Wat is het verschil tussen Griekenland en Wallonië? Griekenland moet het geld dat het krijgt terugbetalen, Wallonië niet. Nu bestaat de kans dat Griekenland een deel van zijn schulden waarschijnlijk nooit zal kunnen terugbetalen, maar bij Wallonië is het zeker dat het nooit ofte jamais zal gebeuren, omdat er, in tegenstelling tot Griekenland, van terugbetalen niets op papier staat. Griekenland heeft de laatste jaren trouwens al verschrikkelijk moeten besparen, een serie ambtenaren moeten afdanken (niét afvloeien) en een deel van activa moeten (proberen te) verkopen. Bij Wallonië niets van dat alles. Daar gaat men gewoon door met potverteren en slaagde men er zelfs bijna in het Rekenhof te laten geloven dat de Waalse schulden maar de helft waren van wat ze in werkelijkheid zijn.
Zoals ik ook gisteren reeds vermeldde, wordt het geld dat Wallonië via België van Vlaanderen jaarlijks krijgt (tussen de 12 en de 16 miljard euro) niet geïnvesteerd, maar gewoon uitgedeeld om een levensstandaard te in stand te houden waartoe men met eigen middelen niet in staat is. ‘Cliëntelisme’ noemt men het en dat is de ruggengraat van de PS-politiek, waarmee die partij in Wallonië overeind blijft. Het gros van de transfers naar Wallonië bestaat uit geld van de Sociale Zekerheid. Die kost het land nu al zo’n 25 miljard euro per jaar en dat bedrag zal nog stijgen. Die stijging hebben we te danken aan de zo geroemde zesde staatshervorming, waarbij de uitkeringen sneller zullen stijgen dan de lonen van de mensen die ervoor afdragen. Die verzwaring was een eis van de PS, waarover men in de Vlaamse poco media niets zal lezen of horen. Vorig jaar moest er nog 5,3 miljard extra bij gestort worden om de RSZ uit de rode cijfers te houden, tegen 2018 schat men dat het 7 miljard zal zijn.
Is er dan niemand die zich tegen die PS durft afzetten in de huidige federale regering? Het antwoord is neen. Hoogstens wordt er af en toe eens gemopperd, zoals zopas nog tegen minister Labille o.w.v. madame Leroy’s extra bonussen (peanuts in vergelijking met de transfers). Men eiste zelfs zijn ontslag. Dat zal er niet komen en zelfs als dat toch zou kunnen, zal dat Labille een zorg zijn. Hij komt niet op bij de volgende verkiezingen (hij was er ook de vorige keer niet bij) en men heeft hem bij zijn aantreden tot minister beloofd dat hij al zijn functies en mandaten zou terugkrijgen (56, waarvan ‘slechts’ 17 effectief bezoldigd).
Kortom, in dit land is het de PS en alleen de PS die de regels stelt. Dat men in dergelijke omstandigheden nog Vlaamse partijen kan vinden die dat avontuur nog eens zouden willen overdoen, is gewoon hallucinant te noemen.
|