Politie en parket zijn al enkele dagen koortsachtig op zoek naar een zoveelste terrorist, een zekere Oussama Atar, een ‘Belg’ die veel gevaarlijker zou zijn dan het tot nu toe opgeruimde allegaartje van de aanslagen in Parijs en Brussel. Die Atar was in Irak veroordeeld tot 10 jaar cel voor wapensmokkel. Al na 5 jaar kwam hij vrij, nadat zijn familie hier had staan krijsen dat de man nierkanker had en in de gevangenis van Bagdad wegkwijnde. Hij kwam, nota bene, vrij op vraag van het Belgische ministerie van Buitenlandse Zaken en van Amnesty International, die alleen zijn verzorging buiten de gevangenis vroeg, niet zijn vrijlating. Die ‘kanker’ bleek later een eenvoudige darmstoornis te zijn, waarvoor we in onze dialecten enkele andere benamingen hebben, die ik hier niet ga gebruiken. Leuke familie trouwens, die van Atar. De twee broers die zich op 22 maart opbliezen in Brussel en Zaventem, waren neven, terwijl een derde neef én een oom momenteel hier achter de tralies zitten.
In die gevangenis in Bagdad zat toen ook Abu Bakr al-Bagdadi, de man die nu zich kalief noemt van de grootste barbarij die de wereld ooit gekend heeft. Meer dan waarschijnlijk kennen de twee elkaar, wat de hele zaak nog hachelijker maakt. Want als het zo is dat die Atar zich inderdaad hier schuil houdt, dan betekent dat voor de zoveelste maal dat ook hij hier kan rekenen op een netwerk van gelijkgezinden, net zoals dat gebeurde met Abdeslam en Abrini, die zich ook maanden konden verschuilen in Brussellabad. En er is meer.
Men zou kunnen veronderstellen dat men hier geleerd is na wat er met Atar in Bagdad gebeurd is, niet alleen voor wat betreft de vraag tot vrijlating zonder enige controle, maar ook de niet-opvolging van de mans activiteiten erna, maar dat is helemaal niet het geval. Erger nog, we maken de dag van vandaag nog zo iets mee met de vrijlating van de zgz ‘Mama Jihad’*, een vrouw die hier in Brussel tot 15 jaar cel is veroordeeld, maar in beroep is gegaan en nu voorlopig weer is vrijgelaten. Dat laatste zou gebeurd zijn ‘onder voorwaarden’, maar wie gaat dat allemaal controleren? Daar waar de vrijlating in Bagdad geregeld werd door Buitenlandse Zaken onder Di Rupo, gebeurt het nu door Justitie onder Michel. Eén pot nat, lijkt het wel.
* Mama Jihad’s echte naam is Fatima Aberkan, een vrouw van 55, die enkele zonen heeft die in Syrië voor IS vechten. Ze is er zelf ook geweest, ronselt er vrijwilligers en fondsen voor en heeft in haar familie een tiental leden die veroordeeld of verdacht zijn voor jihad activiteiten. En zo iets laat men hier vrij rondlopen, zelfs na een veroordeling tot 15 jaar cel...
|