Een mens is nooit te oud om te leren. Daar dacht ik nog eens aan, toen ik er achter kwam dat van de eerste drie burgermanifesten van Verhofstadt – waar ik al zo dikwijls naar verwezen heb – er één in werkelijkheid niet eens door hemzelf was geschreven, maar in opdracht van hem. In principe verandert dat weinig aan de zaak, want ook op die manier blijft de man die sneller liegt dan zijn schaduw daarvoor nog altijd verantwoordelijk. Dat ene manifest werd geschreven door wijlen Sus Verleyen, destijds hoofdredacteur van Knack toen dat blad nog een Vlaamse reflex had.
Nog zo iets zijn de eveneens regelmatig vernoemde geldtransfers van Vlaanderen naar Wallonië. Daarover zouden in de zesde staatshervorming dan toch afspraken zijn gemaakt om die inderdaad te laten uitdoven. We zouden ons echter daarover best niet te snel vrolijk maken, want dat zou pas gebeuren vanaf 2025, wanneer de transfers van de Belgische solidariteit via de afgesproken financieringswet zouden worden afgebouwd. ‘Eerst zien, zei de blinde’ en een grote scheut wantrouwen ter zake is hiervoor zeker geen overbodige luxe.
Het blijkt nl dat momenteel de schuldenlast van Brussel 5,3% van het eigen budget bedraagt, dat van Wallonië 2,3% en dat van Vlaanderen 0,3… En daar houdt het niet bij op. De uitgaven voor eigen beheer en ambtenarij bedragen in Brussel 7,7% van de totale uitgaven, in Wallonië 6,2% en in Vlaanderen 3,8. Verder kosten de ministeriële kabinetten in Brussel 32 miljoen euro, in Wallonië 63 miljoen en in Vlaanderen slechts 34 miljoen. Voor wie het niet zou snappen: die laatste cijfers zijn geen procenten meer, maar absolute cijfers, waaruit dus blijkt dat Wallonië besturen een kostprijs heeft die bijna het dubbele is van Vlaanderen voor ongeveer de helft van het aantal inwoners. In werkelijkheid liefst vier maal zoveel!
Er zijn dus redenen genoeg om aan te nemen dat die scheefgetrokken situatie niet zal zijn rechtgetrokken tegen 2025, maar ergens tegen Sint Juttemis, als het België van vandaag zich zo blijft verder slepen.
|