Enfin, niet heel Binnenlandse zaken natuurlijk, voorlopig alleen maar de minister, voor zover bekend. De zaak wordt met de mantel der liefde dichtgedekt en de kritiek op Dewael is op één hand te tellen. De tijden zijn veranderd, zegt men en men moet er maar mee leren leven. Wat moeilijker aanvaardbaar is, is het gedrag van de "koeketien" (dat is Meetjeslands voor concubine / maîtresse!). Een journaliste die vreemd gaat met een minister, dat kan nog, maar dan moet ze die bezigheid niet gaan verwarren met haar eigen job. Een interview met de man waarmee ze slaapt over zijn eigen politiek is helemaal niet meer kosher. Het is trouwens nog maar eens een bevestiging van mijn blog van 18 augustus over het feit dat politici en journalisten het minst betrouwd worden door de man in de straat. En dan weer een journaliste van de VRT, de officiële staatsomroep die meer dan eender welke andere omroep neutrale berichtgeving zou moeten rondsturen, maar het daar blijkbaar moeilijk mee heeft. Greet Op de Beeck, zoals de schoonheid heet, is trouwens niet de eerste die op dat gebied een scheve schaats rijdt bij de VRT. Nog niet zolang geleden werd de rubriek "Villa Politica" gepresenteerd door Annemie Neyts, die toen (en waarschijnlijk ook nu nog) de partner was van de veiligheidsadviseur van Verhofstadt. In Villa Politica interviewde zij bijna elke week de baas van haar man. Zoiets kan nooit objectief gebeurd zijn, ook al vond men het toen bij de VRT niet nodig haar de andere job te geven die Greet Op De Beeck nu wel krijgt. Als ik me niet vergis, is Annemie Neyts tegenwoordig woordvoerdster van e.o.a. minister. Woordvoer(d)(st)er van een minister of andere hogere politicus is een job die sinds Verhofstadt tot lucratieve baantjes kan leiden. Verhofstadts eerste woordvoerder zit nu ook al in het parlement. Of Christl Stubbe, ex van mijn dorpsgenoot Hans Otten, het ook zover zal brengen, is nog af te wachten. Ook zij is uit de journalistiek gepromoveerd tot woordvoerdster van, ik dacht, Bart Somers.Of diens carrière hogerop gaat lopen, is de dag van vandaag nog een groot vraagteken...
Frank Vandenbroucke, de huidige minister in de Vlaamse regering, o.m. belast met Onderwijs, heeft reeds een lange weg afgelegd. Waar is de tijd toen hij, als voorzitter van de SP het Augusta geld wou verbranden en daarna wijselijk een tijdje uit de politiek verdween en maar terug ging studeren, in Oxford nogwel. Of toen hij plots minister van Buitenlandse Zaken werd, waarbij buitenlandse hoogwaardigheidsbekleders zich afvroegen of ze niet per abuis met de loopjongen aan 't praten waren? Frank had ondertussen zijn les geleerd en toen hij in de regering Verhofstadt federaal minister werd van Sociale Zaken en Volksgezondheid nam hij die taak ernstig op. Zo ernstig dat hij er door de Waalse socialisten (eigen volk eerst!) werd uitgepest. Want Van Den Broucke had besloten een einde de maken aan een reeks schandalige onregelmatigheden die zich vooral aan Waalse kant voordeden (denk maar aan het verschil in de hospitalisatiekosten). Hij was niet de enige die op die manier van een grote portefeuille beroofd werd. Denk maar aan Verwilgen die het, na zijn voorzitterschap in de zaak Dutroux, ook meende en echt zinnens was de chaos bij justitie eens grondig aan te pakken. Verwilgen werd - met de zwijgzame hulp van Verhofstadt zelf, die in hem een rechtstreeks concurrent zag - door de PS op een zijspoor gezet ten voordele van Demotte en weet dat hij bij de eerste gelegenheid helemaal niets meer zal overhouden. Het is niet voor niets dat hij wanhopig op zoek is naar e.o.a. Europees of mondiaal mandaat zodat hij de kleingeestige Belgische politiek de rug kan toekeren. Frank Vandenbroucke daarentegen heeft nog strijdlust over. Hij verkoos zelf over te stappen naar de Vlaamse regering en kreeg daar dus o.m. Onderwijs. Ook in deze sector nam hij zich voor er zijn tanden in te zetten en dat deed hij ook hier zeer serieus. Het parlementair jaar begint pas in oktober, maar het schooljaar in september en de minister heeft dus een groot stuk van de zomervakantie opgeofferd om tijdig met een degelijk plan af te komen ter verbetering van dat onderwijs dat zo dikwijls onder vuur ligt, dit niettegenstaande het overal geprezen wordt (zeker in het buitenland). 600 miljoen euro extra krijgt het onderwijs (een kleine 25 miljard oude Belgische frankskens). Daarmee gaat hij eindelijk enkele ergerlijke discriminaties wegwerken, zoals die tussen de onderwijsnetten en de diploma's van hoge scholen en universiteiten. Verder een lange termijn investering om ook de minder begaafden mee op te trekken, inclusief een hele groep kinderen van allochtonen, waarvan hij hoopt dat ze zo goede Vlamingen zullen worden. Tenslotte houdt hij nog een dikke 200 miljoen extra over voor de lonen, zeg maar de nieuwe CAO). Nu zou je denken: daarmee moet toch iedereen het eens zijn. Mis, de vakbond is het daarmee niet eens, is zelfs boos en zegt nu reeds in het najaar acties te zullen starten. Dat allemaal omdat de minister eerst naar de pers is gestapt in plaats van eerst met hen te komen praten (in oktober!). Want de vakbond is baas en wil baas blijven. Er is dat mopje van de leraar die zei leraar te zijn geworden om vier redenen: kerstmis, pasen, juli en augustus. Met die meer dan 200 miljoen gaan ze er in elk geval nog beter op worden. Is dat niet voldoende en moet daarvoor het hele systeem weer ontwricht worden?
De wereldjongerendagen in Keulen zitten erop en ik denk dat paus Benedictus XVI daar niet rouwig om zal zijn. De man bleef wel vriendelijk lachen maar soms kon men toch zien dat enige verbazing hem niet vreemd was. Hij heeft het ook allemaal heel diplomatisch aangepakt, zoals het iemand van zijn stand en afkomst past. Over de hete hangijzers heeft hij geen woord teveel gezegd en daarnaast heeft hij er de nadruk op gelegd dat het katholieke geloof niets is uit de supermarkt, waarvan iedereen neemt wat hem aanstaat. Het probleem met het katholiek geloof is, dat 95% van de huidige gelovigen van buiten Europa komen en dat de meeste van die mensen hun geloof nog zeer au serieux nemen, iets wat van de Europeanen heel wat minder kan gezegd worden. In Europa is er dan ook een tendens dat alles moet kunnen, ook binnen het geloof en daaraan kan een paus nooit toegeven. De Kerk is een hiërarchisch gebeuren en geen republiek. Iemand en dat is in dit geval de paus, heeft als plicht te zeggen hoe het moet en van de rest wordt verwacht dat ze zal luisteren, hoe moeilijk dat voor sommigen ook is. Denk maar aan de supporters van Johannes XXIV (doordenkertje). Dat Benedictus XVI het niet gemakkelijk zal hebben, heeft hij grotendeels aan zijn voorgangers te danken en dan in de eerste plaats aan Johannes XXIII. Die doorbrave man heeft met zijn concilie de Kerk voorbijgestoken. Teveel veranderd in te korte tijd. Paus Paulus VI, die eerst enthousiast de erfenis van zijn voorganger uitvoerde, was de eerste die begon te beseffen dat niet alles kon en ging daarom, tegen het einde van zijn bestuur, op de rem staan. Dat bleek echter niet zo eenvoudig te zijn. Paus Johannes Paulus II kwam, gelukkig, uit een conservatief katholiek land en heeft getracht de Kerk een nieuwe dimensie te geven. Daarin is hij geslaagd voor wat de landen buiten Europa betreft, echter niet in Europa zelf. Hier zijn nog teveel mensen die denken dat wij de navel van die Kerk zijn, terwijl we in feite maar een kleine minderheid uitmaken. Als het miljoen jongeren dat naar Keulen afzakte ook na deze bewonderenswaardige vierdaagse zich zou houden aan wat Benedictus XVI hun heeft voorgesteld en tegelijkertijd aan wat Johannes Paulus II hun zei niét te doen, is er ook voor de Europese katholieke Kerk nog toekomst. Het wordt echt koffiedik kijken.