‘De wereld is om zeep. Er gebeuren rare dingen rondom mij. Helemaal om zeep en het Laatste Oordeel kan niet ver meer zijn’, zong Urbanus destijds. Nu, ja, helemaal om zeep is hij momenteel allerminst, maar er gebeuren toch wel rare dingen.
Zo blijkt de euro op dit ogenblik ongeveer evenveel waard te zijn als de dollar. Toen ze met de gemeenschappelijke Europese munt begonnen, was die ongeveer 40 oude Belgische frankskens waard en de dollar maar 30. Een fameuze inzinking nu dus, dat terwijl de politiekcorrecte wereld voorspelde dat de dollar aan waardeverlies zou lijden na de verkiezingsoverwinning van Donald Trump. De markten, beurzen en banken geloven eerder het tegendeel en dat heeft ook te maken met het feit dat de zakenwereld eerder gelooft dat het slechter zal gaan met de Europese Unie.
Ook met de afloop van de Brexit blijft het koffiedik kijken. Komt die er wel? Na de uitspraak van het Britse Hoog Gerechtshof dat het Britse parlement daarover mee moet beslissen, een parlement waarvan de meerderheid – toch zeker vóór het referendum – tegen de Brexit was, blijkt dat Theresa May en haar regering, die die Brexit zou uitvoeren (‘Brexit is Brexit’), niet alleen geen plan B heeft, maar klaarblijkelijk zelfs geen plan A. De onderhandelingen met de E.U. zullen nog minstens twee jaar duren na het opstarten ervan. Dat laatste zou gebeuren – volgens May – vóór einde maart 2017, maar is nu alles behalve zeker. Ondertussen is het Britse Pond wel fameus gezakt, maar zijn het in de eerste plaats de Britten die ervan profiteren. Hun producten zijn immers een stuk goedkoper geworden en daar staat niets tegenover zolang er officieel geen Brexit is. M.a.w. de U.K. geniet nu een voordelig statuut, waar niets meer tegenover staat. Men zou haast gaan denken dat het allemaal gebeurt met voorbedachten rade.
Ondertussen blijkt de E.U. meer dan ooit een reus op lemen voeten. Met zijn 28 leden is ze veel te groot en verscheiden geworden en heeft de Europese Commissie niet de moed noch de mogelijkheden om er wat degelijks aan te doen. Met een referendum in Italië begin december over politieke hervormingen die tot het ontslag van de regering Renzi kunnen leiden en nakende verkiezingen in zowel Frankrijk, Duitsland als Nederland lijkt de E.U. wel als verlamd. ‘A sitting duck’, zoals dat heet. En dan hebben we het nog niet gehad over de immigratie, de vluchtelingen en de oorlogen in het Midden Oosten, die steeds minder een ver-van-mijn-bed show geworden zijn. 2017 zou wel eens een cruciaal jaar kunnen worden voor zowel de E.U. in haar huidige vorm als voor de euro.
De Hongaarse regering zal vanaf 01.01.2017 haar tarief voor de vennootschapsbelasting verlagen tot 9%. Daarmee zal dat land het laagste tarief hebben van de hele E.U. en volgt zij de algemene trend, want ook de Scandinavische landen, Spanje en Portugal verlaagden die taks al, terwijl Nederland en de U.K. hetzelfde willen doen. Dit leidt tot een ongezond opbod waarvan het einde nog niet in het zicht is. Feit is wel dat landen die helemaal niets doen straks riskeren geen multinationale investeerders meer te zien, zeker België niet dat met een tarief van liefst 34% momenteel de twijfelachtige eer van het duurste tarief heeft.
Onze minister zonder Financiën Johan Van Overtveldt wil daar dan ook al langer iets aan doen, maar werd nog maar eens teruggefloten door spelbreker Kris Peeters, de kampioen van de ‘rechtvaardige fiscaliteit’, die wil dat een eventuele verlaging van onze vennootschapsbelasting gekoppeld blijft aan e.o.a. vorm van meerwaardebelasting, iets wat buiten Peeters niemand ziet zitten, zeker niet na het precedent van dezelfde Peeters met de speculatietaks, die het land niet alleen niets opbrengt, maar zelfs geld kost! Van Overtveldt is tenslotte met een lichtjes gewijzigd voorstel naar de Hoge Raad voor Financiën getrokken, die daarover zijn fiat gegeven heeft en officieel verklaard heeft dat het voorstel budgetneutraal is, m.a.w. dat het de staatskas niets extra zal kosten. Om dat te bereiken moeten wel alle nu bestaande uitzonderingen, achterpoortjes en aftrekmogelijkheden (zoals bv de notionele intrestaftrek) eraan geloven. Peeters verwerpt toch het voorstel omdat het zgz gewijzigd werd t.o.v. de originele tekst die bij de begrotingsopmaak op tafel lag. En zo blijft men maar verder klooien…
Het lijkt er trouwens steeds meer op dat Kris Peeters in de Antwerpse verkiezingscampagne juist hetzelfde gaat doen als wat hij uitspookt in de huidige federale regering: alles afblokken en tegenhouden, in de wetenschap dat hij niet kan scoren en als reactie ook niemand anders dat laat doen. Een titel in De Standaard van gisteren verwoordt het letterlijk zo: ‘De ander niét laten scoren is wat telt’.
Kris Peeters wordt dus lijsttrekker voor zijn partij bij de komende gemeenteverkiezingen in Antwerpen. Hij moet daarvoor van Puurs, waar hij nu woont, verhuizen naar de koekenstad, iets dat hem al eens werd voorgedaan door dorpsgenoot Annemie Turtelboom bij de vorige lokale verkiezingen, die het daar – ondanks haar ministerieel statuut – niet voor de wind ging.
Wat moeten we nu daarvan denken? Voor de media wordt het een vette kluif. Die spreken nu al van de ‘clash’ tussen Peeters en De Wever. Daarbij vergeten ze dat CD&V in Antwerpen niet veel meer voorstelt en alleen nog in de meerderheid zit omdat men er op die manier de socialisten, na 90 jaar a.u.b., er buiten kon houden. De voorkeurstemmen die Peeters bij de laatste verkiezingen in Antwerpen haalde, waren ± één derde van die van De Wever. Daaraan zal waarschijnlijk de volgende keer niet veel veranderen. In het beste geval zal de partij weer mogen meespelen.
Dat betekent wel dat er over die verkiezingen, die over een groot anderhalf jaar plaats grijpen, nog veel inkt zal vloeien en evenveel papier zal worden vuil gemaakt. En vergeten we daarbij de sociale media niet. Wat wél het gevolg zou kunnen zijn is, dat in de tweestrijd tussen NV-A en CD&V, die men dan zal opvoeren en uitvergroten, de andere partijen in het verdomhoekje zullen geraken en tenslotte riskeren de electorale rekening gepresenteerd te zullen krijgen.
Om een kans te maken burgemeester te kunnen worden, moet Peeters’ partij in Antwerpen de grootste worden, ofwel moet hij een alternatieve coalitie op de been brengen tegen de N-VA, maar dat wordt dan waarschijnlijk een Mexicaans leger, waarbij de stad zelf de grootste verliezer zou worden. Daarna zou Peeters teruggaan naar het federale niveau, maar dan wel flink beschadigd mocht het niet gelukt zijn. In zo’n geval zal men op dat niveau ook geen vreugdekreten uiten, want daar zijn ze de negatieve obstructie van de oud Unizo-voorzitter en huidige linksbuiten van de Zweedse coalitie nu al meer dan beu, zelfs in de centrumrechtse vleugel van de eigen CD&V, voor zover die nog iets te zeggen heeft..
Even terugkomend op het verhaal van de Belg die in zijn leven gemiddeld slechts 32,6 jaren (officieel) zou gewerkt hebben. Volgens een zoveelste enquête willen de meeste mensen hier niet langer werken dan tot hun 60ste en bijna helemaal niemand meer tot hun 67ste, zoals nu wettelijk is vastgelegd (vanaf 2025/2030). Dat laatste blijkt de gemakkelijkste en goedkoopste manier te zijn om de vergrijzingskosten betaalbaar te houden. Dat dat nu zo’n probleem aan het worden is, hebben we te danken aan de traditionele partijen die het nooit serieus hebben willen aanpakken, ondanks het feit dat ze wisten dat het op ons afkwam. Het bewijs is dat fameuze Zilverfonds van Vande Lanotte. We kunnen er nu wel mee lachen, maar het bewijst dat men toen wel degelijk wist dat er iets aan moest gedaan worden. Dat er in dit land niets gebeurd is, heeft ook te maken met wat ik de Dehaene doctrine zou noemen: hij pakte alleen de problemen aan als ze zich voordeden (dat is ook letterlijk de man zijn dood geworden, want na die pancreas operatie had hij in Vilvoorde moeten blijven en niet op vakantie moeten gaan in Frankrijk, waar een plaatselijk hospitaal zijn probleem niet kon oplossen).
Toen het huidige pensioenstelsel hier in dit land werd vastgelegd na WO II, konden mensen pas op hun 65ste met pensioen gaan en was er van brugpensioen en andere dergelijke stelsels geen sprake. In die tijd leefden de mensen (gemiddeld) niet veel langer. Nu de levenstandaard zo verbeterd is dat vieren van100-jarigen bijna een routine wordt, is het niet logisch dat men, na (steeds weer gemiddeld, voor de Vlamingen zal het zeker meer zijn) 32,6 jaar gewerkt te hebben, daarna 40 jaar of meer met pensioen kan gaan. Het financiële plaatje klopt bij ons ook niet meer omdat er in België geen pensioenfondsen zijn die hun kassen zelf beheren (zoals bv in Nederland) en men alles moet graaien uit een steeds legere staatskas, wat dus ten koste gaat van de hele samenleving. De huidige centrumrechtse federale regering, die het – eindelijk verlost van de socialisten – eens ging oplossen, slaagt daar niet in. Zopas werd nog bekend dat de staatsschuld, i.pl.v. te zakken, aan het stijgen is, tot meer dan 107% van het bbp. Dat betekent dat we in dit land nog steeds meer uitgeven dan we innen en dus virtueel failliet zijn.
Vlaanderen heeft de mogelijkheid jaarlijks zo’n 12 miljard euro te besparen, maar moet die afgeven aan een ander gewest dat het geld niet investeert, maar gewoon uitgeeft in de volkshuizen van het ABVV. Wij moeten dan ook zien van dat andere gewest af te raken, te beginnen met baas te worden in het eigen regionaal parlement. Dát zou de inzet moeten worden van de volgende federale en regionale verkiezingen. Alle andere problemen zouden daaraan ondergeschikt moeten zijn.
Ondanks het feit dat het gisteren ‘Koningsdag’ was (vroeger heette dat ‘De Dag der Dynastie’), werd het een bijna complete offday voor den belgiek. Het begon ’s morgens al bij het Te Deum, waar er van hartelijkheid binnen de koninklijke familie niet veel te zien was. Vooral ‘Lorenzo’ liep erbij met een meer dan nors gezicht, waarbij hij zelfs zijn eigen moeder geen handdruk gunde. De belangstelling buiten was ook al erg ondermaats. Zonder de obligaat opgeroepen schoolkinderen had er drie man en een paardenkop gestaan. De koninklijk familie had nog meer redenen om bezorgd te zijn. Volgens een recente peiling van onderzoeksbureau Ispo blijkt nl de populariteit van de Coburgers in Vlaanderen onder de 50% gezakt te zijn. In Wallonië zitten ze er nog iets boven, omdat een kleine meerderheid daar het koningshuis nog steeds ziet als een garantie voor het voortbestaan van dit land en dus van de centen die ze op die manier via België van Vlaanderen krijgen.
Of het allemaal nog niet erg genoeg was, hadden onze militairen (8.000 van de 23.000 die met koningsdag vrij waren) beslist na 14 jaar nog eens te betogen, tegen de nieuwe wet waarbij zij straks niet meer met 56, maar met 63 jaar op pensioen zullen kunnen gaan, zoals alle andere burgers. Het kwam zelfs tot een gevecht in regel tussen politie en militairen, een gevecht dat gelukkig tijdig ophield. Stel u voor.
Nu, wat dat werken betreft, volgens Eurostat werken alleen de Italianen, de Bulgaren en de Grieken gemiddeld nog minder dan de Belgen. Die laatste zouden tijdens hun actieve beroepsleven slechts 32,6 jaar werken. Bij dat Eurostat zijn ze er blijkbaar nog steeds niet in geslaagd de regionale cijfers voor dit land te geven, want men kan er gif op nemen dat die voor Vlaanderen heel wat hoger zullen liggen (en voor Wallonië nóg lager), een verhaal dat zich maar blijft herhalen. Aan mij heeft het in elk geval niet gelegen, want deze knaap werkte 49 jaar (van mijn 16de tot mijn 65ste).
Tenslotte toch één lichtpuntje (nou, ja) voor den belgiek. Er is een soort vennootschap opgericht die zich gaat bezig houden met de voorbereiding van de viering van 200 jaar België in …2030. Het clubje bestaat bijna volledig uit erfgenamen van de oude adel, waarbij enkele afstammen van edellieden die er toen werkelijk bij waren (Gendebien bv). In de kranten vond ik er niets van terug, maar op de radio wist men te vertellen dat ook de weduwe van Paul Janssen, de oprichter van Jansen Farmaceutica, er zich bij zou hebben aangesloten. Hopelijk is zij de uitzondering die de regel zal bevestigen…
Er is nog eens nieuws over de Antwerpse Oosterweel saga. Na de diverse discussies, die nu al enkele decennia duren (± 25 jaar!), was er min of meer een consensus tussen de politiek (de stad en het Vlaams gewest) en de verschillende actiegroepen, dat het wenselijk zou zijn de Ring helemaal of gedeeltelijke te overkappen. Een idee van een nieuwe groep rond ingenieurarchitect Peter Vermeulen, die zich Ringland noemt. Om e.e.a. in goede banen te leiden, werd besloten een overkappingsintendant aan te stellen die er een studie van zou maken om te zien wat dat zou kosten en in hoeveel tijd dat te realiseren zou zijn. Wel, die studie is er nu.
Een complete overkapping van de Antwerpse Ring over het nu geplande Oosterweel traject zal, volgens intendant Alexander D’hooghe, negen miljard euro kosten (9.000.000.000 € of 360.000.000.000 Bef)!. Hij begrijpt ook wel dat zo’n bedrag niet op een, twee, drie zal gevonden worden en denkt het project te kunnen realiseren in fasen, om het volledig afgewerkt te krijgen in 15 tot 20 jaar. Een hele generatie, zeg maar. De man is blijkbaar een optimist, want op dit ogenblik heeft de Vlaamse deelregering zelfs geen geld om het tracé zelf te financieren, laat staan te overkappen. Ze zit met een tekort op haar begroting van één miljard euro en dat laatste komt grotendeels doordat het Oosterweelproject uit die begroting werd gehouden, waarover het laatste woord nog niet gevallen is, want Europa is het daar niet mee eens. Op federaal België hoeft men niet te rekenen, dat zoekt momenteel nog naar 9 miljard euro om de federale begroting tegen 2019 sluitend te krijgen (en dat is al een jaar later dan eerst gepland).
Ondertussen blijft de Antwerpse haven maar uitbreiden en nog geen klein beetje. Na de verhuis van MSC, Antwerpens grootste havenklant, van het Delwaidedok naar het nieuwe Deurganckdok, wordt de vrijgekomen ruimte in dat eerste dok straks ingenomen door twee nieuwe bedrijven die daar twee tankopslagen gaan installeren, zo groot dat de haven er 43 miljoen ton extra trafiek bij krijgt (dat is gelijk aan als die in de hele haven van Gent!). Dat is dan trafiek over water, maar ook over land zal er wat extra aan en afgereden worden en dat allemaal over een Ring met een Oosterweel verbinding die pas klaar zou kunnen zijn tegen Sint-Juttemis.
Misschien stof voor een opera. Na ‘Der Ring des Niebelungen’, die ook over veel geld (goud) ging, naar ‘De Ring van de Koekenstad’!
Ik geef onze vriend Wilhelmson groot gelijk daar waar hij in zijn reactie op mijn blog van gisteren suggereerde dat wij, Vlamingen, bij elk nieuw project, elke overweging en elke investering zouden moeten trachten het ‘zonder België’ te doen. Dat lijkt niet evident en misschien niet realiseerbaar, maar dat is het wél. Voorwaarde is dan wel dat we er in Vlaanderen een meerderheid voor vinden, wat betekent dat de Vlaamsnationalisten, die dat voorlopig niet alleen kunnen doen, daarvoor de hulp nodig zullen hebben van minstens één traditionele partij. En zo komen we terug op het gegeven waarover ik in deze rubriek al eens meer geschreven heb, nl dat we wat ik noem ‘de Senelle doctrine’ moeten toepassen. Daarover heb ik twee weken geleden nog een brief geschreven naar ’t Pallieterke als reactie op een hoofdartikel waarbij hoofdredacteur Karl van Camp schreef wel wat helderdere taal daaromtrent te willen horen. Mijn brief, die grotendeels een kopie was van mijn blog over die doctrine, werd vorige week wel gepubliceerd, wat dan toch positief is.
De enige plaats waar wij in de discussies over onze toekomst niet kunnen gestoord worden door de francofonen en aanverwanten, is het Vlaamse parlement. We moeten daarom zien bij de volgende regionale verkiezingen daar een meerderheid te halen en de traditionele partijen – of althans één ervan - bij in het bad te trekken. Om dat laatste te bereiken zou aan alle partijen moeten gevraagd worden een intentieverklaring in die zin te onderschrijven en zouden we de partijen die dat niét doen moeten boycotten. Met dat laatste moet nú begonnen worden, niet tijdens de kiescampagnes die er pas over 2 en 3 jaar aankomen, zodat die partijen riskeren enkele jaren onder druk te worden gezet. Dat zou niet alleen een taak zijn voor de Vlaamsnationale partijen, maar ook voor alle drukkingsgroepen die onze regio rijk is.
Als – volgens de Senelle doctrine – het Vlaams parlement onze regio uitroept tot deelstaat van het federale België met als grenzen die van het Nederlands taalgebied, dan wordt daarna alles mogelijk, op een wettelijke manier en zonder buiten de lijntjes te kleuren. Zonder die eerste stap mogen we het vergeten.