Wat er de volgende weken en/of maanden ook gebeurt, enkele van de oude problemen zullen blijven terugkomen en moeten worden opgelost, al was het maar om de staatsschuld terug te dringen.
In de eerste plaats moet de Senaat worden afgeschaft. Die is volledig nutteloos geworden en kost alleen maar geld. Datzelfde lot zou men ook best de provincieraden laten ondergaan. De provincies zelf kunnen blijven bestaan, desnoods met alleen nog een gouverneur en een kleine hofhouding voor het beheren van onvoorziene omstandigheden (rampen bv) en voor culturele zaken.
Hét probleem zal Brussel blijven, dat ver boven zijn stand leeft en drie keer meer uitgeeft dan het ontvangt. Ik verwees hierover reeds in mijn blog van 23 juni n.a.v. een artikel in De Standaard van Walter Zinzen, voormalig VRT-journalist en – uiteraard – even links als belgicist. Even ter opfrissing nog eens zijn tekst ter zake:
‘Om Brussel efficiënt te besturen, is de oplossing er een echt stadsgewest van te maken, met één enkele burgemeester, die we minister-president noemen, één enkel gemeentebestuur, dat we regering noemen, één enkele gemeenteraad die we parlement noemen en uiteraard ook één enkele politiezone. De gemeenten worden, naar Antwerps voorbeeld, districten’.
En dan hebben we het nog niet gehad over die ‘Fédération Bruxelles-Wallonie’, de zogezegde Franse Gemeenschap, die – in tegenstelling tot de Nederlandse Gemeenschap – nier geïntegreerd werd in de gewesten, grondwettelijk zelfs niet eens bestaat, geen eigen inkomsten heeft, maar wel een bijkomende minister-president, bijkomende regionale ministers én kabinetten en die jaarlijks een paar miljard euro kost. Hopelijk doet ‘Pagliaccio’ ook daar iets aan…
|