De verklaringen voor de Finse Tv van Olli
Rehn, de Europese commissaris met de nagalmstem, dat mensen met meer dan
100.000 euro op hun spaarrekening straks inderdaad toch zouden riskeren hun spaargeld
boven die som kwijt te geraken als het met hun bank fout zou lopen, blijven
diverse reacties uitlokken. In principe zit de Fin daarmee op dezelfde
golflengte als Jeroen Dijsselbloem, zijn Nederlandse collega en kersvers hoofd
van de eurogroep, de man die ik in deze rubriek al eens Guus Flater heb genoemd.
Dat had dan in feite in de eerste plaats te maken met diens oorspronkelijke
versie dat álle spaarders, ook die met minder dan 100.000 euro, de klos zouden
worden. Dat is dan later gecorrigeerd, al bleef het voor velen (ook toen voor
mij) een veeg teken dat men spaargeld kan kwijt geraken, ook als het meer dan
100.000 betreft.
Voor één keer moet ik echter Rehns collega Europees commissaris Karel De
Gucht, die hem bijtrad, gelijk geven. In principe bestond nl die vaststelling
al. Als men immers stelt dat bedragen tot 100.000 gegarandeerd zijn, dan houdt
dat tegelijkertijd in, dat bedragen erboven dat niét zijn. De Gucht is niet de
enige die van die mening is, ze wordt ook gedeeld door o.m. Jens Weidmann,
voorzitter van de Bundesbank én door onze kersverse minister van Financiën Koen
Geens. Banken die meer beloven dan ze kunnen geven, lopen inderdaad steeds een
groter risico en wie daarin meer dan 100.000 euro belegt, loopt dat groter
risico dan eveneens. Zelfs het uitbetalen van die 100.000 aan alle spaarders
kan een bank teveel kosten. Dat was bv de reden waarom de Nederlandse staat
recentelijk de SNS-bank (men had ze beter de SOS-bank genoemd) moest
nationaliseren. Dat nationaliseren kostte de Nederlandse staat minder dan alle
bedragen onder de 100.000 euro te moeten uitbetalen.
Opmerkelijk bij ons in deze zaak, is het standpunt
van de SP.a, die zopas nog uitpakte met een nieuwe beginselverklaring. De
partij is het niet eens met Rehn en vindt dus dat mensen met meer dan 100.000
euro, die in mijn ogen zeker geen proletariërs zullen zijn, ook moeten
beschermd worden. Als het dan toch fout loopt, moet de belastingbetaler er wel
voor opdraaien, u en ik dus. Rare redenering voor een partij die beweert naar
links op te schuiven en de werkende mens te verdedigen, maar die het in
werkelijkheid opneemt voor de kapitaalkrachtigen. Mensen die het zich kunnen
veroorloven meer dan 100.000 euro opzij te zetten en zich nog socialist blijven
noemen, horen eerder thuis in de categorie van DSK en van die andere Franse
salonsocialisten die de laatste tijd door de ethische mand zijn gevallen.
En dan nog dit: er zijn ook enkele
tegenstanders die zich officieel (nog) liberaal noemen, maar dat in
werkelijkheid niet meer zijn. Om te beginnen de fifi van de VRT, Paul De Grauwe,
die zo stilaan de titel van Mister Doom van die Amerikaan kan overnemen en
Rikske Daems, voorlopig nog senator voor de Open VLD, de man van het Sabena
faillissement, een kenner dus. Wie neemt zon man, die ooit bij een blinde
proef zijn eigen wijn bocht noemde en tussendoor zijn vrouw liet zitten voor
een groen blaadje van over de taalgrens, nog serieus?
---
Komt er dan nooit een garantie voor alle
bankklanten? Misschien wel, met de
oprichting van de reeds geplande bankenunie, die beheerd zou worden door de
Europese Centrale Bank (ECB). Dat zal echter niet gebeuren vóór de Duitse
verkiezingen van deze herfst. In Duitsland, dat nota bene - momenteel zon 28%
van alle Europese steunmaatregelen garandeert, staat men er meer dan huiverig tegenover,
omdat het land heel wat kleine, zogeheten Landesbanken telt, die helemaal
niet sterk genoeg zouden zijn voor een Europees toezicht, waarbij ze
gelijkgesteld zouden worden met de grootbanken. Met de verkiezingen voor de
deur is er geen enkele Duitse partij die daarvoor de hand in het vuur durft
steken. Het zou bij ons niet anders zijn, mocht dit land zich in eenzelfde
positie bevinden.
|