Zowel Di Rupo als Kris Peeters bezochten het Wereld Economisch Forum in het Zwitserse Davos. Deze zgz hoogmis van de wereldeconomie brengt zowat mensen uit alle gelederen samen, niet het minst vanuit de bedrijfswereld en de politiek. Peeters komt er al voor de zevende keer, voor Di Rupo was het pas zijn tweede deelname. De eerste keer toen hij er als premier de kans toe kreeg, ging hij niet. De tweede keer werd zijn retoriek pro België al snel van tafel geveegd doordat de grote baas van ArcelorMittal, de heer Mittal zelf dus, ongeveer op hetzelfde ogenblik de wereld liet weten dat hij de warme lijnen van zijn staalfabrieken in Luik zou sluiten, iets waarvan ze in Wallonië nog steeds niet bekomen zijn.
Dit jaar zette Di Rupo zijn beste beentje voor om nogmaals dit land rooskleuriger voor te stellen dan het is. Het leek soms wat op marktkramerij. Ik vraag me af wat die andere wereldleiders en vooral zakenmensen daarvan moeten denken. Die weten best hoe het er hier aan toe gaat en zijn zelfs meestal beter geplaatst om te vergelijken met andere landen, waar ze dikwijls eveneens vestigingen en/of fabrieken hebben. Zo weten ze allemaal dat de loonkosten hier te hoog zijn, wat bevestigd werd door de Zweedse CEO van Volvo, die daarmee Di Rupo terugfloot, die had gesteld dat Volvo daarmee geen problemen zou gehad hebben. Ook de grote Braziliaanse baas van bierfabrikant AB Inbev wist te vertellen dat men in België moest ophouden met wetten steeds te veranderen, een specialiteit sinds de regeringen Verhofstadt. ‘Een serieus bedrijf’, zei hij, ‘ moet kunnen plannen op lange termijn en dat gaat niet als in een land de wetten steeds worden veranderd’ en daarmee verwees hij ondermeer naar die over de notionele intrestaftrek. Het gaat er niet om of men daar vóór of tegen is, maar eens een wet gestemd, moet men die aanhouden zodat bedrijven weten waar ze aan toe zullen zijn, ook morgen.
De hierboven vermelde, maar ook andere bedrijfsleiders zijn nog beleefd gebleven. Ze hadden ook kunnen verwijzen naar al die achterpoortjes in de Belgische wetgeving, die sociaal mogen lijken (of zelf soms zijn), maar die het de werkgevers in dit land veel moeilijker maken dan elders. Denk maar aan de brugpensioenen, de loopbaanonderbrekingen en het tijdskrediet, om er maar enkele op te noemen. Uit een recent antwoord van minister van Pensioenen De Croo aan CD&V senator Dirk Claes blijkt trouwens dat de Belg de kortste loopbaan heeft van de hele eurozone. Buiten de hierboven vermelde uitzonderingen zijn er bv ook nog de zgz ‘thematische verloven’ (bv ouderschapsverlof) en leveren militaire dienst, arbeidsongevallen en stakingsdagen hier gelijke rechten op voor het pensioen. Allemaal vreselijk sociaal natuurlijk, alleen vergeet men erbij te zeggen dat de uitkeringen voor zowel pensioenen, ziekte, invaliditeit en bijstand hier meestal een stuk lager liggen dan in de andere landen. De reden daarvoor is dat er op een werkende bevolking van ± 4.500.000 mensen circa één derde e.o.a. uitkering heeft en er gewoon geen geld genoeg is om die mensen een fatsoenlijke steun te geven.
De vraag is, hoe dat allemaal zover is kunnen komen. Wel, dat danken we in de eerste plaats aan de regeringen Verhofstadt, die het nagelaten hebben te besparen en structureel te hervormen toen het nog kon. En daarin zaten ook de Vlaamse socialisten die nu al dagen moeilijk doen over het loon van enkele topambtenaren bij Dexia, alsof ze daarmee het land gaan redden. Het is trouwens opmerkelijk dat de Waalse socialisten geen problemen hadden met de eerste demarche van Geens over die lonen, waarschijnlijk omdat ze – zoals ik al insinueerde in mijn blog van gisteren – Geens willen achter de hand houden als mogelijke kandidaat premier na Di Rupo en op die manier CD&V de kans willen geven, desnoods ‘met de dood in het hart’, straks toch weer mee te doen.
En ondertussen dronk men in Davos een glas, loosde er een plas en lieten er alles zoals het was. Morgen is het weer business as usual.
|