Volgens het Instituut voor Nationale Rekeningen, een zoveelste instelling, waarvan men zich afvraagt of die niet beter elders kan geïncorporeerd worden (bv in de Nationale Bank), heeft dit land – voor de eerste maal in negen jaar – een overschot op de handelsbalans. Beter laat dan nooit natuurlijk en hopelijk komt er een vervolg op. E.e.a. heeft te maken met de nog steeds lage prijs van de olie, maar ook met het feit dat de lonen in Duitsland het laatste jaar met gemiddeld 5% gestegen zijn. Dit laatste bewijst nog maar eens dat die loonkloof wel degelijk meespeelt. Volgens de Nationale Bank (NBB) zou de sinds 1996 opgebouwde loonkostenhandicap daardoor nog dit jaar verdwijnen, maar – zoals gebruikelijk – zegt de NBB er weer niet bij dat we dan nog altijd zitten met het verschil dat er in 1996 al was. Zoiets noemt men mensen blij maken met een dooie mus, al kan het natuurlijk altijd nog erger.
Waar ook weer geen woord over gerept wordt is, dat dat overschot dat we nu eindelijk toch verwezenlijkt hebben, bijna volledig op Vlaanderens rekening mag geschreven worden, gewoon omdat we nu eenmaal meer dan 80% van de uitvoer van dit land realiseren. Het is nl pas als de uitvoer sneller stijgt dan de invoer dat er hoop is op een economische verbetering. Als we daar nog bijtellen dat van de overige 15% er nog ± 10% op rekening van het Brusselse gewest komt, blijft het haast lachwekkend te moeten vaststellen dat een regio zoals Wallonië, met toch ± 40% van de bevolking, maar goed is voor amper 5% van de uitvoer. De dames en heren politici van diezelfde regio zouden er dan ook beter aan doen eens iets anders te proberen dan hun kostelijk consumptiesocialisme.
|