Dat de uiterst linkse Syriza-partij de Griekse verkiezingen gewonnen heeft, is geen verrassing. Dat ze een coalitiepartner nodig zou hebben om een regering te vormen, behoorde ook al tot de mogelijkheden. Dat die partner een uiterst rechtse partij zou worden, was wel een verrassing, tenminste toch voor de Europese politiekcorrecten van allerlei pluimage. Op het eerste zicht is dat ook zo, maar in de Griekse context is het dat niet. Syriza had een partner nodig die niet moeilijk zou doen en die met haar in de eerste plaats de Griekse confrontatie met Europa wou aangaan. Op economisch vlak zou dat nog kunnen lukken, politiek gesproken is Syriza echter een radicaal neo-communistische partij, die zelfs niet wil meedoen met de E.U. boycot tegen Rusland. Hoe dat gaat aflopen, is nog koffiedik kijken, maar veel kan er niet veranderen, tenzij het land uit de E.U. zou stappen, een Grexit dus. Dat laatste zou voor Griekenland, zeker op de korte termijn, veel slechter uitvallen dan voor de E.U., omdat het op economisch en financieel gebied zwaar geteisterde land slechts iets van een 3% van de totale Europese markt uitmaakt en de nog bestaande schulden ondertussen grotendeels door de andere staten worden gedragen. Niet voor niets reageerden de beurzen zo goed als niet op de Griekse verkiezingsuitslag.
Een dieper onderliggende reden voor een Grexit is dat men in Griekenland de Verenigde Staten van Verhofstadt beu is. En niet alleen in Griekenland. Denk maar aan de opkomst van de eurosceptische partijen bij de laatste Europese verkiezingen. Die combinatie links-rechts vindt men trouwens ook terug in Catalonië, waar de regerende centrumrechtse CiU een akkoord heeft gesloten met de linkse ERC oppositiepartij. Beide partijen gaan wel afzonderlijk naar de stembusgang van 27 september, maar met eenzelfde programma, waarmee ze denken de onafhankelijkheid van hun regio te kunnen bewerkstelligen. De nieuwe, linkse Podemos* partij, die zich spiegelt aan Syriza en misschien straks in Spanje ook de grootste partij wordt, zal daar rekening mee moeten houden.
Als we de links-rechtse problematiek doortrekken naar Vlaanderen, dan valt het op dat die hier heel anders is. De uiterst linkse PvdA vormt één partij met haar Waalse tegenhanger, Groen sluit overal coalities met Ecolo en wordt verondersteld de Waalse groenen te moeten depanneren na het debacle van de laatste verkiezingen (Ecolo verloor toen 10 van haar 14 zetels!). De Vlaamse socialisten hebben nooit iets anders gedaan dan aan te schurken bij hun Waalse tegenhanger, in de eerste plaats om mee te kunnen regeren en profiteren. Wat de linkse partijen in Vlaanderen gemeen hebben, is de verwaarlozing van hun eigen volk, iets wat bij Syriza en Podemos zeker niet het geval is. Misschien verklaart dat wel het succes van deze laatsten en de achteruitgang van links in Vlaanderen.
* In de Zevende dag van vorige zondag verwarde De Gucht de Griekse partij To Potami met Podemos. To Potami betekende volgens hem ‘wij kunnen het’, terwijl dat de vertaling is van het Spaanse ‘podemos’. In het Oudgrieks betekende Potamos ‘de stroom’ en daarmee bedoelde men de Nijl. Een nijlpaard werd dan een hippopotamos (in het Frans nu nog hippopotame). Hoe men ertoe gekomen is om een politieke partij ‘de stroom’ te noemen, is iets dat ik nog nergens heb kunnen vernemen.
|