In verscheidene landen begint men hier en daar de lockdown terug te draaien, in het ene al wat meer als het andere. Of dat de oplossing gaat zijn, blijft een vraagteken. In dit land zullen er vrijdag weer maatregelen worden afgezwakt of andere bij getroffen. Buiten de problemen die men overal heeft, zit dit land met een ersatzregering, geleid door een dame die als opvolger al een tweede keuze was toen ze aantrad als volksvertegenwoordiger en nooit daarvoor een hogere post had bezet, noch enige ervaring ter zake had en met een parlementaire minderheid van 38 op 150 zetels op de politieke winkel moest letten. Haar regering heeft wel van het parlement tijdelijke volmachten gekregen, maar die tijd zal snel voorbij zijn en wat dan?
Toen de zogenaamde ‘Zweedse coalitie’ aantrad, was daar maar één francofone partij bij, de MR. Daar de Belgische Grondwet voorziet dat de helft van de federale ministers – de premier niét meegerekend – van dezelfde taalgroep moeten zijn, moest de MR dus zeven federale ministers leveren. Daar was Sophie Wilmès zelfs niet bij. Zij was in de Kamer als eerste opvolger terecht gekomen toen Didier Reynders federaal minister werd en daardoor zijn plaats als volksvertegenwoordiger moest opgeven. Later volgde ze partijgenoot Hervé Jamar op, die aftrad als minister van Begroting. Toen onze nationale Charel naar Europa uitweek moest hij worden opgevolgd door een partijgenoot en bleek Sophie de enige te zijn die daarvoor in aanmerking bleek te komen. Dat gebeurde zo’n beetje hetzelfde als in de Vlaamse deelregering, toen Geert Bourgeois naar Europa trok en la Homans tijdelijk Vlaams minister-president werd. In tegenstelling tot Homans, die na de verkiezingen van mei 2019 plaats maakte voor Jan Jambon, bleef Wilmès zitten als premier van een regering in lopende zaken. Een regering die overvallen werd door de corona crisis en daardoor ten lange laatste toch maar werd ingezworen nadat ze die tijdelijke volmachten had gekregen, maar die in feite weinig voorstelt, zeker als men weet wat de huidige problemen zijn.
*’Sophie’s choice’ is ook de titel van een droevige film uit de jaren 1970.
---
Het bestuur van het Franstalig onderwijs in België heeft besloten dit jaar geen examens meer in te richten. Iedereen is daar geslaagd! Wij in Vlaanderen, die vinden dat de kwaliteit van ons onderwijs achteruit gaat, gaan dat wél doen. Ons onderwijs mag dan al wat minder zijn dan enkele jaren geleden, in de interregionale Europese rangschikking staan we nog altijd bij de eerste tien, het Franstalig Belgisch onderwijs ergens achteraan in de twintig Doet zo’n beetje denken aan de Franstalige wetteloosheid waarmee ze jarenlang de ingangsexamens voor (tand)arts heeft genegeerd. Als men denkt een superieure taal te spreken en geen andere (tenminste niet fatsoenlijk), is het blijkbaar niet meer nodig de kwaliteit (of het gebrek eraan) van het onderwijs te evalueren....
Het doet denken aan dat mopje over de aanleg van de Boudewijn autosnelweg van Antwerpen naar Luik in de jaren 1960. Toen men de taalgrens bereikte, stond er ’s anderendaags aan Waalse zijde een groot bord, met daarop de tekst ‘Ici on parle le français’. Eén dag later stond er ook aan de Vlaamse kant zo’n bord, met daarop: ‘Hier werkt men’.
|