We zouden eens terug opnieuw moeten bepalen wat de staat moet doen en wat de staat beter niet doet. Om dan van daaruit de begroting op te stellen, en niet omgekeerd, zoals het nu van jaar tot jaar gebeurt. Met een engelstalige boekhoudkundige term heet dat: zero-based budgeting. Dat is niet zaligmakend, maar een beetje meer hiervan zou wellicht wonderen doen.
Ik herinner me nog een voorval tijdens mijn legerdienst, toen het paradeplein in de kazerne opnieuw geasfalteerd ging worden, alhoewel dat pas geleden al gebeurd was en ab-so-luut niet nodig om dat vroegtijdig te hernieuwen. Het asfalt had tijdens de drill-oefeningen meer sleet veroorzaakt aan de legerbottines van de miliciens dan omgekeerd, als ik daar nu nog aan terugdenk. Maar voor die zinloze uitgave was nu eenmaal het budget voorzien, en dat móest opgesmost worden, want anders zou men het daaropvolgend jaar minder geld toebedeeld krijgen, en dan was het wel hoognodig tijd om de verwarming te vernieuwen...
Besparen doet men tegenwoordig (eigenlijk al gans de tijd) door lineair zoveel procent minder uit te geven dan het budget van vorig jaar, zonder zich af te vragen waarvoor dat geld eigenlijk gebruikt is geweest. En zonder zich af te vragen of die specifieke begrotingspost überhaupt wel geld nodig had van overheidswege, in de eerste plaats?
Een belastingvermindering of een subsidie is krek hetzelfde. Wat de staat uitgeeft, moet ergens vandaan komen en wat de staat minder ontvangt, moet ergens gecompenseerd worden. Het schrijnendste voorbeeld van een mismatch hiervan is de hervorming van de successiewetgeving, toen de langstlevende partner geen belasting meer moest betalen op de gezinswoning. De linkiewinkies hebben dit toen verkocht als een sociale overwinning! Niets was minder waar, want in een normale gezinssituatie (= echtpaar-op-leeftijd met kinderen, zonder testament) betaalde de langstlevende partner op een modale gezinswoning (= met een waarde kleiner dan 200.000 euro) al geen erfenisbelasting. Dankzij de wettelijke constructie van blote eigendom/vruchtgebruik en de splitsing van roerend en onroerend erfdeel bij erfgenamen in rechte lijn. Maar door die nieuwe socialistische maar allesbehalve sociale aanpassing, betaalt de douairière nu geen eurocent belasting meer op het erven van het Kasteel van Bevergem, terwijl dat voorheen dus wel het geval was. En bijgevolg mogen haar pachters en keuterboerkens nu opdraaien voor het verschil in de staatskas... Conclusie: de linkiewinkies zijn ofwel aartsdom wanneer zij dat niet weten, ofwel illustratief voor de historische maar nog steeds geldige afspraak tussen (toen nog adellijke) politiek en clerus: "hou gij ze dom, ik hou ze arm".
Het is niet omdat iets toegelaten is, of juister gezegd: door de wet niet is verboden, dat het ook moreel wenselijk is. Anderzijds moet ook niet alles wat moreel wenselijk is, wettelijk verplicht gemaakt worden. Bij tegenwoordig wetgevend werk primeert nochtans de oude boutade: alles wat niet verboden is, is verplicht. Voorbeelden waar het dan onherroepelijk fout loopt, zijn legio. Energie, verkeer, gloeilampen, euthanasie, dienstencheques, ... op elke bladzijde van de nieuwe Dikke Van Dale (en dat zijn er bijna 5.000!) vindt men wel een begrip terug.
Die titel van deze bijdrage? Daar doen wij allemaal aan mee, ik ook. Gelukkig maar en jammer genoeg!
21-10-2015, 14:28
Geschreven door bertie
|