Ondergetekende gaat er enkele dagen tussenuit. Ik vlieg naar Zürich in
Zwitserland. Ik ga daar niets uitzoeken over hun confederaal model, maar ben er uitgenodigd door een bevriend koppel uit Sardinië dat
daar woont en vorig jaar enkele dagen bij mij te gast was. De man is ingenieur
en werkt er op de Zwitserse hoofdzetel van Alstom, de Franse constructeur van
o.m. treinstellen (maar dan van een betere soort dan de Fyras van AnsaldoBreda*)
en Noordzee windmolens. Zijn vrouw is er kinderpsychiater en is de dochter van
een landmeter waarmee ik in een vroeger leven op Sardinië heb samengewerkt en
die op jeugdige leeftijd gestorven is. Op Sardinië zijn ze mij niet vergeten en
af en toe verschijnt daar nog een artikel over mij in de plaatselijke kranten
en andere bladen**. N.a.v. van een ervan en tevens omdat mijn naam bij hen in
de familie was blijven hangen, was ze mij, via het Internet, gaan zoeken en
heeft ze mij gevonden. Dat was in september 2011 en sindsdien voeren wij een
correspondentie in het Italiaans en het Duits (niet in het plaatselijke Schwyzerdütsch,
dat zij voor haar werk in Zürich ook moet kennen).
Het reisje naar Zürich is voor mij ook een emotioneel gebeuren. Het is
de eerste keer dat ik echt van huis ga sinds het overlijden van mijn echtgenote
op 24.01.2011. Het is ook de eerste keer sinds februari 2006 dat ik enkele
dagen na elkaar geen blog zal schrijven (dit is nr 2.335!), wat ik vooral sneu
vind voor eventuele nieuwe lezers die nu
pas aanklikken via Vlaanderen Radio Nationaal. Dat bezoek lag al een tijdje
vast. Vanaf woensdag hoop ik er weer te zijn en zal ik de draad weer opnemen.
*Alstom, dat al treinstellen heeft gemaakt
voor o.m. de NMBS, had ook meegedaan aan de uitbesteding op de nieuwe treinen,
maar hun trein was te duur. Het zou de goedkopere Fyra worden en het vervolg
van dat verhaal kennen we ondertussen.
** Men zou zich kunnen afvragen wat er dan
zo speciaal was aan mijn aanwezigheid op Sardinië. Wel, ik was toen (in 1963) 23
jaar jong (mijn vrouw 20). We waren 19 maanden getrouwd en ons eerste kindje
was negen maanden. Ik had op dat eiland een ongerepte kuststrook ontdekt,
die we daar ontwikkeld hebben en er zelfs een naam aan gegeven (Costa Rei). Blijkbaar
blijft het de Sarden tot de verbeelding spreken dat een buitenlands kereltje
van amper 23 de toeristische ontwikkeling van de streek er in gang zette. Volgens een beoordeling van Lonely Planet op het Internet behoort het strand van de Costa Rei tot een van de vijf mooiste van onze aarde. Telkens
er artikel over de Costa Rei verschijnt en de geschiedenis erbij gehaald wordt,
word ik vermeld. Er is zelfs iemand bezig men een thesis over De kolonisatie
van zuidoost Sardinië door de Belgen in de jaren zestig. Er waren daar toen
ook Franstalige Belgen die uit onze Kongo terugkwamen en er
citrusaanplantingen begonnen waren. Die werden door de Sarden echter geen Belgen
genoemd, maar Congolesus, zoals de Italiaanse pieds noirs, die uit Tunis
verdreven waren, er als Tunisini werden bestempeld.
|