Vandaag
start de nieuwe opera Flippo en Di Pippo. Hij speelt zich af in een
sprookjesland, met twee koningen, drie koninginnen, een broer en zus van de
koning die door de staat onderhouden worden, drie talen, zes regeringen, zeven
parlementen en tien provinciegouverneurs. En dat alles in een landje van om en
bij de 30.000 km².
De ouverture vond gisteren reeds plaats in een stad, die
vroeger ooit Vlaams was, waar de lingua franca nu Frans is, maar waar de
meest gesproken thuistaal het Arabisch blijkt te zijn. De stad is onderverdeeld in
negentien gemeenten, met evenveel burgemeesters, schepencolleges en OCMWs,
plus zes politiezones. Alleen de brandweer mag overal komen blussen.
In de eerste akte biedt Di Pippo aan Flippo het ontslag van zijn
regering aan. Die zal dat weigeren, want de vakantie staat voor de deur. Dat
betekent dat enkele slaven van Di Pippo tijdens een verschroeiend hete zomer op
post zullen moeten blijven om ervoor te zorgen dat Flippo 'zijn' land straks
nog terugvindt.
Zoals in elke goede opera, spelen er ook slechteriken mee, de
Vlamingen/Flamands/Flamins. Dat gaat het stuk spannend maken, want die zijn in
de meerderheid in hun eigen streek, maar niet in de regering van Di Pippo.
Flippo zal daarbij een grote steun zijn. Heeft hij zich ooit eens niet laten
ontvallen 'dat ze met mij te maken zullen krijgen'? We praten hier over een man
met een missie.
Het is traditie dat een echte opera altijd eindigt in
een drama. Dat gebeurt dan meestal in de laatste akte, die zich kan
afspelen in mei 2014.
|