Brussel is weer in het nieuws en, zoals wel meer gebeurt, in de negatieve zin. De gemoederen geraken er deze keer verhit door een zoveelste daad van zinloos geweld, waarbij iemand ‘zomaar’ op straat wordt neergeschoten. Speciaal aan dit voorval was wel dat het plaats vond in Sint-Jans-Molenbeek, waar zoiets vorige maand ook al gebeurde. Helemaal speciaal wordt het, als men weet dat de discussie erover bijna helemaal verloopt in het linkse milieu, datzelfde milieu dat het in Brussel altijd toch zo prachtig vond: de multicultuur, weet je wel en alles wat daarbij komt kijken.
De kat werd de bel aangebonden door een artikel in De Standaard van dinsdag, aan de hand van Riadh Bahri, VRT-journalist van allochtone origine én zelfverklaarde homo. Eind 2011 verhuisde hij van zijn ‘thuisstad’ Gent naar de hoofdstad en was de hemel te rijk daar te kunnen wonen. Van dat prille enthousiasme is de dag van vandaag niet veel overgebleven. Sint-Jans-Molenbeek blijkt vuil, ongezellig en onveilig te zijn. Dat laatste is zo erg dat de eigen (vrouwelijke) burgemeester er zelfs ’s avonds niet alleen op straat durft te komen. Zij heeft de gemeente ‘geërfd’ van Flup Moustache, die er als goede PS’er in geslaagd was, in de 20 jaar dat hij er burgemeester was, van Molenbeek de armste gemeente van het Brussels gewest te maken. Het feit dat Bahri homo is, heeft hem natuurlijk in een dergelijke omgeving ook weinig geholpen en hij moet toegeven dat de overlast die hij daaromtrent meemaakt, hoofdzakelijk afkomstig is van ‘jonge gasten met een Arabische achtergrond’.
Het is niet de eerste keer dat er over Brussel in negatieve zin gesproken en geschreven wordt. Luckas Van der Taelen, Vlaams parlementslid voor Groen en woonachtig aan de Brusselse ‘Midi’ heeft al meer dan eens de schrijnende toestanden in zijn buurt aangeklaagd. Dat werd hem door zijn partij en meer nog door Ecolo, waar Groen aan vast hangt, al zo kwalijk genomen dat hij bij de voorbije gemeentelijke verkiezingen in Brussel zelfs geen plaats meer kreeg op de kieslijsten.
De Standaard zou echter De Standaard niet zijn als de krant niet enkele ‘spelers’ ten tonele zou voeren, die het in Brussel nog wél reuze vinden. Zo ontdekte de krant er een Vlaamse ‘urbanist’ die na zijn pensionering met zijn echtgenote in Molenbeek is komen wonen en die vindt dat men maar moet leren ermee te leven. Een typische dhimmi attitude. Maar ook hij moet toegeven dat er een concentratie is van armoede, slechte huisvesting, lawaai, vervuiling en gebrek aan groen. Er zijn m.i. leukere plekken om uw oude dag door te gaan brengen. Verder komt een jonge moeder met twee kinderen vertellen dat ze naar Brussel is teruggekeerd ‘uit nostalgie’ en specifiek naar Molenbeek omdat de woningprijzen er laag zijn. Tussen haar positieve verklaringen door, moet ze er wel bij vertellen dat het moeilijk is haar kinderen te verbieden ‘papiertjes op de straat te gooien, als er op elke hoek van diezelfde straat hopen vuilnis liggen’.
Kortom, zelfs in linkse kringen begint het besef door te dringen dat dit Brussel niet meer ‘ons’ Brussel is, dat het hoog tijd wordt dat er daar eens serieus e.e.a. verandert en dat dit niet zal gebeuren door het al kleine gewest in een even kleine wereldstad te laten voortmodderen met zijn negentien baronieën, die – op een paar uitzonderingen na – nooit daartoe in staat zullen zijn.
|