‘Waarom heeft men het steeds over Zeeuwse mosselen en nooit over Vlaamse, ze komen toch uit Zeeuws-Vlaanderen? ‘
‘Dat komt omdat de Vlaamse mosselen allemaal in de politiek zitten.’
Zo gaat het (oude) mopje, waaraan ik moest denken toen ik las dat het nieuwe (Zeeuwse) mosselseizoen begonnen is. Onze mosselen, die in de politiek dan, waren – raar genoeg – op hetzelfde ogenblik ook hyperactief en wel in beide parlementen. Alles had te maken met de correctie door minister Van Overtveldt van de belastingsgelden die de federale regering naar de gewestregeringen doorversast. Die bleken voor de regio’s bijna 600 miljoen euro gunstiger uit te vallen dan eerst was gezegd, waarvan 400 miljoen voor Vlaanderen (zoals ik reeds vertelde in mijn blog van gisteren). In plaats van zich daarover te verheugen, leek het Vlaamse parlement eergisteren en het federale gisteren eerder een vismarkt, waar mosselen inderdaad thuis horen. Er werd geroepen en gekrijst dat het een schande was dat de federale minister dit aan zijn regionale collega’s had laten weten via de media. Dat kreeg men althans te horen, ook van leden van de meerderheid, zoals Bartje Somers, in een vroeger leven ooit ‘his master’s voice’ van Verhofstadt en in een onbewaakt moment zelfs Vlaams minister-president’. Bartje is laag gevallen als hij alleen op zo’n manier in het nieuws moet komen, door de eigen meerderheidssamenwerking in het gedrang te brengen en daarmee de oppositie argumenten te geven waarbij de kool het sop niet waard was. En dat alles – nota bene – voor een serieuze fiscale meevaller. Stel eens voor dat het andersom was geweest.
Toen later bleek dat regionaal minister van Financiën Turtelboom de moeite niet had gedaan de mededeling van haar federale collega grondig door te nemen*, was dit dan weer een aanleiding om voor deze zaak ook het federale parlement op stelten te zetten. Dat laatste gebeurde daar wel grotendeels door de oppositie, wat haar taak is, ook al omdat het voordeel voor de gewesten een nadeel is voor de federale regering. Een andere reden is, dat er momenteel niet veel anders te bespreken valt. Zelfs de Vergrijzingscommissie zegt dat de regering Michel goed bezig is als men het langer moeten werken ook op langere termijn inschat. Dit terwijl de kritiek op dat langer werken grotendeels voorbijgaat aan het feit dat dat pas over vijftien tot twintig jaar ingaat. Het probleem in deze materie is dat de nieuwe cijfers pas zullen kloppen als de economie jaarlijks met minstens 1,5% blijft groeien en daarmee zitten we dan terug bij de loonkloof die men nù, niet straks moet dichten.
Hopelijk zijn daarmee zijn de mosselen aan wal!
* Van Overtveldt had de mededeling gelijktijdig naar de media én naar de betrokken gewestministers gestuurd. Het was niét zo dat deze laatsten het hadden moeten vernemen van die media…
|