zal er wel voor zorgen dat de Europese uitvoer weer goedkoper zal worden, maar de vraag is hoeveel goedkoper dat zal zijn als de olieprijs blijft stijgen zoals dat de laatste maanden het geval is. Een steeds duurdere olie maakt immers de Europese output ook duurder, ook al gaat het vandaag de dag meer over speculatie dan wat anders. Sinds januari 2005 is de dollar 12% gestegen t.o.v. de euro en 7% t.o.v. de yen. De vraag is nu hoe dat verder gaat evolueren. Door de globalisering hebben we er tenslotte allemaal mee te maken.
In de marge van de afwijzing van de Europese grondwet door de Fransen is het op te merken dat deze gewaar worden dat ze stilaan hun "grandeur" aan het kwijtspelen zijn. Dat geldt zeker voor hun taal, die nog wel belangrijk is, maar zeker niet meer wat ze geweest is. Ook in Vlaanderen gaat het Frans achteruit, al willen sommigen dat niet gezegd hebben. Zo zijn er nog steeds initiatieven - onlangs nog door een directeur van een school uit de Westhoek - om te proberen kinderen al vanaf het kleuter- en lager onderwijs Frans te laten leren. Als ik me niet vergis zijn er ook zo'n initiatieven in Gent, waar er nog steeds een sterke franskiljonse aanhang is. Om kinderen een tweede taal te leren, doet men er best aan te wachten tot ze hun eerste taal, hun moedertaal, volledig onder de knie hebben. Wie twee of meer talen tegelijk leert - dat kán - zal ze misschien wel vlot kunnen spreken, schrijven is echter iets heel anders. Het zal altijd oppervlakkig blijven en het gevaar is dat ze tenslotte geen enkele taal goed zullen beheersen en dat ze gaan "papegaaien". Het Frans is officieel de tweede taal in België, in werkelijkheid is ze hier nog altijd de belangrijkste taal. De meeste Belgische wetten en verordeningen worden eerst in het Frans opgesteld en daarna in (slecht) Nederlands vertaald, wat eigenlijk een schande is en blijft. Buiten het officiële Belgische circuit is niet meer Frans, maar Engels dé wereldtaal, de "lingua franca", geworden. Engels is grammaticaal ook veel eenvoudiger dan Frans, dat niet alleen een heleboel extra leestekens heeft, maar daarenboven een hoop tijden, die in de meeste andere talen niet meer voorkomen: de passé simple en de subjonctifs bv. In de luchtvaart en de informatica, twee troeven voor de toekomst, is het practisch nog alleen Engels dat gebruikt wordt en dat in heel de wereld. Ongeveer één miljard mensen hebben Engels als moedertaal en nog eens een miljard gebruiken ze als tweede taal. Daar kan het Frans niet meer tegenop. Zelfs in de diplomatie, vroeger hét paradepaardje van de Frans taal, wordt ze steeds meer verdrongen door het Engels. Kinderen in Vlaanderen het Frans als tweede taal te blijven opdringen is dan ook een slechte zaak voor hun toekomst. Nu reeds wordt voor vele leuke jobs gevraagd dat men Engels als moedertaal zou hebben, wat ook een discriminatie is, maar wat voor vele Vlaamse kinderen een hinderpaal in hun carrière zal vormen als ze verplicht worden eerst Frans te moeten leren, wat ze meestal zelf niet willen. Een andere reden om Frans niet meer als tweede taal te leren is, dat de Walen ook niet voor het Nederlands kiezen maar de keuze hebben een andere tweede taal te leren en dat is dan ook meestal Engels. --- In de marge van bovenstaande nog een leuke, echt gebeurde mop uit de tijd van Charles De Gaulle: Tijdens zijn eerste statiebezoek aan Frankrijk had President John Kennedy zijn vrouw bij, Jacqueline Bouvier, die van Franse afkomst was. Toen ze uit het vliegtuig stapten en door "Grand Charles" begroet werden, zei de first lady in het Frans tot de president: "Mijn grootouders waren Fransen". Waarop De Gaulle, die nooit om een antwoord verlegen zat, antwoordde: "De mijne ook"!
Voor mensen die nog echt geïnteresseerd zijn in sport, is bij de topsport nog weinig interessants te beleven. Of het nu voetbal, wielrennen, formula 1 of iets anders is, van zodra het woord "topsport" gevallen is, praat men bijna uitsluitend nog over centen. Een dieptepunt was vorig weekeinde de Formula 1 race in Indianapolis, USA, waar waarschijnlijk de laatste race in dat land zal gereden zijn. Ook de soap rond Tron Sollied bij Brugge is een triestige zaak. Persoonlijk heb ik die Sollied trouwens altijd een triestige figuur gevonden. Iemand uit een land waar men een Germaanse taal spreekt (Noorwegen), die zeven jaar in Vlaanderen verblijft en nog steeds geen fatsoenlijk Nederlands spreekt, is voor mij een dommerik (zijn Engels is trouwens al niet veel beter). Hét dieptepunt voor mij persoonlijk is de afgang van S.K. Lierse. Lierse was al sinds enkele decennia dé leverancier van talent van eigen bodem. Er is zo goed als geen eerste klasse club die geen ex-Lierse speler in dienst heeft (of had) en dan tellen we de velen die in het buitenland spelen niet eens mee. Om er maar enkele op te noemen: Jan Ceulemans, Dany Verlinden, Gert Verheyen, Nico Vandekerkhof, Hoefkens, Cavens, Hagedoren, Huysmans, Huyseghems, Stijn Janssen, Bob Peeters en ga zo maar door, het zijn er tientallen. Op een gegeven ogenblik kreeg het Lierse bestuur het idee een nieuwe, grote, dure tribune te bouwen. Toen is de miserie begonnen. Voorzitter Gaston Vets, die zelf zo'n 700.000 euro eigen kapitaal in de club pompte, moest allerlei kunstgrepen uithalen om de club financieel boven water te houden. Zijn laatste zet was de zaak door te geven aan een nieuwe privé investeerder, een zekere Theyskens, die liefst 3 millioen euro in de verlieslatende club stak en daarmee de controle ervan overnam. Tot daartoe leek alles prima. Tot nu blijkt dat die mijnheer Theyskens natuurlijk ook appelen voor zijn geld wil, lees Lierse hogerop wil brengen (topsport) en dan nog maar eens in dezelfde ziekte vervallen is van zoveel omhoog gevallen zakenlui die denken iets van sport te kennen: buitenlanders kopen! Sinds het einde van vorig seizoen heeft de man al acht nieuwe spelers aangeworven: twee Kroaten, twee Brazilianen, een Colombiaan, een Algerijn, een Oekraïner en een Fransman. Dat voor een club die zich ooit de "trots van Vlaanderen" en er prat op ging zowat de beste jeugdwerking van het Belgisch voetbal in huis te hebben. Arme trainer die van zo'n hutsekluts een ploeg moet maken die potten moet breken. Arm Vlaanderen dat zijn eigen talent laat verloren gaan o.w.v. de moneten. Arm België dat niet voor niets internationaal niets meer voorstelt. Waar moet men getalenteerde eigen spelers gaan vinden als ze in de thuisploegen geen kans meer krijgen, zoals trouwens Aimé Antheunis het zelf ook reeds verwoord heeft.
Naar aanleiding van het voorstel van Vlaams mobiliteitsminister Kathleen Van Brempt over een maximumsnelheid van 80 km/uur voor vrachtwagens, is er nog maar eens een discussie op gang gekomen over het verkeer op de Belgische wegen. Ik ga me niet uitspreken of dat verlagen van 90 naar 80 km/uur nu al dan niet veel problemen gaat oplossen. Persoonlijk denk ik eerder van niet. Wie gaat dat allemaal in 't oog moeten houden? Verder is het zo in dit land dat er veel te veel wetten zijn. Ondanks Van Quickenborne en zijn lovenswaardige inspanningen raken we er niet vanaf, gewoon omdat er veel sneller nieuwe wetten bijkomen dan er oude kunnen worden afgeschaft. De oorzaak van het teveel aan wetten in België is het gevolg van het teveel aan politiekers, die allemaal wel eens willen scoren en waarvan zeker de aanstormende jeugd à la Van Brempt, Bruno Tobback e.a. duidelijke voorbeelden zijn. Het verkeer in België loopt langzaam maar zeker vast. Dat komt o.m. door het centrale knooppunt rond Brussel dat in feite nog een regeling is volgens de regels van de centralisatiepolitiek van de negentiende eeuw. Ook rond Antwerpen, dé industrie- en havenstad van het land, wordt er niets opgelost. Na twee jaar grote miserie door de werken aan de Antwerpse ring, zal die verkeersader eind dit jaar wel in een betere staat verkeren, maar er zal geen extra meter bijgekomen zijn, waardoor de problemen van vóór de werkzaamheden er ook ná die werkzaamheden zullen zijn. Zolang men de Liefkenshoektunnel niet tolvrij maakt, zal van daaruit geen verlichting van de verkeersdrukte komen en zelfs als men hem wel vrij zou maken, is er geen adequate aansluiting naar Gent. Dat geldt trouwens ook voor de aansluiting met de nieuwe Scheldetunnel die Nederland in Zeeland heeft aangelegd. Tenslotte, voor wat Antwerpen betreft, is er niemand meer die nog durft spreken over een doortrekken van de E34 van Ranst naar Kontich, een traject van om en bij de 12 km dat ervoor zou zorgen dat alle verkeer vanuit de Nederlandse regio Noord Brabant, maar ook vanuit de eigen Kempen naar Brussel, Wallonië en Frankrijk, niet meer over de Antwerpse Ring zou moeten passeren. In Wallonië heeft men dan weer geen verstand van wegeniswerken. Nogal wat herstellingen worden er slecht uitgevoerd en moeten om de zoveel jaar weer worden herhaald en anderzijds schijnt men er het woord "planning" nog te moeten uitvinden. Wat anders gedacht van het feit dat men twee jaar na elkaar zowel grote wegeniswerken uitvoert aan zowel de E25 (van Luik naar Bastenaken/Aarlen) als aan de E411 (van Brussel naar Aarlen), zodat er de hele zomer grote verkeersproblemen zijn, die vermeden hadden kunnen worden als men het ene jaar één autosnelweg had gerepareerd en het andere jaar de andere. Kortom, dit land heeft geen verkeersplanning en dat grotendeels door het overaanbod van politiekers. Zoals men in de keuken zegt: "teveel koks bederft het eten".