Wielrennen heeft me steeds geïnteresseerd. Welke Vlaming niet? Dat betekent echter niet dat ik er de hele tijd naar zit te kijken, zelfs niet naar de 'tour de zwans'. De meeste vlakke ritten zijn vrij eentonig: men laat een groep(je) al van bij de start wegrijden en hoopt het tegen het einde van de rit terug in te halen. Gebeurt het in de bergritten en zitten er geen klassementsrijders bij vooraan, dan is zelfs de kans groot dat men ze laat rijden. Dat hebben we gezien in de rit naar Lourdes. Ook daar gebeurden geen mirakels. Toch kijk ik graag naar bergritten. Zelfs als de koers niet spannend is, is er nog altijd die prachtige natuur te zien. Ik heb dan ook de drie Pyreneeënritten gevolgd en heb meegemaakt hoe een eenvoudige knaap uit ons eigen Vlaamse Limburg de kans van zijn leven kreeg en die ook greep. Zonder het uitvallen van kopman Van den Broeck zou Jelle Vanendert waarschijnlijk de brave knecht gebleven zijn. Nu werd hij de triomfator. Dat onze wielerliefhebbers, verslaggevers op kop, uit de bol gingen, was dan ook de meest gewone zaak van de wereld. Sport zorgt voor emoties. Wat minder was, zeker bij de verslaggevers en onze politiek-correcte media, was dat er steeds maar gesproken wordt over Belgen, ook al zijn het Vlamingen zoals Vanendert. Dat woord 'Vlaming' komt bij Michel Wuyts bijna nooit over zijn lippen. Het zou nog goed te praten zijn, als hij dan ook consequent was voor de andere nationaliteiten, maar dat is hij niet. Een Bask bv, is bij hem een Bask en geen Spanjaard. Samuel Sanchez, de medeaanvaller bij Vanendert, noemde Wuyts heel de tijd een Bask. En overal zag hij Baskische vlaggen, zoals hij die ook de vorige ronden zag in de Pyreneeën, die aan Spanje grenzen. Een Vlaamse vlag schijnt hij niet op te merken ook al ziet men die overal langs het parcours en als hij er al iets over zegt, dan is het meestal nog in de negatieve zin. Michel Wuyts zal wel een goede wielerverslaggever zijn, als mens is hij een klein ventje: een klein Michelleke.
Wouter Beke heeft dus zijn ding kunnen doen en de zeven de uitleg gegeven van de voorwaarden waaronder zijn CD&V eventueel zou willen meedoen aan een volgende federale regering met een twee derde meerderheid. Het is daarna opmerkelijk stil geworden. Blijkbaar zal er dit weekeinde nog een aardig stukje gepalaverd worden in de sanhedrins van de would-be redders van het Belgische vaderland. Opmerkelijk is wel dat de PS het spelletje blijkbaar toch stilaan beu aan het worden is en bereid zou zijn een flink stuk met Beke mee te gaan. Dat betekent ook dat SP.a en de groenen, in de slipstream van de Franstalige socialisten, dat dan ook zouden doen, want zij zijn bereid alles te slikken. Zelfs het CHD zou, ondanks Milquet, misschien bijdraaien. In die partij speelt het feit dat Madame Non's opvolger, Benoît Lutgen, een Luxemburger is en dat men daar in Luxembrug (én Namen) zo stilaan dat gekrakeel rond het Brusselse waterhoofd beu is. De bal ligt dus bij de liberalen, in de eerste plaats de MR, die straks de hartverscheurende keuze zal moeten maken tussen toegeven of de ministerpostjes. En daar komt dan weer het voorstel op de proppen om het hele Brussel verhaal uit de onderhandelingen te halen. Door de eis van Beke dat de partijen op een eventueel akkoord echter niet meer zouden terugkomen, wordt het moeilijk voor de fransdolle FDF-ers om straks wee geen chantage te gaan spelen. Zij denken nog altijd dat Brussel de navel van de wereld is. In werkelijk is het een grootstad in vrij val. Het aandeel van Brussel in het BNP van België bedraagt nog 18% (t.o.v. 25% tien jaar geleden). Bijna heel de westrand van de stad leeft onder de armoedegrens. De bedrijven en de middenklasse gaan er lopen, investeringen in de huisvesting zijn er bijna onbestaande. Daar tegenover staat dat er nergens meer politiek benoemden zijn die al potverterend het gat in de stadskas met de dag uitdiepen. Dat Brussel kan men inderdaad best uit alle mogelijke latere communautaire besprekingen houden. Dat geeft de FDF vertegenwoordiging de kans aan haar kiescliënteel wat (ijdele) hoop te geven. Enfin, tijd zou raad moeten brengen. Dit weekeinde, misschien?
Dat het met CD&V niet goed gaat, is een publiek geheim. Eens was ze dé volkspartij van Vlaanderen, nu is ze voorbij gestoken door de N-VA die ze eerst zelf gekoesterd had. Het blijft voor Beke en de zijnen op eieren lopen en enkele recente ongelukkige tussenkomsten en beslissingen hebben er de situatie voor de partij niet rooskleuriger op gemaakt. Toch krijgt Beke nu een kans daar misschien iets aan te doen: hij mag zijn standpunt eens komen uitleggen bij de restanten van de groep van negen: vier francofone en vijf linkse partijen. Het is nog te vroeg Beke meteen als een afvallige van de Vlaamse zaak uit te roepen. De man heeft een Vlaamse reflex en staat in het presidium van CD&V eerder bij de regionaal Kris Peeters dan bij de federaal Leterme. Als hij bij zijn standpunten blijft, dan moeten uit de nota Di Rupo minstens een half dozijn voorstellen worden geschrapt: de nationale kieskring, de versoepeling van de Brusselse taalwetgeving, de tweetalige lijsten, de samenvallende verkiezingen, de goedkeuring van het minderhedenverdrag en het gesleutel aan het statuut van de faciliteitengemeenten. Daarenboven moet er een nieuwe financieringswet komen, moet de fiscale autonomie (beter) geregeld worden, moet B-H/V proper gesplitst worden én moet er zo'n 20 miljard per jaar extra bespaard worden. Kortom, een hele boterham die de zeven naar ministerportefeuilles snakkende partijen zullen moeten slikken. Of het MR, met de hete adem van de taalracisten van het FDF in de nek, dat zomaar zal aanvaarden is nog zeer de vraag, al hebben die laatsten maar drie zetels in het federale parlement. Het hele verhaal wordt trouwens doorkruist door het voorstel van Gennez om Brussel uit de besprekingen te evacueren, iets waar ik het persoonlijk mee eens zou kunnen zijn, op voorwaarde dat datzelfde Brussel dan ook voorlopig geen cent extra zal krijgen en niet meer als pasmunt zou kunnen dienen voor welke chantage ook omtrent B-H/V. Stel nu eens voor - dromen mag - dat de zeven daarmee akkoord zouden gaan en men dus een nieuwe federale regering in elkaar geflanst zou krijgen, een met dus acht (8!)partijen. Dat gaat nog wat worden, met daarbij in Wallonië geen enkele oppositie meer (ze gaan daar dan allemaal meedoen*) en in Vlaanderen een stevige weerstand van Vlaams Belang en de N-VA, die dan wel verplicht zullen worden elkaar te vinden. Dat zou pas vuurwerk geven.
* In Wallonië blijft er in de oppositie dan één (1) vertegenwoordiger over, die behoort tot het Front National (FN).
De commotie rond de nationale plantentuin in Meise laat nog maar eens zien hoe verziekt dit land is. De Franstaligen, hierin bijgestaan door onze eigen politiek-correcten ('mijnheer' De Gucht, bv), beweren wel eens dat de N-VA uit is op een verrottingsstrategie. Welnu in Meise gaat het om een letterlijke verrotting: een nationaal patrimonium dat de wereld ons zou kunnen benijden, staat daar letterlijk weg te rotten. En de schuld ligt deze keer niet bij de Vlamingen, laat staan bij de nationalisten. Het Lambermontakkoord dat in 2001 gesloten werd onder Verhofstadt I (niet toevallig onder Verhofstadt), kwam er in de eerste plaats omdat de francofonen in dit land weer eens dringend geld moesten hebben (zoals ook nu weer, voor Brussel deze keer). Dat geld hadden ze toen nodig om hun duur (en slecht) onderwijs te kunnen betalen. Eén van de troostprijzen die Vlaanderen kreeg, was dat de nationale plantentuin van Meise zou geregionaliseerd worden. We zijn nu tien jaar later en die overeenkomst is nog steeds niet geregeld, omdat enkele materies zgz federaal moesten blijven. In 2009 was er al eens een schuchtere poging geweest tot restauratie. Alhoewel Vlaanderen ook toen de tuin nog niet in haar bezit had, werd er een som van 5,2 miljoen vrij gemaakt die voor 60% kwam van de Vlaamse gemeenschap en voor 40% van het federaal niveau (dus ook grotendeels betaald door de Vlamingen). Dat bedrag zou echter gespreid worden over tien jaar, wat onvoldoende blijkt om die tuin van onschatbare waarde fatsoenlijk te kunnen onderhouden (het gaat om zo'n 50 tal gebouwen). De directie van de plantentuin heeft de zaak gisteren voor één dag gratis voor bezoekers opengesteld als protest tegen de gang van zaken. Directeur Jan Rammeloo zegt dat het probleem nu niet kan worden opgelost omdat er maar een regering is van lopende zaken. Dat is natuurlijk niet de echte reden, want dat was, vóór de val van Leterme II ook al zo. De reden is dat de Franstaligen, de anders zo minzame Rudy Demotte op kop, voorwaarden stellen die niets met de zaak noch met het akkoord van 2001 te maken hebben (o.a. een erkenning van het minderhedenverdag, iets dat ook - raar, hé! - terug te vinden is in de nota van Di Rupo). De francofonen, die altijd staan te roepen dat de N-VA zich niet aan de afspraken houdt, doen net hetzelfde. In dit geval duurt die komedie al tien jaar. Zij houden zich gewoon noch aan wetten, noch aan akkoorden, als ze denken dat die voor hen niet gunstig zijn, ook al hebben ze er daarvóór mee ingestemd. Dit land is doodziek en het wordt hoog tijd dat men het uit zijn lijden verlost door het helemaal te splitsen. De nationale klucht heeft nu al lang genoeg geduurd. Tenslotte nog dit: in die plantentuin werken de toiletten (ook al) niet meer en heeft men er voor de bezoekers enkele chemische noodtoiletten moeten neerpoten. De Duitsers hebben daar een geëigend woord voor: Scheiße!
11 juli was dit jaar maar een makke bedoening. Dat is althans de indruk die ik ervan heb overgehouden. Overal feestjes en recepties, dat wel, maar veel vuur zat er niet in de speeches en initiatieven die de nakomelingen van 1302 lieten zien. Het blijft een feit dat 11 juli nog steeds geen officiële feestdag is. Wie voor de gemeenschapsdienst 'werkt', mag thuis blijven, de hardwerkende Vlaming mag blijven werken. Voor de rest worden de feesten en feestjes grotendeels bekostigd door de Vlaamse gemeenschap en profiteren er heel wat van om een eigen feestje op kosten van die gemeenschap uit te bouwen. Men kan ze er zelfs geen ongelijk in geven. Dat er tenslotte een zgz '"groot' feest is in Brussel, is geen nieuws. In Brussel is er altijd wel iets te doen en meestal op kosten van staat en gemeenschappen. Het is niet voor niets dat het hoofdstedelijke waterhoofd steeds geld tekort komt en ze liefst van al nog eens een half miljard extra (per jaar!) zou willen bij krijgen. Maar politiek gesproken, was het een mak beestje. We zijn toch zo braaf, mijnheer. Buiten één zinnetje van Peumans, nl dat we de tweetaligheid van Brussel niet zullen opgeven (het zou er nog bij moeten komen), viel er m.i. echt niets nieuws te beleven. In de schaduw van de Vlaamse feestdag is er alleen maar slecht nieuws en dat is in de eerste plaats het gerommel binnen het Vlaams Belang. Het cordon sanitair heeft ten lange laatste toch de gelederen uitgehold. Via het alternatief van de N-VA zijn de stemmen weggevloeid en hopen sommigen leden buiten de partij meer succes te zullen hebben. Ik denk niet dat dit zal pakken, het origineel blijft nog altijd beter dan de kopies. En persoonlijk vind ik dat iedere echte Vlaams nationalist het VB moet blijven steunen zolang dat ondemocratische cordon sanitair in stand blijft gehouden. Op de receptie in het Brusselse stadhuis liep ook ene Jos Geysels rond, de uitvinder van het cordon. Vierde die ook mee Vlaanderen?
De Vlaamse feestdag viel dit jaar midden in de woelige discussie rond de nota van Di Rupo en de reacties erop. Stof om over te praten was er dus genoeg. Wat mij vooral opviel was het relaas van Kris Peeters over het Vlaamse Handvest en ik vind, dat daarover veel te weinig reactie kwam. Het Vlaamse Handvest is niets minder dat een voorstel tot Vlaamse Grondwet, waaraan al enkele jaren gewerkt wordt en dat zo goed als klaar is. Het bevat de elementaire politieke en burgerlijke rechten, maar ook een hele serie vrij nieuw geformuleerde sociale en economische grondrechten, zoals de kinderrechten, de academische vrijheid, het recht op consumentenbescherming, het recht van de patiënt om al dan niet in te stemmen met een medische behandeling, het recht op een ombudsman, op preventieve gezondheidszorg en de vrijheid van onderwijs. Dit handvest is aangepast aan het reeds bestaande Europese Handvest en Vlaanderen is tot nu toe de enige Europese regio die op dat gebied al zo ver staat. Dat dit door de andere Belgen met lede ogen wordt aanzien, is duidelijk, maar dat is hun probleem, niet het onze. Tot daar alles dus picobello. Er is echter, zoals dat hier meestal het geval is, een schaduwzijde. Normaal had dit Vlaams manifest tegen 11 juli moeten zijn goedgekeurd door de Vlaamse deelregering. Dat is niet gebeurd, omdat er een discussie is tussen N-VA enerzijds en SP.a en CD&V anderzijds over het feit dat eerstgenoemde partij eist, dat er in de tekst wordt opgenomen dat Vlaanderen een 'natie' is, terwijl er nu staat dat het een deelstaat is van België. Rechtuit gezegd verwondert me dat vanwege de N-VA. De partij die altijd beweert de 'Baert doctrine' te volgen, de stap-voor-stap politiek, blijkt dat in deze materie niet te willen doen. Ik zie het nut daarvan niet in. Zoals ik in deze rubriek al enkele malen heb vooropgesteld, volstaat het dat men de Senelle* diplomatie volgt: het Vlaams parlement moet Vlaanderen in eerste instantie uitroepen tot deelstaat van het federale België met als grenzen de bestaande grenzen van het Nederlands taalgebied. Dat zou dan een eerste stap zijn op weg naar een latere onafhankelijkheid en zou de tegenpartijen, Wallonië en Brussel, elke verdere claim op ons territorium ontzeggen, want een dergelijke uitspraak zou volledig legitiem en democratisch zijn en internationaal erkend worden. I.pl.v. de nutteloze discussie over dat ene woord 'natie', zou men het beter zo doen in een inderdaad stap-voor-stap politiek, waarbij geen toekomstige stappen kunnen worden geblokkeerd en waarvoor geen onredelijke prijs diende te worden betaald. Het leven hoeft niet altijd ingewikkeld te zijn. Een discussie over het geslacht der engelen is niet meer van deze tijd.
* Dr Robert Senelle is een gepensioneerde grondwetspecialist.
Zoals alle gebuisde studenten heeft ook Di Rupo een tweede zit aan zijn been. Daarvoor zorgde gisteren Vlaams minister-president Kris Peeters, die eindelijk een vrij duidelijk standpunt van zijn partij weergaf. 'Di Rupo moet zijn werk herschrijven', zei Peeters, 'anders gaat mijn partij niet mee aan tafel zitten'. Peeters is in de eerste plaats verbolgen, omdat 'zijn' Vlaanderen weer eens grondig zal moeten sparen, nu het pas een zware besparingsronde achter de rug heeft. Die reeds gedane inspanning zorgde ervoor dat Vlaanderen de enige 'identiteit' in dit land is, dat zijn financiën gezond heeft, dus geen schulden heeft. Of dat allemaal zo slim is, valt nog te bezien. Ik heb vroeger ooit eens voorspeld, dat Vlaanderen beter wat schulden kon hebben, net zoals de Belgische staat en de andere gewesten, juist omdat het gevaar bestond dat 'de anderen' straks weer bij ons aan de deur zouden staan juist omdat we geen schulden meer hebben. En dat is wat nu te verwachten is. CD&V heeft, gelukkig maar, meer bezwaren dan die regionale schuldaflossing. De partij is - evenmin als de N-VA - bereid de meeste overige punten van Di Rupo's nota te aanvaarden. Ook zij wil meer responsabilisering, geen overdreven compensaties en geen versoepelde taalwetgeving voor Brussel, geen federale kieskring en geen samenvallende verkiezingen. Om er maar enkele te noemen. Als Di Rupo het meent met zijn 'Ik blijf, blijf, blijf en blijf zoeken', dan weet hij nu alvast waar dat moet gebeuren. Tenslotte over Peeters demarche nog één opmerking: hoe goed bedoeld ook, hij durft met geen plan B af te komen, gesteld dat hij er een zou hebben. Als dat niet het geval is, dan wordt het hoog tijd dat hij daar wat aan doet. Mocht hij het boek van Annemans en Utsi ( De Ordelijke Opdeling van België) nog niet gelezen hebben, dan zou hij daar best meteen aan beginnen. Het is momenteel het enige werk dat op alles een Vlaams antwoord heeft.