De komkommertijd is voor politiekers altijd al een gelegenheid geweest om proefballonnetjes op te laten en dat was nu niet anders. De eerste prijs gaat dit jaar naar Peter Vanvelthoven, burgemeester van Lommel, volksvertegenwoordiger voor de SP.a, ooit kandidaat minister voor de Vlaamse regering en ‘zoon van’. De man stelt voor de inderdaad nutteloze Senaat te vervangen door een soort Volkskamer, waarvoor de leden zouden geloot worden uit de circa 8 miljoen kiezers die dit land rijk is. Doet me denken aan mijn grootvader, die in zijn tijd ook geloot heeft om (geen) soldaat te worden.*
Die Senaat, waarvoor we zelfs niet meer kunnen stemmen, die een echte praatbarak geworden is, maar waarvoor de logistieke kosten niet veranderd zijn (om van de salarissen nog te zwijgen), moet door niets vervangen worden, maar worden afgeschaft. Hetzelfde geldt voor de ook al uitgedunde provincieraden. Allemaal instellingen die na de zoveelste staatshervorming niet meer nodig zijn, alleen maar geld kosten en bemand worden door lieden die meestal nog een of meerdere andere inkomsten hebben. Dit landje is veel te klein om al die politieke tussenoverheden te herbergen, laat staan ze te bevolken via een soort loterij. Vanvelthoven is trouwens niet de eerste die met dat idee afkomt. Schrijver David Van Reybrouck deed het hem al voor met zijn G 1000 burgerforum, dat ook al een flop werd, maar gelukkig de staat geen geld kostte. Van de 1000 die op de slotdag moesten komen, daagde één derde niet eens op…
* Mijn betovergrootvader, de grootvader van mijn grootvader langs vaders kant, stak in 1830, bij het ontstaan van België, de nieuwe grens over, samen met een twintigtal andere jongelui uit Rijsbergen (Noord Brabant). Ze deden dit om geen soldaat te moeten worden in Nederland (en – als Nederlander – ook niet in België). Mijn grootvader werd nog als Nederlander geboren, maar bood zich aan om mee te loten voor het leger. Hij werd er uitgeloot, maar door het feit dat hij zich had aangeboden, werd hij automatisch Belg. Mijn vader moest – als oudste van zeven kinderen – geen soldaat worden en ik was tenslotte de eerste van de familie die dat wél mocht.
(Het verhaal van mijn betovergrootvader Laurens en zijn nageslacht is terug te vinden in het boek ‘Achterbroek, opstandig dorp’ van A. Tireliren).
|