Wij - en dan bedoel ik in de eerste plaats de Vlamingen - zijn een volk van feestvierders. Kermissen, Vlaamse kermissen (het woord alleen al), happenings, recordpogingen, alles is goed om uit de bol te gaan. Dat is nu dus ook weer gebeurd met het nieuwe, weliswaar Belgische, wereldrecord van de 250 dagen zonder echte regering. Het is inderdaad een Belgisch record, maar het waren bijna uitsluitend de Vlamingen die het vierden. De Walen zijn straffer in andere zaken, het staken bv. Zo gaat dat in dit tweelandenland. Dat we zonder regering zouden zitten, is eigenlijk ook al niet juist, want we hebben er momenteel een in lopende zaken die haar beperkte bevoegdheden fel aan het uitbreiden is. Daar komt nog bij dat Europa aan de bovenkant steeds meer nationale taken overneemt en de serie gewest en gemeenschapsregeringen die dit land "rijk" is, een deel van de rest voor zijn rekening neemt. Het is trouwens om ervoor te zorgen dat die deelregeringen meer macht zouden krijgen en hun werk - dichter bij de bevolking - beter zouden kunnen doen, dat er absoluut een staatshervorming moet komen. Voor de rest gaat het hier prima: de bedrijven gaat het weer voor de wind, de economie bloeit weer op, de werkloosheid daalt. Het huisvuil wordt opgehaald en er zijn geen tekorten op gebied van bevoorrading en energie. Waarover zouden we zeuren? Alles loopt prima. De vraag is alleen: hoe lang nog? "(Quo)usque tandem", om het met De Wevers terminologie te zeggen.
Wat een poppenkast, die Vlaamse regering! Een vice minister-president die haar collega's uitkaffert voor karikaturen uit teflon en beton, tussendoor het grootste project van de eigen regering maar niks vindt en zelfs zegt dat haar SP.a partij geen serieus programma heeft. Il faut le fair. Om daarna een halve dag te vergaderen, iedereen netjes haar verontschuldigingen aan te bieden en dan voort te doen alsof er niets gebeurd was. 't Was maar om te lachen! Een commedia dell'arte zou het niet beter kunnen. Om even in het Italiaans verder te gaan: "via" betekent daar "weg" ("Via col vento" = "gejaagd door de wind"). Ik zou zeggen: "via con la Lieten", weg met haar. Diezelfde club zit trouwens ook nog steeds opgezadeld met de erfenis van plaaggeest Lange Wapper. Die is vorige zomer vervangen door liefst vier tunnels. Die aanpassing betekent ook, dat er voor bijna het hele traject een nieuw milieu-effectenrapport (MER) nodig is. De uitwerking daarvan kan enkele jaren duren, zeker als er weer zo'n paar drukkingsgroepen roet in het eten zouden strooien. Om dat alles te vermijden heeft de Vlaamse regering nog maar eens een doos gespecialiseerde advocaten opengetrokken die gaat zien of men al niet zou kunnen beginnen met een deel van het nieuwe project. Daarvoor moeten er immers waterdichte garanties komen om te vermijden dat we straks eindigen met tunnels die nergens op aansluiten. Zo staan er nog enkele in België als gevolg van vroegere mislukkingen. Dit alles maakt, dat er voor die Oosterweelverbinding nog steeds extra kosten worden gemaakt, terwijl ter plaatse niets gebeurt en de kans blijft bestaan dat ze er ofwel nooit komt, ofwel pas over twintig jaar (en dan misschien niet meer nodig zal zijn). Als tenslotte heel deze gevoelige materie moet worden verwezenlijkt door een regering waarin het onderling vertrouwen zoek is, dan zouden diegenen die daarin niet passen, Lieten op kop, beter eruit stappen. "Via con la Lieten", dus.
Nog vóór Reynders zijn informatieopdracht kreeg, had hij al eens gesuggereerd de staatshervorming door te voeren via het fameuze artikel 35, dat iedereen kent maar waar niemand schijnt aan te willen beginnen. Toen de man echter informateur werd, kwam hij met iets heel anders af. Hij wilde toen een nieuwe regering vormen met de huidige in lopende zaken, versterkt met de N-VA. Opeens was het schilderij niet meer belangrijk, wel het kader. Een typische vorm uit het Peter Principe ("de bijzaakspecialisatie"). Daarop werd hij teruggefloten. Nu zijn informatieopdracht met twee weken wordt verlengd, weet hij niets anders te vertellen dan de FDF-eisen te herhalen: de Franstalige tegeneisen voor B-H/V, de benoeming van de weerspannige franskiljonse burgemeesters, garanties voor faciliteiten en de bescherming van de minderheden. Allemaal punten waarop de Vlaamse partijen nooit zullen toegeven. Kortom, Reynders, die niet van de domste is, weet dat hij aan een mission impossible bezig is en kletst dan maar wat uit zijn nek. Daarvoor zijn twee redenen: ten eerste een voor intern MR gebruik, waarbij hij het gras voor de voeten van zijn opvolger Charles Michel wil maaien. Ten tweede om tijd te winnen en de regering Leterme de kans te geven twee heikele punten geregeld te krijgen alvorens waarschijnlijk weer naar verkiezingen te gaan: het doorvoeren van het Inter Professioneel Akkoord (IPA) dat in maart voor het parlement komt én het zgz "Europees semester" waarbij België in de tweede helft van april bij Europa zijn begrotingsvoorstellen moet indienen. Ondertussen is Vande Lanotte weer op het voorplan getreden. De man van de (mislukte) 99 dagen is aan de UGent aan de studenten politieke wetenschappen een nieuw plan komen voorstellen om België te redden: de Belgische Unie. Waarbij het land zou worden opgevormd tot een soort confederatie met vier deelstaten: Vlaanderen, Brussel, Wallonië en het Duitstalig gebied. Op zich zelf is daar niets mis mee, buiten dan het feit dat Vande La plagiaat pleegt: datzelfde voorstel werd nl recentelijk in een interview aan De Standaard al gedaan door Karl-Heinz Lambertz, het opperhoofd van de Oostkantonners. De ti-ta-tovenaar uit Oostende wil dus andermans pluimen op zijn hoed zetten en dit nadat hij 99 dagen de tijd heeft gehad er zelf iets van te maken. Waarom kwam hij toen niet af met zo'n lumineus idee? Tenslotte nog dit: als we - op welke manier ook - tot een soort confederatie zouden komen (daarbuiten is er maar één alternatief en dat is de splitsing van het hele land), dan zal men weer uitkomen bij dat artikel 35 en is de cirkel dus rond.
Het is altijd wel iets met onze index. Tijdens de IPA onderhandelingen wilden de rode en blauwe vakbonden er niet over praten en zeker niet toegeven, dat die index de komende twee jaar een (geschatte) loonverhoging van 4% garandeerde, heel wat meer dan de 0,3% waarover men het steeds heeft. Ondertussen zit België echter, mede door die index, met een inflatie die ongeveer het dubbele is van het Europese gemiddelde en dat verschil betekent voor iedere Belg ook een extra verlies aan koopkracht. Het blijft raar, dat uitgerekend die zogezegde progressieven van vakbondslui en linkse politiekers zich blijven vastklampen aan relicten van 30/40 jaar geleden. In de jaren zeventig van, de vorige eeuw werd het monetaire beleid gevoerd door de regeringen en was het - via de index - populair de mensen de indruk te geven dat hun koopkracht gevrijwaard werd. Sindsdien heeft de Europese Centrale Bank (ECB) die taak echter overgenomen en mikt die op de eerste plaats op een lage en stabiele inflatie. Laat het nu juist fout lopen in de enige twee landen waar nog met een index gewerkt wordt: België en Luxemburg (voor zover dat laatste als een echt land kan bestempeld worden). Als bv de index stijgt als gevolg van hogere energieprijzen, wat nu het geval is, dan gaat de extra winst niet naar de verbruiker of naar onze bedrijven, maar vooral naar de olie-exporterende landen. M.a.w. buiten die landen wordt iedereen er armer van. Landen die geen index (meer) hebben en dat zijn dus alle andere eurolanden buiten België en Luxemburg, regelen dat via vrije onderhandelingen, met een grotere loonopslag in betere tijden en een loonmatiging in slechtere tijden. Het feit dat zoiets bij ons niet kan, is de reden waarom we onze inflatie niet voldoende in toom kunnen houden, waardoor ook onze concurrentiepositie t.o.v. onze buurlanden zwakker wordt en dus onze werkgelegenheid in het gevaar komt. Vergeten we tenslotte niet dat het verhaal, dat er vroeg of laat toch aan onze sacrosancte index zal moeten geknabbeld worden, komt van Guy Quaden, tot nader orde nog altijd gouverneur van de Belgische Nationale Bank én socialist. Hij kan ook niets anders vertellen, want buiten de ECB, die hem daarvoor op het matje roept, heeft hij dezelfde klachten ook al gekregen van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de wereldbank. Diegenen die hier het tegenovergestelde beweren, van Milquet over Onkelinx tot de vakbonden en de verenigde zgz progressieven, leven dan ook nog in een vorige eeuw.
Bij de reactie op de RTBf reportage over de uitvaart van Marie-Rose Morel hebben we nog eens kunnen zien hoe hatelijk sommige francofonen kunnen doen tegen alles wat Vlaams is. Zelfs over de doden niets dan haatproza. En een leeuwenvlag, toch ónze vlag, is genoeg om ze te doen steigeren en ons voor racisten en dies meer uit te maken. Laat ons echter een beetje voorzichtig zijn om niet te snel de RTBf te verwarren met heel Wallonië. De doorsnee Waal in de straat is niet anti-Vlaams. Met de meeste van die mensen kunnen wij leven, nu en ook straks nog, mocht Vlaanderen onafhankelijk worden. Wij zullen verder met hen kunnen leven, zoals we dat - zeker in de grensstreken - ook nu al doen met Nederlanders, Duitsers en Fransen. Het probleem is niet de doorsnee Waal, maar een harde kern van Brusselse francofonen. Een groot deel daarvan, zeg maar de meest gegoeden, wonen in de Vlaamse Rand en het zijn zij die heel de tijd liggen te stoken binnen de francofone partijen. Jammer genoeg worden media zoals de RTBf en bv de krant Le Soir beheerst door dat soort haatdragers. Het is dan ook onbegrijpelijk, dat een krant zoals De Standaard, waar men dat wéét, regelmatig met Le Soir samenwerkt. Zelfs wetende dat de oplage van die Le Soir, God zij dank, steeds verder achteruit gaat. Een ander teken trouwens dat men ook in francofoon België die krant moe wordt. Mocht onze Vlaamse pers over Wallonië schrijven zoals de francofone pers dat doet over Vlaanderen, dan zouden we wat te horen krijgen. Onze journalisten zijn mietjes op dat vlak en voor een keer heb ik daar begrip voor. Hatelijkheden zoals die reportage over Marie-Rose Morels uitvaart - waarvoor men zich zelfs niet eens wil excuseren - horen niet thuis in een beschaafd land. Bij ons in Vlaanderen geldt tenminste nog altijd het adagium: "Van de doden niets dan goed".
Ik heb me in deze rubriek al meermaals geërgerd aan het feit dat mensen die voor arts willen gaan hier een ingangsexamen moeten ondergaan, waarbij twee derden wordt afgekeurd op basis van een zeer betwistbare multiple choice test, terwijl we nu al met een tekort aan huisartsen en spoedartsen zitten. Daar houdt het niet mee op, want onze Franstalige medeburgers, die zichzelf altijd zo graag als goede patriotten voordoen, negeren die test alsof de wetten voor hen alleen maar van toepassing zijn als het hen uit komt. Het is trouwens nóg erger, nu blijkt, dat er jaarlijks zo'n 500 buitenlandse artsen hier zo maar kunnen beginnen zonder enige serieuze controle. Ongeveer een derde daarvan zijn Roemenen en het was één van hen die zopas zorgde voor het schandaal in het Koningin Fabiola ziekenhuis, toen een doodziek kind gewoon werd weggestuurd (mijn blog van 10 dezer: "chaotisch Brussel"). Daar bv Roemenen zich hier bijna nooit als huisarts kunnen vestigen, zijn ze feitelijk alleen maar vergelijkbaar met onze specialisten. Tussen 2000 en 2009 hebben echter slechts vier Roemenen zich bij het Riziv laten aansluiten. De anderen werken waarschijnlijk met een Riziv nummer van een Belgische arts, wat als fraude kan beschouwd worden. Het enige voordeel van de nu uitgelekte cijfers is, dat ook autoriteiten op medisch gebied er nu op aandringen dat ingangsexamen voor Nederlandstaligen kandidaten af te schaffen en een eind te maken aan de zoveelste discriminatie waarvan Vlamingen in dit land het slachtoffer zijn. Zowel Marc Moens, van de Belgische vereniging van artsensyndicaten als Louis Ide arts en N-VA senator én Jan Stroobants van de Belgische vereniging van spoedartsen pleiten er nu voor. Het is ver gekomen als men in dit land als buitenlander zonder enige noemenswaardige controle het beroep van arts kan uitoefenen, terwijl de eigen mensen voor de minste categorieën van jobs gevraagd wordt een diploma, examen of iets dergelijks te vragen. Weg met ons!
In de weekeindeditie van De Standaard hadden ze weer eens een nieuwe oude Belg uit de doos gehaald. Dit keer Hugo De Ridder, ex- De Standaard medewerker, ex-kabinetschef van o.a. Paul Vanden Boeynants en hulpje bij het schrijven van de mémoires van o.a. Tindemans en Martens (momenteel doet hij het ook voor Dehaene). Der alte Hugo, nu 79, mocht dus ook eens zijn duitje komen bijdragen in het Vlaanderen bashen in het algemeen en N-VA en De Wever in het bijzonder. In zijn tijd, zegt De Ridder, waren onze Vlaamse politiekers veel breeddenkerder. Ze kenden elkaar en ook hun francofone tegenstrevers en dat gold ook voor de journalisten. De Ridder had zelfs nog samengewerkt met "dieu" Spitaels. Wat de man er natuurlijk niet bij zegt is, dat al die zgz grote Vlamingen van toen alleen groot konden worden - in zijn ogen althans - omdat ze op tijd en stond zowat alles toegaven wat de francofonen in dit land eisten. Als tegenprestatie mochten ze dan eerste minister spelen, tot meerdere eer en glorie van zichzelf, maar niet van de Vlaamse kiezers. Met Tindemans liep het enigzins anders, maar de man van één millioen (stemmen) heeft zijn populariteit nooit aangewend om voor Vlaanderen ook maar een kleine doorbraak te forceren. Toen hij zijn zin niet kreeg, durfde hij zijn tanden niet laten zien, trad hij gewoon af en werd hij geschiedenis. Wat De Ridder ook niet zegt - waarschijnlijk beseft hij het ook niet; de man leeft nog in de vorige eeuw - is, dat de huidige communautaire impasse grotendeels de schuld is van diezelfde zgz grote voormannen. Zij zijn het die van dit land een onontwarbaar kluwen hebben gemaakt. De huidige politiekers krijgen dat inderdaad niet meer opgelost, tenzij ze het nóg ingewikkelder maken (zoals Vande Lanotte geprobeerd heeft), waarna het alleen nog wachten is op het Belgisch infarct. Leterme heeft dezer dagen nog gewaarschuwd, dat we niet terug mogen naar een situatie zoals die er was op het einde van de jaren zeventig, begin jaren tachtig. De rente schommelde toen rond de 14%, de Belgische frank werd gedevalueerd met liefst 8,5% en de man in de straat verloor in twee jaar tijd 15% van zijn loon en koopkracht. De knoeiers die verantwoordelijk waren voor dit debacle waren dezelfden die De Ridder nu verheerlijkt. Hopelijk vindt de Standaard een volgende keer een betere verdediger van dit arme België ...