Zondag hield de N-VA nog eens een groot ledencongres. Dat was geleden van 2014, toen de partij er een stuk beter voor stond. Na Marrakech is ze al een drietal keren voor de gek gehouden door de trado’s en niets zegt dat dat straks weer het geval niet zal zijn.
In zijn eindspeech heeft Bart De Wever voorgesteld na de volgende verkiezingen, als er gegarandeerd weer zo’n periode van Lopende Zaken zal komen, uit te pakken met een federale mini-regering, bestaande uit een premier en een handvol vice’s – op zijn Zwitsers, zeg maar - en, los daarvan, verder de grote nodige hervormingen te onderhandelen.
Tot daar klinkt het nog allemaal vrij onschuldig. Feit is echter dat Vlaanderen bij zo’n onderhandelingen zo sterk mogelijk voor de dag moet komen en dat kan niet met alleen de N-VA, gesteld dat die partij niet verder achteruit gaat. Zelfs via een coalitie met de kaviaarsocialisten zal De Wever nooit aan 40% komen, laat staan meer dan 50%. Gezien hij van de liberalen sinds de woordbreuk van Lachaert terecht niets meer wil weten en hij CD&V liefst van al nog ‘kapot ziet gaan’ (zijn woorden), zal hij zelfs met de communisten van de PvdA en de door hem vermaledijde Groenen geen meerderheid meer halen in Vlaanderen. Dat zal alleen nog kunnen door e.o.a. samenwerking met het Vlaams Belang. Zoals bleek uit ‘De Stemming’ is trouwens 59% van zijn eigen kiezers daar nog altijd voorstander van. Dat is bijna 6 op de 10. Als hij dat blijft weigeren, dan mag Vlaanderen het in 2024 vergeten en zal De Wever de geschiedenis (en het volgende Verhaal van Vlaanderen) ingaan als de historicus die zijn afspraak met de geschiedenis zal gemist hebben.
|