September is niet alleen het begin van een nieuw schooljaar maar ook van een nieuw gerechtelijk jaar. Bij de gebruikelijke jaarlijkse toespraken van de procureurs-generaal vertelde die van Brussel de sociale uitkeringen van de Syrië-‘strijders’, zoals dat geboefte wordt genoemd in onze media, niet alleen te zullen intrekken, maar zelfs de al uitbetaalde gelden terug te vorderen. Men kan alleen maar hopen dat dat uitschot helemaal niet meer terugkeert, maar er moet ondertussen wel iéts gedaan worden. Dat gebeurt o.a. ook al in Groot-Brittannië, waar premier Cameron de eigen jihadi’s hun Britse paspoort afneemt. Ook in Nederland besloot de regering die kerels hun Nederlandse nationaliteit af te pakken als ze bleken te zijn aangesloten bij het kalifaat van IS. Onbegrijpelijk de reactie van bepaalde juristen, die daar kritiek op hebben, omdat het tegen het internationaal recht in zou gaan. Soms krijgt men wel eens de indruk dat justitie er hier alleen maar is voor de criminelen i.pl.v. voor de man in de straat.
Dat laatste viel trouwens ook op, maar dan op een ander niveau, bij het begin van het proces tegen die Italiaanse maffiafamilie Aquino in Hasselt, waar de fine fleur van de Belgische balie de verdediging op zich neemt, meester Vermassen op kop. De 38 (!) beschuldigde leden van de familie passen de Siciliaanse ‘omertà’ (zwijgplicht) toe: niets gezegd, niets gehoord, niets gezien. Wel in 2013 in totaal 3 ton cocaïne verscheept van Colombië naar hier, voor een straatwaarde van 80 miljoen euro. Geld genoeg dus om de duurste advocaten te betalen. De kans is dan ook zeer groot dat ze er vanaf komen met de gebruikelijke Belgische procedurefout. Sinds het parachuteproces, waarbij Vermassen iemand liet veroordelen zonder bewijs noch bekentenis, moet ik die man niet meer. Als de veroordeelde toen al schuldig zou geweest zijn, was het nog een gevolg van een liefdesaffaire, niet van een handel in tonnen drugs waarmee veel meer kwaad kan worden aangericht waarvan we later niets meer zullen horen. In dit land kan men sindsdien wel veroordeeld worden bij een vermoeden van schuld, maar niet als er ergens een procedurefout begaan is. Net zoals bij de steeds meer voorkomende minnelijke schikkingen, waarbij straffen tot 20 jaar cel kunnen worden afgekocht en men inderdaad steeds meer kan spreken van een klassengerecht. Of waar advocaten van echtscheidingen vechtscheidingen maken en zo hun prijs tot tienmaal kunnen opdrijven.
Is dát nog gerechtigheid?
|