In deze woelige dagen, die ook onze buurlanden teisteren, moet men er wel rekening mee houden dat België een geval apart is, waar in de wetgeving zoveel uitzonderingen en achterpoortjes zijn en waar situaties bestaan die men in de meeste van onze buurlanden niet eens kent. Ik vind dat ik er best aan doe mijn lijst ‘Only in Belgium’ nog eens te publiceren. Die ziet er voorlopig ongeveer zo uit:
- De automatische index. ( bestaat ook in Luxemburg, Malta en Cyprus, maar die kunnen we bezwaarlijk echte landen noemen).
- De vastgelegde koopjesperiodes, met daaraan verbonden de sperperiode en de koppelverkoop.
- De kiesplicht voor het federaal, gewestelijk en Europees niveau (samen met Griekenland en Luxemburg).
- De werkloosheidsuitkeringen zonder beperking in de tijd. Meer nog: tijdens de werkloosheid kan men in België pensioenrechten blijven opbouwen, de zo genoemde ‘gelijkgestelde periode(s)’.
- Het bestaan van een kabinet voor elke minister, zowel federaal als regionaal en zelfs voor burgemeesters. In een normaal land heeft alleen de eerste minister een kabinet.
- Het bestaan van een alternatieve gewestelijke regering, de Fédération Bruxelles-Wallonie, (zgz van de Franse Gemeenschap), die grondwettelijk niet eens bestaat, maar wel een extra minister-president, een regering en een parlement heeft die allemaal door de staat betaald worden.
- Het recupereren van feestdagen die tijdens het weekeinde vallen.
- Het verbod van opkomst voor onafhankelijken bij sociale- of bedrijfsverkiezingen (zoals bv de ondernemingsraden).
- Het cordon sanitair rond een politieke partij, die echter wel mag meedoen aan verkiezingen en zelfs subsidies krijgt in verhouding tot het aantal stemmen dat ze haalt.
- De bedrijfswagens. Een vorm van gelegaliseerde belastingontduiking. Nergens rijden er meer en dit als compensatie voor loonsverhogingen die men niet geven kan wegens allerlei akkoorden tussen werkgevers en vakbonden i.v.m. de index en de loonnorm, het risico van verhoogde belastingen (we hebben al de hoogste ter wereld) en het verlies van concurrentiekracht t.o.v. de buurlanden, volgens de loonwet van 1996..
- Het afschaffen van de Rijkswacht, wat in geen enkel ander Europees land gebeurd is (gendarmes, marechaussees, guardia civil en carabinieri zijn blijven bestaan), waardoor bij rampen en aanslagen geen Plan B meer voorhanden is, ook al omdat de dienstplicht eveneens werd afgeschaft.
- De nationale sociale loonakkoorden (elders bestaan die ook, maar zijn ze sectoraal).
- Het uitbetalen van de werkloosheidsvergoedingen via de vakbonden aan hun leden, niettegenstaande een Nationale Hulpkas die het zelfde doet voor de niet gesyndikeerde leden,
- Het Noordzeestrand is Vlaams, de zee echter Belgische federale materie, waardoor de windparken in zee Belgisch zijn..
|