Punt nummer één van mijn lijst ‘Only in Belgium’, de automatische indexverhoging, wordt met de dag actueler. Vorige week zaterdag drong Pierre Wunsch, de gouverneur van de Nationale Bank (NBB) nog aan om er een politiek debat over te houden. Af en toe zo’n verhoging mag, maar vier tot vijf op één jaar is ‘des Guten zuviel’.
Het klopt dat de Belgische werknemers door die automatische index minder koopkracht verliezen dan die van onze buurlanden. Het probleem daarbij is dat die verhoging wordt doorgeschoven naar de werkgevers en dat kleine en middelgrote bedrijven dat niet blijven aankunnen. De loonkostenhandicap met de buurlanden gaat naar 16%. Daardoor kost een uur arbeid in België nu zo’n 45 euro, in onze buurlanden slechts 38 euro. Vooral voor bedrijven die exporteren is dat een slechte zaak. In januari zal er voor bijna de helft van de werknemers een loonsverhoging van 11% inzitten. Bedrijven die het al moeilijk hebben zullen dan ook meer dan waarschijnlijk geen nieuwe mensen aanwerven, maar eerder afdanken, voor zover ze de zaak zelf boven water zullen kunnen houden, waarbij daar iedereen zijn job kwijt raakt..
Om de concurrentiekracht van onze bedrijven te kunnen behouden en/of verbeteren zal er hoe dan ook over die index moeten gepraat worden. Er zou bv een indexsprong kunnen gemaakt worden, waarbij één verhoging zou worden overgeslagen, iets dat één keer werd gedaan onder de regering Michel (en verscheidene keren onder die van Dehaene). Met Paarsgeel, dat Lachaert beloofde, had dat kunnen lukken. Met Paatsgroen+ zit dat er niet in. Een ander voorbeeld zou een netto indexering kunnen zijn, waarbij de werknemer dezelfde verhoging zou krijgen, maar de werkgever er niet voor zou moeten opdraaien. Die werkgeversbijdrage zou zelfs helemaal kunnen worden geschrapt of uitgesteld naar betere tijden, maar dan blijft onze nu al bijna bankroete staat met de kosten zitten.
Persoonlijk blijf ik erbij dat zo’n systeem, dat nergens anders nog bestaat, ook hier best verdwijnt. Dan zou ook de discussie over de loonnorm, die nu telkens weer oplaait, grotendeels vermeden kunnen worden. Elders wordt ook over dat probleem gediscussieerd, maar gebeurt dat per sector, zodat sectoren waarin het goed gaat wel iets kunnen doen en bedrijven waar het minder goed of slecht gaat al dan niet tijdelijk gespaard worden van de ondergang.
|