Nadat het Griekse parlement er bij een derde stemming, voor de eerste keer in 40 jaar niet in geslaagd is een nieuwe president te kiezen (de enige kandidaat, Stavros Dimas, een ex-eurocommissaris, kwam 12 stemmen tekort om de vereiste drievijfde meerderheid te halen), wordt het Griekse parlement ontbonden en moeten er binnen de maand nieuwe parlementsverkiezingen komen in het veelgeplaagde land. Daarbij is het nu al bijna zeker dat die verkiezingen zullen gewonnen worden door de uiterst linkse Syriza* partij, die de meeste recent gestemde wetten van de regering Samaras ongedaan wil maken en alle vroegere afspraken met de Eurozone van tafel wil vegen als die alle nog bestaande schulden van Griekenland niet kwijtscheldt. Terug naar af dus, want theoretisch bestaat de kans dat Syriza, door het speciale Griekse kiessysteem, zelfs de volstrekte meerderheid haalt. Als dat niet gebeurt zal er hoe dan ook, met Syriza als grootste partij, gegarandeerd chaos heersen. Voor de Eurozone de zoveelste crisis, waarbij de beurzen nu al meteen zijn gaan zakken (in Athene zelfs 10% op één dag) terwijl de lange termijnrente van het land weer op 9% staat. Ook in Portugal en Italië is die rente ondertussen weer gaan stijgen. Nadat gebleken was, dat de Grieken gefraudeerd hadden om lid te kunnen worden van de Eurozone, had men dat land er meteen moeten uitzetten, iets wat ik hier al enkele jaren geleden geschreven heb. Dat dat niet gebeurd is, was mede te wijten aan het feit dat zoiets in het verdrag van Maastricht niet vermeld werd. Daarin stond wel hoe men lid kon worden, niét hoe men eruit kon stappen. En nu zit die Eurozone met de gebakken peren én het zoveelste Griekse drama, de ‘Grexit’ voor de aficionados. Mocht dat gebeuren, is het niet ondenkbaar dat andere landen zouden kunnen volgen. Daarmee zou de Eurozone weer in een financiële crisis kunnen raken, zeker zo lang er geen verbetering komt in de te trage groei, de stijgende werkloosheid, de gevaarlijk lage inflatie en de wetenschap dat de lage olieprijs niet blijvend zal zijn. Men vergelijkt de huidige Europese situatie wel eens met die van Japan, waar men ook twee decennia verloren heeft door recessies en een bijna nulgroei. Daarbij wordt echter vergeten dat het in Japan slechts om één land gaat en dat in de Eurozone alles moet beslist wordt door 18 aparte landen.
Op de vooravond van Kerstmis stond er in De Tijd een interview met de Duitse socioloog Wolfgang Streeck, die vorig jaar een controverse ontlokte met zijn boek ‘Gekaufte Zeit’. Daarin verklaart hij o.m. dat het blijven vasthouden aan de euro veel zal kosten. Het probleem is volgens hem het feit dat de Europese munt een reeks economieën met elkaar verbindt, die daarvoor niet geschikt zijn. De euro steunt vooral het Duitse hardemuntbeleid, dat goed is voor Duitsland, maar niet voor Spanje, Italië, zelfs niet voor Frankrijk, laat staan voor Griekenland. De euro is alleen goed voor landen die veel uitvoeren en voor de aandeelhouders van de exportbedrijven in die landen.
Streeck staat niet alleen met zijn mening. Zelfs onze eigenste huidige minister zonder Financiën, Johan Van Overtveldt, heeft in een vorig leven, toen hij nog hoofdredacteur was van Trends, een boek geschreven over het einde van de euro. De man zit nu aan de overkant in het verhaal en moet dus mee trachten de munt te redden waarvan hij ooit verteld heeft dat ze het niet zou overleven. Of hij de klassieke stroper zal zijn die straks een goede boswachter wordt, zal nog moeten blijken…
* Syriza zijn Griekse afkortingen. Het betekent: ‘de coalitie van radicaal links’.
|